2724 |
Visigoten (410 - 484) |
![]() |
Als zijn opvolger kozen de Visigoten de eerste van een nieuw type barbarenkoning. Dit was zijn Ostrogotische zwager |
|
Hij putte ongetwijfeld moed uit de wetenschap dat Honorius zelf geen erfgenaam voor de troon bezat. Athawulf deelde Honorius brutaal mee dat zijn Visigoten een verbond met Rome wilden sluiten en hijzelf met Placidia. Honorius wees natuurlijk het huwelijk af, maar zijn koppige zuster stemde erin toe. Vervolgens trok Athawulf met zijn stam en Galla Placidia westwaarts richting Genua en Marseille. Tegelijkertijd staken de Asding en SIling Vandalen, Suebi en Alanen, mogelijk verdreven door de legioenen van Constantijn lll, onder druk van de Franken of louter uit behoefte aan nieuwe roof- en plundertochten, de Pyreneeën over en trokken zij Noord-Spanje binnen (409). De Asding Vandalen onder Gunderic trokken samen met de Suebi twee jaar lang plunderend door het noorden van Spanje en vestigden zich tenslotte in de noordwestelijke provincie Galicia. De Siling Vandalen onder koning Na twee jaar strijd (415 - 417) wisten Visigoten als Romeinse bondgenoten de Alanen en Siling Vandalen uit hun woongebieden in Zuid en Noord-Oost Spanje te verdrijven. Deze weken uit naar het noordwesten waar zij zich in Galicia aansloten bij de Asding Vandalen. De Vandalen zetten de strijd tegen Wallia en zijn Visigotische bondgenoten nog enige tijd voort, maar hadden daarbij weinig succes. In 418 trokken de Visigoten zich echter terug naar Zuid-Gallia, waar zij als dank in 418 een wettig domein in Zuid-West Gallië (Aquitanië) kregen toegewezen, een landstreek waar zij zich reeds aan het vestigen waren. Geleidelijk aan maakten zij van dit gebied hun eigen rijk: het koninkrijk Toulouse (Tolosa). Nauwelijks waren de Visigoten hiermee begonnen, toen hun een slag trof die ongeveer een nationale tragedie scheen te zijn:
De Visigoten beleefden beleefden een bloeitijd onder de heersers die zij als opvolger van Athawulf hadden gekozen: De Visigoten leerden de beproefde landbouwmethodes van het gewest en al spoedig namen zij de Latijnse taal van de meerderheid over, zo spoedig zelfs dat in sommige streken het Germaanse dialect van de Goten binnen twee generaties verdween. Anderzijds begonnen vele Gallo-Romeinen de Visigotische aristocratie na te apen. Mannen wisselden hun toga's in voor korte broeken en lieten zich gaan in hun manieren. Zowel mannen als vrouwen maakten een mode van de opzichtige juwelen van de Visigoten. Steeds meer Gallo-Romeinen traden met Visigoten in het huwelijk, hoewel gemengde huwelijken volgens de wet niet waren toegestaan. De twee volkeren zouden misschien snel en volkomen zijn versmolten als niet één ding in de weg stond: godsdienstig vooroordeel. Het Ariaans-Christelijke geloof van de Visigoten was een ergerlijke ketterij in de ogen van de meeste Gallo-Romeinse christenen. Ondanks de algemene stemming van verdraagzaamheid veroorzaakten de godsdienstige geschillen uitbarstingen van geweld in Gallië. In Spanje, dat het uiteindelijke tehuis van de Visigoten zou worden, werd het Arianisme met nog veel minder tolerantie bedreigend door de strijdbare christenen daar. Het gevolg was een periode van wederzijdse vervolging, die de twee volkeren wel meer dan twee eeuwen gescheiden hield. In 417 werd Ondertussen hadden de Sueven het noordoosten van het Iberische schiereiland bezet en trokken ze verder om andere naburige streken in te palmen. In 456 moesten de Visigoten opnieuw naar het schiereiland terugkeren om in de provincie Tarraconensis een boerenopstand neer te slaan. In de volgende jaren steeg hun aanwezigheid en invloed op het schiereiland.
Na de overwinning op de Hunnen, verliet Thorismund zo snel mogelijk het strijdtoneel en keerde met de Visigotische troepen terug naar Toulouse. Hij wilde de vacant gekomen troon voor zichzelf veilig stellen om daarmee te verhinderen dat één van zijn broers zich tot koning benoemde. Hij regeerde kort, slechts twee jaar en stierf een natuurlijke dood.
Na de dood van Thorismund in 452 volgde zijn broer Theodorik II hem op 453. Van de regeerperiode van Theoderik II is bekend dat hij in het begin een trouw bondgenoot was van de Romeinen. In tegenstelling tot zijn vader respecteerde Theoderik II het foederati verdrag met de Romeinen. In opdracht voor de Romeinen maakte zijn leger in 454 een einde aan een opstand in Spanje, waar benden Bagaudae land en stad terroriseerden. Theoderik II steunde de Gallische senator Met name met de Romeinse keizer Het plan van Theodorik om het Visigotische gebied ten noorden van de Loire uit te breiden mislukte heimelijk. In 463 trok hij aan het hoofd van zijn leger op tegen Aegidius, die inmiddels een eigen Gallo-Romeinse rijk had gesticht in Noord-Gallië. Bij Orleans leed Theodorik een zware nederlaag, waarna Theoderik II verdere pogingen opgaf. In 466 stierf Theoderik II en werd opgevolgd door zijn jongere broer Eurik. |
De Visigoten breidden hun koninkrijk langzamerhand uit en toen in 476 de laatste West-Romeinse keizer werd afgezet. In de jaren tachtig van de 5e eeuw bereikte het rijk van de Visigoten zijn grootste omvang. Het strekte zich uit van Cadiz op het Iberisch schiereiland tot de Rhône in het oosten en tot aan Nantes aan de Loire in het noorden. Bovendien behoorde het grootste stuk van Spanje er nog toe. |
![]() |
laatst bijgewerkt: 20-10-08 |