2013

Europa in de Late Bronstijd (1200 - 700 v. Chr.)


Rond het jaar 1200 v. Chr. veranderde de zuidelijke Balkan in grote chaos als gevolg van de Egeïsche volksverhuizing. Vanaf ± 1100 wordt het weer wat rustiger, zowel in Griekenland als Thracië. 
Van deze periode na het verval van de Egeïsche koninkrijken en de migraties is slechts weinig bekend.

In het veengebied bij Petersborough, ten noordoosten van Cambridge werd ± 1100 v. Chr. een groot ritueel complex gebouwd. 
Vanaf ± 1000 v. Chr. verspreidden Keltische stammen zich over het zuidelijke deel van Europa (Rijndal, Frankrijk, het Iberisch schiereiland en Italië). Hun militaire acties bleven echter beperkt tot plundertochten bij naburige stammen.

Op het Appenijnse schiereiland ontwikkelde zich in de 10e eeuw v. Chr. de Villa Nova cultuur, die zich voor het eerst manifesteerde omstreeks 900 v. Chr.  

Op de Palatium (Palatijnse heuvel), één van zeven heuvels aan de monding van de Tiber, ontstonden aan in de 10e of 9e eeuw v. Chr. kleine boerennederzettingen. 

Vanaf ca. 900 v. Chr. werden Noord- en Midden-Europa, de bovenlopen van de Donau en Rijn (Noord-Zwitserland en Zuid-Duitsland) en een groot deel van het Alpengebied bewoond door Keltische stammen. 

 		 Het gebied rond Hallstatt  werd het middelpunt van een rijke cultuur (Hallstattcultuur). 
Deze periode, genoemd naar het dorp Hallstatt  bij de stad Salzburg in Oostenrijk, waar in 1824 een begraafplaats uit de Vroege IJzertijd (ca. 700 - 600 v. Chr.) werd gevonden, duurde ruwweg  geschat tussen ca. 1200 en ca. 500 v. Chr. en overlapte voor een groot deel de Urnenveldperiode. 
In de 8e eeuw v. Chr. werden Noord- en Midden-Europa, de bovenlopen van de Donau en Rijn (Noord-Zwitserland en Zuid-Duitsland) en een groot deel van het Alpengebied bewoond door de Keltische stammen. In de beschaving van de Kelten dringt dan ook voor het eerst het ijzer door. De Hallstattcultuur werd daarmee de eerste grote IJzertijdcultuur benoorden de Alpen.

Ca. 800 v. Chr. vond een splitsing plaats binnen de Germaanse stammen in West-Germanen, Oost-Germanen (Goten en Vandalen) en Noord-Germanen (Scandinaviërs). De verschillen kunnen worden getraceerd door taal en cultuur. 

Ca. 700 v. Chr. bereikten de West-Germanen het gebied rond de monding van de Eems en de Weser in Noord-West Duitsland.Tot de West-Germanen behoorden verschillende stammen, zoals de Chauken, Chamaven, Juten, Warnen, Angelen, Saksen, Suebi en Friezen. 

Europa tijdens de Vroege IJzertijd (700 - 600 v. Chr.)

laatst bijgewerkt: 08-08-02

colofon