1445 |
Libië (Vroege Geschiedenis) (1400 - 76 v. Chr.) |
Libië (Vroege Geschiedenis (8000 - 1400 v. Chr.) |
In de Oudheid was Libië (Gr.: Libuè, Lat.: Libya) de benaming voor geheel (noordelijk) Afrika, in engere zin ook voor het gebied ten westen van Egypte. In dit gebied zouden volgens Herodotus Libische Amazonen zijn voorgekomen. |
In de 14e eeuw v. Chr. begonnen zich vreemdelingen van overzee in het land van de Tjehenu (Libië) te vestigen. Dit had waarschijnlijk te maken met het opdringen van Indo-Europese volkeren in zuidelijk Europa. We kennen een aantal namen van deze 'zeevolkeren', nl. de Sherden, Meshwesh, Libu, Ekwesh, Shekelesh en Teresh. De Rebu and Meshwesh vestigden zich in het gebied ten westen van de Tjemehu and Tjehenu, wat we weten door een verslag van van de veldtochten van Merenptah (1224 -1214) en Ramses III (1194 - 1163 v. Chr.). In de verslagen wordt vermeld dat het gebied van de Tjemehu en Tjehenu tussen Egypte en het land van de Rebu en Meshwesh lag. De Rebu en Meshwesh kwamen volgens teksten "uit het westen", maar waar ze precies vandaan kwamen weten we niet. Om reden dat zij zo plotseling in de geschiedenis opdoken is wel eens gesuggereerd dat hun oorspronkelijke woongebied ver in het westen of zuidwesten heeft gelegen, het gebied van de latere rijken Numidië (het huidige Tunesië en een deel van Algerije) en Mauritanië (het huidige Marokko en een deel van Algerije). |
Het is naar de Libu dat de Griekse kolonisten die er rond 630 v. Chr. de stad Cyrene stichtten, het land Libië noemden. Wat voor taal deze volkeren spraken is zeer onzeker. Een aantal spraken mogelijk iets Indo-Europees, anderen een pre-Indo-Europese taal van het Middellandse Zeegebied. Van het laatste weten wij bitter weinig omdat vrijwel het enige dat ons daar nu nog van rest het moderne Baskisch is. Ramses II (ca. 1279 - 1224) moest zich al verdedigen tegen de Sherden die een reeks forten langs de Libische kust hadden gebouwd, maar onder Ramses III (1194 - 1163 v. Chr.) werd de dreiging pas echt kritiek. Egypte wist zich met moeite staande te houden in deze woelige tijden die wel als de brandcatastrofe bekend staat. Onder de verdere XXe (1196 - 1070) en XXIe dynastie (1070 - 945 v. Chr.) vestigden zich aanzienlijke aantallen Meshwesh in de Nijldelta en de 'Opperhoofden van de Ma (Meshwesh)' ontwikkelden zich tot plaatselijke machthebbers. De tijd van de XXIe dynastie was een tijd van koninklijke zwakte en de hoofdlieden van de Ma vervulden belangrijke posten in het leger. De laatste koning van de dynastie Psusennes II huwelijkte zijn dochter Maatkare uit aan een van hen, de vorst van Bubastis en opperbevelhebber van zijn leger, Sheshonq. Deze volgde hem op en werd daarmee de grondlegger van de Libische dynastie. |
Phoeniciërs Vanaf omstreeks 1100 v. Chr. zwermden de Phoenicische zeevaarders uit. Omstreeks 800 v.C. stichtten zij handelsposten aan de Libische kust. In de 7e eeuw v. Chr. stichtten de Phoeniciërs de stad Oea, het latere Tripoli. Phoeniciërs die wegens conflicten uit Tyrus waren gevlucht, stichtten de stad Leptis Magna ook wel Lepcis Magna genoemd. |
De Libische farao's
De 22ste dynastie van Egypte, die duurde van 945 tot 828 v. Chr., werd gesticht door een Libiër. Sheshonk (Sisak genaamd in de Bijbel) was de stamvader van de dynastie van de Osorkon's. Osorkon I trouwde met de dochter van de laatste farao van de 21ste dynastie. In het totaal droegen drie van de vijf farao's van de 22ste dynastie de naam Osorkon. Het Libisch vorstenhuis zou het volhouden van 924 tot 749 v. Chr. Osorkon I en Sheshonk werden in Tanis begraven. De kleinzoon van Sheshonk was een hogepriester in Karnak (Luxor). |
Archaïsch-Griekse periode In 640 stichtte Aristoteles Battos (Battus) van Thera (ca. 631 - 599) Cyrene, de eerste Griekse een kolonie aan de Libische kust. Details omtrent de stichting van de stad zijn te vinden in Boek IV van de Historiën van Herodotus. In 631 stichtten de Grieken de nederzetting Cyrenia. Daarna volgden nog meer nederzettingen: Taucheira (Tauchira) (625) en later omgedoopt tot Arsinoë, Leptis, Euhesperides (later omgedoopt tot Berenice), Apollonia en Barce (Barca) (560 v. Chr.) |
Euhesperides
Deze stad, gelegen in het noordoosten aan de Golf van Sirte, groeide al in 446 voor onze jaartelling en werd de tweede grootste stad van het land met iets meer dan een half miljoen bewoners. De stad vormde het knooppunt van de karavaanhandel en was het handelscentrum voor graangewassen, olijven, dadels, wol en veeteelt. Daarnaast behoorden de spons - en tonijnvangst tot de belangrijke activiteiten. Apollonia |
Het gedeelte van het land waar zich de voornaamste drie steden, Oea, Sabratha en Leptis bevonden, werd door de Grieken Tripolitania genoemd. In 570 v. Chr. versloegen de Grieken de Libische stammen (slag bij Irasa) In 560 v. Chr. stichtten de Grieken de nederzetting Barce (Barca). Tussen 530 en 510 heersen de Phoeniciërs over Tripolitania Vanaf 510 tot 325 v. Chr. heersen Egyptenaren en Perzen afwisselend over Cyrenaica. Een belangrijk contactpunt tussen de Griekse, de Egyptische en de Phoenicische cultuur vormde het orakel van Zeus-Ammon in de oase van Siwa. |
Libië onder het rijk der Ptolemaeën (321 - 96 v. Chr.).
Nadat de verovering door Alexander de Grote maakte Ptolemaeos, die Alexander een grootste begrafenis had gegeven in Alexandrië, zich meester van Egypte, Libië (Cyrenaica) en aangrenzende gebieden. In 318 v.Chr. wist Ptolemaeus zich meester te maken van Syrië en ook de koningen van Cyprus werden rond deze periode aan hem onderhorig. Na de slag bij Ipsus (301 v.Chr.) wist Ptolemaeus zijn gebied nog verder uit te breiden. Onder zijn leiding, en die van zijn opvolgers, groeit het Oude Egypte uit tot het rijkste land van die tijd. Van alle Hellenistische rijken zou het Ptolemaeënrijk het het langst uithouden. Dit had het echter vooral te danken aan het feit dat haar kernland Egypte was, dat zowel van strategisch belang was op economisch én geografisch gebied. Als graanschuur van de antieke wereld was het bovendien niet opportuun om het land zomaar aan te vallen, maar was het veel handiger om een marionet op de troon te krijgen. Afbeelding:Kaart van de diadochenrijken (300 v. Chr.) |
De stad Benghazi (Euhesperides) moest enkele malen een belegering doorstaan van de Nasamonen, een van de Berberstammen in dit gebied. De haven slibde echter dicht, maar een nieuwe stad verrees in 249 v. Chr.. Zij kreeg de naam Berenice, genoemd naar de voornaam van de echtgenote van Ptolemeus III (246-222) en dochter van koning Magas van Cyrenia. 240 Pentapolis periode of de Vijf Steden (Prentapolis) In de Tweede Punische oorlog koos Massinissa, koning van Numidië (c.238–148 v. Chr.) de kant van de Romeinen en voerde zijn cavalerie aan tijdens een beslissende charge in de slag van Zama Regia (202 v. Chr.) , die een einde maakte aan de oorlog. Carthago werd gedwongen haar posities in Libië te verlaten en Rome beloonde Massinissa met Punisch gebied ten oosten van Carthago. Zo werden de koninkrijken Massylia en Massaessylia verenigd. Van 162 tot 146 v.C. behoorde Libië tot het Numidische koninkrijk. Cyrenaica werd afgescheiden van Egypte door Ptolemaeus VIII Euergetes II (145 -116) die het schonk aan zijn zoon Ptolemaeus Apion, die, toen hij zonder erfgenamen stierf in 96 v. Chr., het bij testament afstond aan het Romeinse Rijk. Twintig jaar later (76 v. Chr.) werd Cyrenaica een Romeinse provincie. |
Cyrenaica (76 - 643 n. Chr.) |