2362

Egypte (1224 v. Chr. 1196) (19e dynastie)
Merenptah - Amenesse - Seti ll - Siptah - Tawosret

Egypte (1279 - 1224 v. Chr.)
Merenptah (1224 -1214), 4e farao van de 19e dynastie 

Merenptah was de dertiende zoon die zijn vader Ramses II na zijn overlijden in 1213 v. Chr. opvolgde. Merenptah (hetep-her-maat) was de geboortenaam van de farao wat zoveel betekende als 'Geliefde van Ptah'. Hij besteeg de troon onder de naam Ba-en-re Mery-netjeru. Zijn leeftijd was inmiddels al niet meer echt gering. Met zijn naar schatting zestig jaren had hij zijn twaalf oudere broers waarschijnlijk simpelweg overleefd. Zijn koningschap staat enigszins bekend als saai alsmede een betrekkelijk korte tijd van ongeveer 10 jaar.

Merenptah was naar alle waarschijnlijkheid het vierde kind van farao Ramses II en zijn tweede hoofdvrouw Istnofret (Isisnofret), die naar alle waarschijnlijk zijn zuster was. Hij kreeg een zoon: Seti-Merenptah, die later de troon zou bestijgen als Seti ll, de opvolger van Merenpaths zoon Amenmesse.

Er is vrijwel niets bekend over de jonge jaren van Merenptah. Pas vanaf het veertigste regeringsjaar van Ramses II komt daar verandering in. Hoewel hij ongeveer twaalf jaar kroonprins was voorafgaande aan de dood van Ramses wordt in het veertigste regeringsjaar bekend gemaakt dat Merenptah generaal van het leger word. Het mag niet verrassend heten dat we waarschijnlijk daarom vrijwel alles wat we weten militaire activiteiten van Merenptah betreffen. In het 55ste jaar van Ramses II, als Ramses II zijn 80ste verjaardag viert, wordt Merenptah officieel kroonprins op respectabele leeftijd van 48 jaar. In de praktijk denkt men dat Merenptah in de laatste jaren van Ramses II de touwtjes al stevig in handen had. 

Merenptah regeerde niet erg lang. Dit komt door de lange regeringsperiode van zijn vader, en door zijn eigen hoge leeftijd toen hij de Egyptische troon besteeg.

Merenptah erfde Egypte van zijn vader op het hoogtepunt van haar macht. Het eerste wat Merenptah deed toen hij farao werd was het weer terug te verplaatsen van de hoofdstad Prirameese die zijn vader Ramses II in de Nijldelta had laten bouwen, naar Memphis, alwaar hij een koninklijk paleis liet bouwen naast de tempel van Ptah. In het oude Thebe liet hij een dodentempel verschijnen, gemaakt van de stenen van het oude dodentempel van Amenhoteb III. Daarnaast bouwde hij in Abydos en Dendera en liet hij verscheidene inscripties en beeldhouwwerken achter door het gehele land.

De Hittietenkoning Tudhaliya IV (1237 - 1209) kon in Syrië een inval verwachten van volkeren uit het noorden (z. Egeïsche volksverhuizing) en zag dat zijn volk leed onder een enorme hongersnood. Onder de condities van het verdrag dat Ramses II met de Hittieten had gesloten, besloot Merenptah Tudhaliya na een noodkreet te helpen en stuurde schepen afgeladen met graan naar Syrië. Dat hielp echter niet genoeg. In Syrië brak een opstand uit, maar door snel het leger te mobiliseren en nog sneller te handelen wist hij die opstand de kop in de te drukken.  Hoewel deze opstand anders doet vermoeden wilde Merenptah de vreedzame relaties tot andere volkeren aanhouden. 

Ook Egypte kreeg te maken met invallen van deze "Zeevolken"die samen met de Libiërs opereerden. Zij hadden merkwaardige schepen met een dierenkop op de voor- en achtersteven. Een afbeelding van een soortgelijk soort vinden op de bronzen deurversiering uit het paleis van de Assyrische koning Salmanassar lll (858-824 v. Chr.) in Balawat (nu in het British Museum in Londen).

De Zeevolken wisten tot diep in Egypte door te dringen en leken de Delta in het noorden in handen te krijgen. Tijdens een grote militaire campagne rond 1220 v.Chr. versloeg het Egyptische leger in een zes uur durende veldslag de Libiërs en hun bondgenoten de Ekwesh, Teresh of Tursha, Lukku, Shardana, Shekelesh en Tursha, kortom de "Zeevolken", de grootste militaire overwinning sinds het overlijden van Ramses II.

In het zuiden waren de Nubiërs door de Libiërs aangezet om in opstand te komen tegen de Egyptenaren. Ook zij werden een kopje kleiner gemaakt door de snelle en effectieve manier van handelen van Merenptah.

Merenptah werd na zijn overlijden (ongeveer 1202 v.C.) bijgezet in tombe KV 8 in de Vallei van de Koningen op de westoever van Luxor, het vroegere Thebe. Zijn mummie werd echter niet gevonden in deze tombe. In 1898 werd zijn lichaam gevonden met 18 anderen in het graf van Amenhotep II (KV 35) in Deir el-Bahri Al deze mummies waren daar neergelegd door priesters die bang waren dat hun originele tombes geplunderd zouden worden en de koninklijke mummies verbrand of verminkt.De koninklijke mummie van Merenptah ligt nu in het Egyptisch Museum in Caïro. In hetzelfde museum waar ook zijn vader en grootvader hun laatste rustplaats gevonden hebben.

Aan het eind van de 19e dynastie, die door interne twisten verzwakt werd, regeerden

Amenmesses (1214 - 1204)

Amenmesses-Heqawaset (Egyptisch: geboren uit Amon, leider van de Thebe) was de vijfde farao uit de 19e Dynastie. Waarschijnlijk was hij de zoon van Merenptah en koningin Takhat. Amenmesses' vrouw was vermoedelijk Baktwerel.

Over Amenmesses is zeer weinig met zekerheid te vertellen. Sommige wetenschappers beweren dat hij de zoon was van Ramses II. Anderen dat hij überhaupt geen farao was, maar slechts een grootvizier. In het geval dat hij wel farao was, heeft hij slechts drie of vier jaar geregeerd. Officieel had Amenmesse waarschijnlijk geen enkele recht op de troon. Het is niet onwaarschijnlijk dat Amenmesses de troon besteeg bij het overlijden van zijn vader door gebruik te maken van de afwezigheid van Seti-Merenptah, toen deze in Azië was. Sommige egyptologen beweren dat Amenmesses slechts een gedeelte van Egypte in zijn macht had en Seti II heerste over Neder-Egypte. Alleen Thebe en Opper-Egypte zou aan Amenmesse toebehoord hebben. Volgens diezelfde theorie was Amenmesses ooit een Koesjiet (afkomstig uit het rijk Koesj) met de naam Messuwy. Het bewijs dat hiervoor wordt geleverd is onder andere dat Amenmesse niet in de voor hem gebouwde graftombe, graf DK 10 lag en dat er in Messuwy's graftombe te Nubië beelden van Merneptah zijn gevonden. In het graf DK 10 lagen de mummies van Thakat en Baktwerel. Ook de decoraties van Amenmesses waren verdwenen. Het verhaal gaat dat er een grote onenigheid was tussen Seti II en Amenmesses en dat Seti II na de dood van zijn broer heeft geprobeerd zijn hele geschiedenis uit te wissen, onder andere door zijn lichaam te vernietigen. Op diverse steles van Amenmesses die zijn gevonden, is zijn naam veranderd in die van Seti II.

Seti II  (1214 -1204)

Zijn naam betekent: "Hij van Seth, Geliefd door Ptah." Zijn tweede naam betekent: "Machtig is de manifestatie van Ra, gekozen door Ra."

Het is niet duidelijk of Seti II de zoon van Merenptah en koningin Isisnofret was en of hij wel of niet gerelateerd was in de dynastie en dus op een illegale wijze zich meester had gemaakt van de Egyptische troon. Egyptoloog Kenneth Kitchen denkt dat Amenmesses gebruik heeft gemaakt van de zwaktes van zijn oudere broer, Seti II en zich als farao heeft aangediend op een moment dat deze in Azië was. 

Terwijl Amenmesse regeerde over Thebe, regeerde Seti II over Neder-Egypte. Onder de regering van Seti II kwam er een station voor de bark voor de pyloon (poortgebouw) van Karnak en kapellen van de triade van Thebe.

rechts: Seti ll

Siptah (1204 - 1198 v. Chr.)

 Waar eerst werd aangenomen dat  Siptah een zoon was van Seti II en zijn vrouw Tiaa, heerst nu het vermoeden dat hij de zoon van Sutailja (ook Shoteraja) was. Zij kwam uit Kanaän en was een concubine van een farao. Onduidelijk is welke, het zou Seti II kunnen zijn maar ook Amenmesses wordt genoemd. Hij was niet de kroonprins, maar de tweede troonopvolger na zijn oudere broer was overleden. Hij volgde Seti II na zijn dood ca. 1204 v. Chr. op. De troonsaanvaarding is aangeduid op II Peret (dag 2, ongeveer 2 december). Siptah moet toen ongeveer 10 á 11 jaar geweest zijn. Wegens zijn jonge leeftijd en de gevolgen van zijn kinderverlamming trad zijn stiefmoeder koningin Tawosret (Twosret) op als regentes. Siptah overleed in zijn zesde regeringsjaar, waarna Tawosret hem opvolgde. De erfopvolging was een probleem: zij had een conflict met Sethnacht, waarschijnlijk een zoon of kleinzoon van een van de vele zoons van Ramses II, die aanspraken maakte op de troon. Waarschijnlijk wilde Tawosret  haar eigen kinderen op de troon zetten. Het was ook een tijd van anarchie, dus de bronnen zijn wat vaag hierover.

Tawosret (Twosret) (1198 - 1196 v. Chr.)

Haar naam betekent: "Machtige vrouwe, Gekozen door Moed", haar tweede naam luidt: "Dochter van Ra, Geliefd door Amon". Zij was een dochter van Merenptah en Takhat (een dochter van farao Ramses II en vermoedelijk Henutmire). De koningin heeft volgens Manetho zeven jaar geregeerd, hierin zit ook zes jaar in van Siptah. Uiteindelijk heeft zij twee jaar geregeerd. De mummie van Taworset is ontdekt door Theodore Davies in de Cache in Deir el-Bahari. Een andere mummie gevonden in KV 35 zou ook haar mummie kunnen zijn, daarover wordt nog getwist. Tijdens haar bewind was er een wijdverspreide onvrede over het beleid van kanselier Bay en de heersende wanorde die ontstond toen vreemde krijgshaftige strijders de steden in de verschillende gevestigde rijken aanvielen en platbrandden. Na de dood van Tawosret in 1196 v. Chr. kwam er een einde aan de 19e dynastie.

Egypte (1196-  1194 v. Chr.)

laatst bijgewerkt: 20-08-08

colofon