4409 |
Nederland (1860-1869) |
![]() |
Charles Theodorus Stork, een jonge textielfabrikant, zette omstreeks 1860 samen met zijn 2 broers een machinefabriek op in Borne. In 1865 kreeg hij de leiding over het bedrijf. Onder zijn leiding groeide het bedrijf uit tot een van de grootste machinefabrikanten van Nederland. In 1860 telde Amsterdam 265.000 inwoners. In het rivieren gebied sloeg in 1861 watersnood en koude toe. Koning Willem III spoedde zich naar het rampgebied en zou, volgens de Amsterdamsche Courant, 45.000 gulden uit zijn eigen vermogen beschikbaar hebben gesteld om de allereerste benodigdheden te betalen. |
Nadat de Engelsen in 1833 de slavernij hadden afgeschaft volgden de Fransen in 1848, na de Revolutie. Beide landen hadden koloniën (Brits-Guyana en Frans-Guyana). Voor de Nederlandse plantagehouders in Suriname (Nederlands Guyana) betekende dit grote onrust. De slaven konden nu naar Frans of Brits Guyana ontsnappen. Pas 15 jaar na de Fransen werd op 1 juli 1863 de slavernij door Nederland afgeschaft en in 1873 verviel hun verplichting om jaarlijks een arbeidscontract met een plantage-eigenaar af te sluiten. In Suriname noemde men deze dag 'Keti Koti', de "Dag van de Verbroken Ketens" en wordt nog steeds gevierd op 1 juli.
In 1863 werd de accijns op brandstoffen afgeschaft om het stoken van de nieuwe stoommachines betaalbaar te maken. |
![]() |
In 1865 werd begonnen met het graven van het Noordzeekanaal. De Kamer van Koophandel in Amsterdam klaagde voortdurend dat er nauwelijks geen zeeschepen de stad aandeden. Op 1 maart 1865 overleed prinses ![]() ![]() |
1866 De Typografen organiseerde zich in de jaren 60 in een hulpfonds "de Boekdrukkunst". een organisatie die er voor streefde de belangen van hun (werkloze) collega's. In 1866 kwam de echte vakbond tot stand, de Algemene Nederlandse Typografenbond. Later dit jaar volgde ook de Amsterdamse diamantbewerkers.
|
![]() |
Gemaakt 06-04-04 |