2800 Griekse Koloniën
Klik Hier voor de frame-pagina
Door de schrale landbouwgrond en de zich traag ontwikkelde nijverheid ontstond in de 8e eeuw v. Chr. een overbevolking die leidde tot spanningen op zowel politiek als sociaal gebied. Vele Griekse steden (vooral de oostelijke) zagen zich daarom verplicht nieuwe gebieden in te palmen. Ze stichtten vooreerste kolonies op de vruchtbare kusten van de Zwarte Zee (Milete, ca. 750 v. Chr.), daarna ver in het westen op Sicilië (ca. 738 - 728 v. Chr.), in Zuid-Italië.

In de tweede helft van de 7e eeuw begonnen de Grieken de Thracische kust te koloniseren. Na de verovering van de eilanden Thasos en Samothrake, vestigden zich hier voornamelijk kolonisten uit Naxos en Chalcidice. De Griekse stadsbewoners in Klein-Azië koloniseerden vooral de kusten van de Propontis (Zee van Marmara) en de Pontus (Zwarte Zee). Milete (Miletus) was wat dat betreft wel de meest actieve stad. Langs de Egeïsche kust verschenen steden als Amphipolis, Maroneia, Abdera en Aenus

In de Thracische Chersonesus (het schiereiland Gallipoli) werden enkele kleine stadjes gebouwd. Langs de Propontis ontstonden Perinthus, Selimbrya en Byzantium (gesticht door een zekere Byzas) en langs de Pontus Apollonia, Messembria, Odessus, Dionysopolis, Callatis, Istria en nog veel kleinere kolonies, meer dan 30 in getal, die een minder belangrijke rol spelen.
 

Onverschrokken zeilden de Milesiische zeelieden de Zwarte Zee op, "de ongastvrije zee", zoals de eerste, huiverende Griekse aanduiding was geweest voor deze onherbergzame zee zonder eilanden, met dreigende bergketens in het oosten, die steil naar de zee afdaalden en met lage moerassige stranden in het noorden, waar mist en nevel de lucht vochtig maakten en zwaar. Hier was het of men uit de vriendelijke eigen streken een andere wereld binnenkwam, een wereld waarin de vlakten onbeschut onder de bijtende noorderstormen lagen. Hier kon men niet zoals thuis in de openlucht en zonneschijn leven.

Maar de ontdekkingsreizigers bemerkten weldra dat hier ook veel was wat zij in hun eigen land misten. in plaats van kleine akkertjes tussen de bergen openden zich hier onmetelijke vlakten met de vruchtbaarste grond. Hier wiegde het koren op akkers, zo uitgestrekt, dat geen Griekse ogen ooit huns gelijke had gezien. Op andere velden werd met succes de zo gezochte hennep verbouwd. En wat waren de Griekse runderen en schapen bij de enorme kudden, die hier op de steppen graasden en onuitputtelijke voorraden vlees, huiden en talk leverden.

± 600 v. Chr. stichtten de Grieken aan de zuidkust van Frankrijk hun kolonie Masillia (Marseille). In 550 v. Chr. telde het gebied tussen Spanje en de Zwarte Zee honderden Griekse nederzettingen. 

De nieuwe kolonisten waren door sterken banden - voornamelijk van religieuze aard - aan hun moederstad (metropolis) verbonden. Men had vuur van de heilige haard van de moederstad meegenomen; men nam met delegaties deel aan grote religieuze feesten en men zond wijgeschenken aan de beschermgoden van zijn oude stad. Zo waren de oude en de nieuwe steden in geestelijke verwantschap met elkaar gebonden. Er ontstonden hele familiekringen van steden: moedersteden met haar dochtersteden; koloniën, die dezelfde moederstad hadden, werden zustersteden genoemd. Raakten de koloniën in gevaar, dan namen zij hun toevlucht tot de moederstad. Oorlog tussen een kolonie en haar moederstad werd als goddeloos beschouwd; zo goddeloos als het geslagen worden van een moeder door haar kind. Wat niet verhinderde, dat een kolonie een gevaarlijke zakelijke concurrent van de moederstad kon worden.
De Phoenicische koloniën - met uitzondering van Carthago en haar dochtersteden op Sicilië waren niet meer dan handelsfactorijen, gesticht met het oogmerk, de handelsbelangen van Tyus, Sidon en andere Phoenicische steden te dienen). De Griekse koloniën werden werkelijke steden, vaste woonplaatsen. In de omtrek van de steden vestigden zich doorgaans Grieken als landbouwers. Dit verklaart ook waarom de Griekse kolonisatie een veel diepgaander invloed heeft gehad dan de Phoenicische. De Griekse koloniën waren vooruitgeschoven posten van de Griekse beschaving, terwijl de Phoenicische uitsluitend met het oog op de zakelijke winst waren gesticht. 
Over de gehele Franse en Spaanse kust heeft de invloed van Massilia - het oude Marseille - zich doen gelden en de bevolking van de Provence werd geleidelijk gehelleniseerd. 
De Grieken De plaatselijke bevolking in Frankrijk en Spanje leerden van de Grieken het letterschrift en het waren ook de Grieken die de olijf en de wijnstok in geheel Zuid-Frankrijk ingang deden vinden. 

Voordien was wijn voor de oorspronkelijke bevolking, die altijd bier had gedronken, een onbekende drank. De inwoners van Massilia dreven een omvangrijke handel, niet alleen over de Middellandse Zee maar ook over het net van rivieren, waarvan de Rhône-Saône-Moezel-Rijn de belangrijkste takken vormen. Munten met een Artemiskop aan de ene en een leeuw aan de andere zijde heeft men in heel Frankrijk, in Zwitserland en in Noord-Italië tot ver in de Alpendalen gevonden.

In de steeds scherpere rivaliteit tussen de Grieken en de Phoeniciërs hadden de Grieken een belangrijke voorsprong op hun concurrenten, dankzij de centrale ligging van Griekenland, die bijzonder gunstig was voor de handel rondom de Middellandse Zee, zijn rijkdom aan havens en zijn politieke onafhankelijkheid. De situatie van de Phoeniciërs tussen de machtige rivalen Egypte, Assyrië-Babylonië en de Hittieten, schiep daarentegen een toestand van politieke onveiligheid, die een remmende invloed had op het zakenleven. 
Tussen 585 - 572 v. Chr. veroverde Nebuchadneazar ll van Babylonië de stad Tyrus. Van 567-559 v. Chr. stond deze stad onder Babylonische overheersing.

Een tweede Griekenland werd Zuid-Italië. De Grieken noemden het Magna Graecia ("Groot-Griekenland") in tegenstelling tot het armere moederland met zijn kleine verhoudingen. Deze rijke gebieden werden overdekt met Griekse koloniën. De vruchtbare aarde van Italië en Sicilië diende tot korenschuur voor de Grieken en ook de veeteelt was zeer lonend. Het schijnt dat de Griekse olijf ook naar Italië en Sicilië hebben meegebracht, evenals naar Zuid-Frankrijk.

Gemaakt: 11-03-03; laatst bijgewerkt: 18-09-08

colofon