1323 |
Verspreiding van de Indo-Europse volkeren (4500 - 2000 v. Chr.) |
Voor het in beweging komen worden als oorzaken genoemd: een grote droogte, grote overstromingen als gevolg van de doorbraak van de Middellandse Zee naar de Zwarte Zee, die ca. 5700 v. Chr. moet hebben plaatsgevonden. Deze ramp kan hebben geleid tot de verspreiding van de agrarische levenswijze in Europa. In de eerste duizend jaar na het einde van de laatste ijstijd was het in dit werelddeel nogal droog, niet bepaald gunstig voor de jacht. Maar bij de huidige Zwarte Zee lag vruchtbaar land en er was zoet water te over. Ideale omstandigheden voor landbouw en veeteelt. Toen het water kwam zijn de boeren, hun beschaving meenemend, gevlucht, Europa en het Midden-Oosten in, waar ze het verhaal over de grote vloed rondvertelden (aldus de theorie). Er zijn aanwijzingen dat ruim 7000 jaar geleden relatief plotseling landbouwgemeenschappen ontstonden in Europese rivierdalen. Het volk dat zich ca. 5500 in Anatolië ten westen van het Meer van Iznik vestigde (z. Anatolië (6000 - 4000 v. Chr.)) en de Halaf-cultuur (5500 - 4500 v. Chr.) in Noord-Syrië en schijnen aan elkaar gerelateerd te zijn geweest en houden mogelijk verband met Indo-Europese stammen die zich toen in deze gebieden vestigden. |
![]() |
Kaartje links: verspreiding van de Indo-Europese stammen van ca. 2500 v. Chr.. |
Een "Arische tak" (Aryan branch) trok richting Perzië en India. Deze Ariërs hebben zich ruim 5000 jaar geleden gevestigd in het huidige Iran en omstreken, en later (ca. 1750 v. Chr.) ook in de noordelijke helft van het Indiase subcontinent, waar zij een einde maakten aan de Indusbeschaving. lees verder bij Vroeg-Vedische periode Ook een deel van de Afghanen die vooral in het noorden en westen van het land Afghanistan wonen, behoren tot deze Ariërs. Darius de Grote (koning van Perzië (521-486 v. Chr.) noemt in een van zijn inscripties zijn dynastie Arisch van afkomst. Een "Balkan tak" ("Balkan branch") neemt hun plaats in. In de Ilias wordt herhaaldelijk naar dit volk, dat bij de Grieken bekend stond onder de naam Bythiniërs, verwezen. Wij kennen dit volk als de Thraciërs. Zij zouden zich omstreeks 3200 v. Chr. op de zuidelijke Balkan hebben gevestigd en zich toen hebben vermengd met de daar wonende boerenbevolking. Vanaf ca. 2900 v. Chr. verspreidde ook de Strijdbijlcultuur. Deze cultuur is feitelijk niet één cultuur, maar een verzamelnaam voor de verschillende culturen die zich hadden ontwikkelden uit de Trechterbeker- en Kugelamphoren-cultuur) zich over Europa. Mogelijk is er een verband tussen deze Strijdbijlcultuur en de verspreiding van de Indo-Germaanse stammen. Vanaf ± 2800 v. Chr. verspreidde ook de Klokbekercultuur zich over West en Midden-Europa. De cultuur bracht allerlei voor deze streken nieuwe zaken, zoals het paard, het wiel, de ossenwagen, de kunst van het metaalbewerken (koper) en de enkelkamergrafcultuur. Ook hier is er een mogelijk verband met verspreiding van de Indo-Europese stammen. |
|