4410 |
Nederland (1870-1889) |
![]() |
Op de Nieuwendijk in Amsterdam hoek Kolksteeg, opende S.P. Goudsmit in 1870 een winkel in wol, garen en band. Hij noemde zijn zaak Magazyn De Bijenkorf. | ![]() |
In 1871 werd het eerste landelijke verbond werd opgericht, het Algemeen Nederlands Werklieden Verbond, een overkoepelende organisatie van 16 plaatselijke verenigingen met zo'n 3400 leden. In Amsterdam richtten de suikerbakkers een vakorganisatie op. In 1872 werd de Nieuwe Waterweg naar de haven van Rotterdam werd geopend. Het was een idee van de 18 eeuwse waterbouwkundige Cruquius. De waterstaatskundig ingenieur Pieter Caland werkte dit verder uit. In 1877 leverde de doorvaart echter al grote problemen op. Bij eb was het water slechts enkele decimeters diep. Dit alles leidde tot grote kritiek op Pieter Caland, die vervolgens buitenspel werd gezet bij de verdere ontwikkeling van de Nieuwe Waterweg. Een commissie bestudeerde de mogelijkheden voor een verdere aanpak, maar moest uiteindelijk tot de conclusie komen dat er neits mis was met Pieter Calands plannen en dat er zo verder gegaan moest worden. In 1894 werd het kanaal verbreed tot 6.2 meter en in 1909 tot 8 meter. Caland kreeg later eerherstel doordat de tweede waterweg naar hem werd vernoemd. Helaas was hij toen al overleden In 1872 werd het stakingverbod op aandringen van Kamerlid S.van Houten gewijzigd. Op 8 april 1873 landde het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) op de kust van het Sultanaat Atjeh (Sumatra). Nederland wilde controle hebben over de gehele Indonesische archipel en de piraterij tegen de Nederlandse handelsvaart stoppen. De Islamitische en goedbewapende Atjehse strijders vochten keihard terug, iets waar de Nederlanders niet op gerekend hadden. Het leger zette daarop alle beschikbare middelen in om het Atjehse verzet te verbreken. z. verder Atjeh-Oorlog (1873 - 1904) |
|
Boven: Het transport der kolonialen (Isaac Israels 1883-1884) |
In 1874 diende de liberale politicus Samuel van Houten het 'Kinderwetje' in waarbij arbeid door kinderen onder de 12 jaar werd verboden.
In 1875 werd in Veenhuizen het Rijks-Bedelaars Gesticht onder Justitie ondergebracht. De strafkolonie viel in dit jaar onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie en met de invoering van het Wetboek van Strafrecht in 1886, werd Veenhuizen aangewezen als strafgesticht en rijkswerkinrichting. |
In 1876 werd door Koning Willem III het Noordzeekanaal geopend.
|
![]() |
Op 3 november 1877 installeerde koning Willem III een nieuwe regering, het kabinet Kappeyne van de Coppello. In 1878 richtte Abraham Kuyper.een nieuwe politieke partij op: de Antirevolutionaire Partij. In 1884 vond een beperkte grondwetwijziging plaats omdat een langdurig regentschap dreigde als Willem lll zou overlijden. Na de dood van Prins Alexander in 1848 en prins Hendrik in 1879 was er geen mannelijke troonopvolger. Prinses Wilhelmina was pas 4 jaar en de bepaling werd nu geschrapt, dat tijdens een regentschap geen grondwetswijzingen mochten geschieden. |
In 1886 brak in Amsterdam het Palingoproer uit.
Abraham Kuyper stelde zich aan het hoofd van de 'Dolerenden binnen de Nederduits Hervormde Kerk", een groep, die het volkomen oneens was met de vrijzinnige lijn van de officiële synoden maar binnen de kerk bleef. In Amsterdam werd in dat jaar het gebouw van het "Koninklijk Circus Oscar Carré" geopend. Het zou uitgroeien tot één van de beroemdste theaters in Europa. In 1889 namen Josef Cohen en zijn vrouw Rosa Wittgenstein in de Kalverstraat een kleine herenmodezaak over en verbouwden deze in een damesmodewinkel, gespecialiseerd op tricotgoederen. Hun nieuwe zaak noemden zij derhalve:Maison de Bonneterie. In de loop der jaren kochten zij steeds meer omringende panden op. |
Gemaakt 06-04-04 |