2283 |
Babylonië (Kar-Duniash) (1600 - 689 v. Chr. ) |
![]() |
In 1595 v. Chr. maakte de koning van Hattusas, de koning van de Hittieten, Kassitische overheersing (1590 - 1168 v. Chr.) De Kassieten namen de macht in Babylonië over van de Amoritische heersers. Het koninkrijk dat de Kassieten hadden gesticht; heette Kar-Duniash. Eerst was Babylon de hoofdstad van dit rijk. In 1330 v. Chr. verplaatste |
![]() |
Ruïnes van Dur Gurigalzu |
Er is uit die tijd naar verhouding weinig bekend en daarom wordt de Kassieten-tijd soms als een soort 'donkere Middeleeuwen' gezien. Toch is dat misschien niet helemaal terecht omdat zeker de latere Kassieten wel degelijk kundige bestuurders waren. Er zijn aanwijzingen dat zij systematisch geprobeerd hebben de oude Sumerische steden, ook Nippur? weer tot bloei te brengen en er zijn tot in Griekenland bewijzen gevonden van een levendige handel en van de standaardisatie van maten en gewichten waar de Kassietenvorsten zich om bekommerden. Ook is onder hun bewind het land geleidelijk meer tot een eenheid geworden, na eeuwenlang gekibbel tussen de verschillende steden. Verder ligt er nog veel materiaal uit de Kassietentijd op ontcijfering en vertaling te wachten, zodat het wat negatieve beeld over deze tijd nog best bijgesteld zou kunnen worden. Zij hebben waarschijnlijk het noordelijke deel van het huidige Irak nooit goed onder hun gezag kunnen brengen, zodat daar een geduchte concurrent kon ontstaan: Assyrië. Er zijn een aantal verdragen bekend waarbij Assur en Kar-Duniash (zals de Kassieten hun rijk noemden) afspraken maakten over hun onderlinge grens. Assyrië was eerst een vazalstaat van Mitanni, maar kwam uit de ondergang van dat rijk als een onafhankelijk en machtig land tevoorschijn. Babylon werd zelfs een aantal jaar door een Assyrische gouverneur geregeerd, maar de Kassitische vorstenhuis wist toch weer terug op de troon te komen. Uiteindelijk spanden Elam en Assur samen en kwam er een einde aan een voor deze streken erg lange periode van dynastieke stabiliteit. Bron: WikiMobs - Kassieten
De Kassietenvorsten regeerden vredig gedurende 400 jaar (1590-1242 v. Chr.). Na Onder hen kwamen de steden van Babylonië onder centraal gezag te staan, maar werden nog altijd beschouwd als centra van godsdienst, kunst en literatuur. Babylonië ontwikkelde zich tot een nationale staat met Babylon als administratieve hoofdstad. De binnenlandse toestand in Babylonië verslechterde. Er kwamen steeds minder vrije boeren; de vruchtbare grond werd opgeslokt door de vorsten, de tempels en de rijke kooplieden. De vrije boeren werden slaven of horigen. Regelmatig braken er opstanden uit. Elamitische overheersing (1168 - 678 v. Chr.) Aan de overheersing van Babylonië door de Kassitische heersers kwam in 1169 v. Chr. een eind toen Babylon werd verwoest door een wrede inval van de Elamieten. De Elamitische heersers namen nu de macht in Babylonië over. Zij zouden tot 678 als koningen heersen als koningen van Babylon. Nadat Adad Nirani ll (909 - 889) de Arameeërs uit de Tigrisvallei had verdreven vestigde een van de stammen (Chaldeeën) zich in Babylonië. In de 8e eeuw v. Chr. werden Elam Babbylonië bedreigd door de opkomende macht van het Assyrische rijk. |
Assyrische overheersing (678 - 612 v. Chr.)
Nadat de Assyrische koning |
![]() |
Tiglatlpileser heeft door zijn deportaties, executies, folteringen bijgedragen tot de spreekwoordelijke Assyrische wreedheid. In Babylonië streden een aantal groepen een wanhopige strijd om zich van het Assyrische juk te bevrijden. De opstand, die in 689 v. Chr. uitbrak, werd echter wreed neergeslagen door de Assyrische koning
laatst bijgewerkt: 16-6-02 |