2712 |
Ostrogoten (300 - 493) |
![]() Terwijl de Goten van Tervingi-groep (die door de Romeinen de naam "Visigoten" (= dappere Goten) kregen) hun koninkrijk tussen de Djnestr en de Donau vormgaven, stichtten de Goten van Greutingi groep, de Ostrogoten (genoemd naar hun leider
Athanerik wordt wel de eerste koning van de Ostrogoten genoemd. Omstreeks 300 verenigde hij de afzonderlijke Ostrogotische stammen onder één leiderschap. In Oekraïne stichtte hij het vroege Ostrogotische rijk.
Tijdens zijn regeerperiode werden de omringende volken Sarmaten, Scythen en Gepiden door de Ostrogoten verslagen en schatplichtig gemaakt.
Onder Ermanerik besloeg het Rijk van de Ostrogoten een gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige Oekraïne. In het noordoosten grensde het aan land van de Finnen, die de vlakte van de Oka en de Wolga bewoonden. In het noordwesten aan land van de Slaven, die zich verborgen hielden in het brongebied van de Dnjepr, de Weichsel en de Westelijke Dvina. Ten oosten van de Don had het de Alanen als buren, en ten westen van de Djepnr de Visigoten. Aan de Djepnr hadden de Ostrogoten hun hoofdstad Árheimer (rivierstad) gesticht. Het Ostrogotische Rijk van Ermanerik kon men niet vergelijken met het Romeinse Rijk. Er waren geen steden of enige vorm van georganiseerd bestuur. De bevolking, die door Achiulf en Ermanarik geleidelijk met geweld onder de Ostrogotische heerschappij was gebracht, bestond voornamelijk uit Sarmaten, Scythen en Gepiden. Een weinig talrijke aristocratie van Ostrogotische krijgslieden heerste over de overwonnen volken. Deze moesten enige belastingen betalen en militaire dienst verrichten voor de koning. Bij gelegenheid ontmoetten zij elkaar aan het hof van Ermanarik dat parlement, regering en zetel van de hoogste rechterlijke macht ineen was. Omstreeks 370 bereikten de Ostrogoten voor het eerst van vluchtelingen uit het oosten, dat een woest ruitervolk, de Hunnen, vanuit Azië richting Europa trok. Niet lang daarna, in het voorjaar van 375 verschenen de Hunnen aan de grenzen van het Ostrogotische Rijk. De Ostrogoten bleken niet opgewassen te zijn tegen de Hunse ruiters. De Hunnen voerden een geheel andere oorlogstactiek dan de Ostrogoten gewend waren. In plaats van de Ostrogoten in een geregelde veldslag tegemoet te treden, gingen zij deze steeds uit de weg en richtten ergens anders een bloedbad aan, waarna zij bliksemsnel weer verdwenen. In deze talloze kleine gevechten moesten de Ostrogoten steeds het onderspit delven. Ermanarik pleegde uit wanhoop zelfmoord na één zo'n nederlaag. Tot opvolger werd Vithimiris, gekozen, een familielid van Ermanarik. |
![]() Vithimiris wist het Ostrogotische Rijk nog korte tijd in stand te houden. Uiteindelijk moest ook hij een groot aantal nederlagen incasseren tegen de Hunnen. In 376 leden de Ostrogoten een verpletterende nederlaag, waarbij Vithimiris sneuvelde. Volgens Jordanes namen de twee ervaren legerleiders Alatheus en Safrax, het regentschap op zich voor zijn nog minderjarige zoon Videricius. Na de nederlaag trok een gedeelte van het Ostrogotische volk in de richting van de Djepnr, en later in de richting van de Donau onder leiding van Alatheus en Safrax. Er was ook een kleine groep die een toevlucht zocht in de Krim. De rest van het volk onderwierp zich aan de Hunnen. |
![]() |
Al spoedig sloten de Ostrogoten zich aan bij hun stamverwanten de Visigoten (Thervingi) die geleid werden door ![]() ![]() ![]() ![]()
De Ostrogoten vochten wanhopig, maar Ostrogotische cavalerie was niet opgewassen tegen de snel bewegende Hunnen boogschutters te paard. Na deze nederlaag moesten de Ostrogoten de Hunnen als hun nieuwe heersers naar het westen volgen. Enkelen ontkwamen naar de Krim, waar hun nakomelingen nog tot in de achttiende eeuw hebben geleefd. Toen dwong keizerin Catharina hen weg te trekken en de laatste Ostrogoten gingen op in het Russische volk. 380 Na de slag bij Adrianopel (378) vestigden de Ostrogoten zich samen met de eveneens door de Hunnen verdreven Alanen en een detachement Hunnen in Pannonië.
|
|
Toen na de dood van Hunnenkoning Attila in 453 een opvolgingsstrijd losbarstte kwamen de Gepiden onder hun koning ![]() |
In de slag aan de Nadao (454), een zijrivier van de Sava, ergens in Pannonia, werden de Hunnen en hun bondgenoten (Sarmaten en Alanen) verslagen. Door deze overwinning kwam er een einde aan de overheersing van de Hunnen in Centraal en Oostelijk Europa. De Ostrogoten herkregen hun vrijheid en werden bondgenoten van het Oost-Romeinse Rijk, dat hen in ruil hiervoor in 455 de voormalige provincie Pannonia als woongebied toewees. Niet lang na de overwinning op de Hunnen kwam de oude rivaliteit tussen de Gepiden en Ostrogoten weer boven drijven. Er ontstonden voortdurend schermutselingen tussen deze volken waarbij ook de Skiren en Herulen betrokken waren. Pas in 469 kwam hier een einde aan toen de Ostrogoten de Gepiden uit Pannonia verdreven. |
Hij behoorde tot het Oostgotische geslacht van de Amalen. Deze stam wordt in heldengedichten opgevoerd als de Amelingen.
Theoderik werd omstreeks 455 in Pannonia (het huidige Hongarije) geboren en stierf in 526 in Ravenna en werd dus circa 73 jaar. Van 462 tot 471 had hij als gijzelaar geleefd aan het Byzantijnse hof, waar hij de gelegenheid kreeg de cultuur en de staatsorganisatie te leren kennen. Daarna nam hij deel aan de oorlogen waarin zijn vader verwikkeld was. Hij voerde zijn volk in een verbintenis met de Oost-Romeinen aan de Beneden-Donau. Na de dood van zijn vader werd hij in 471 koning van de Ostrogoten in Pannonia. Hij voerde zijn volk in een verbintenis met de Oost-Romeinen aan de Beneden-Donau. |
In 488 werd hij door de Oostromeinse keizer Tenslotte beging |
Gemaakt: 24-06-04 |