2651

Suebi (Sueben) (406 - 585)

Suebi (650 v. Chr. - 400 n. Chr.); Hispania Baetica - H. Tarraconensis - H. Lusitania
In 409, tijdens de volksverhuizingen, vielen de Vandalen en Alanen het noorden van het Iberisch schiereiland binnen. Het uitgeputte West-Romeinse Rijk kon niet meer reageren. Na twee jaar strijd (415 - 417) wisten de Visigoten als Romeinse bondgenoten hen weer te verdrijven, maar niet lang daarna bezetten de Sueben het noordoosten van het Iberische schiereiland. Nadat zij twee jaar lang het noorden van Spanje hadden geplunderd, stichtten zij in noordwest Spanje een eigen koninkrijk.De Sueben bleven nog tot in de zesde eeuw in het noordoosten en het grootste gedeelte van Portugal de onbetwistbare machthebbers. Kort daarop werd hun rijk onderworpen door de Visigoten. In 585 veroverden zij de hoofdstad Bracara en spoedig daarna heersten de Visigoten over het gehele Iberische schiereiland.

In de winter van 406 - 407 sloten de Sueben zich aan bij de Vandalen onder hun koning  Godegisl en de Alanen toen deze de Rijn overstaken en Gallië binnenvielen ( Westelijke provincies (395-407))

In 409 staken de Sueben onder hun nieuwe leider Hermeric samen met de Vandalen en Alanen, mogelijk verdreven door de legioenen van Constantijn lll (407-411, onder druk van de Franken of louter uit behoefte aan nieuwe roof- en plundertochten, de Pyreneeën over, waarna zij Noord-Spanje binnenvielen.

Nadat zij twee jaar lang het noorden van Spanje hadden geplunderd, stichtte Hermeric in noordwest Spanje een eigen koninkrijk (Gallaecia). In 422 trok hij met zijn bondgenoten, de Alanen en Vandalen weg uit noordwest Spanje en Noord-Portugal om zich te vestigen in Vandalusia. ( zie ook: Vandalen in Spanje (408 - 428))

Suebi

Hermeric 409-438
Rechila 438-448
Rechiar 448-456
Aioulf 456-457
Maldras 457-459
Richimund (Requimundo) 459-463
Frumar (Frumario) 459-463
Remismund 459-469
Onbekende koningen 569-520
Theodemund (Teodemundo) 520-550
Carriaric (Kharriarico) 550-559
Ariamir ca. 561-566
Theodemar (Theodemiro) ca 561-570
Miro 570-582
Eboric 582-584
Andeca 584-585

In het begin van de zesde eeuw waren de Suebi in het noordoosten en het grootste gedeelte van Portugal nog steeds de onbetwistbare machthebbers. Over de rest van het Iberische schiereiland heersten de Visigoten

Hermeric (409 - 438)

In 410 stichtte Hermeric (Spaans: Hermerico) in de Romeinse provincie Gallaecia een eigen koninkrijk als foederati van de Romeinen. Politiek centrum van het rijk van de Sueben was Bracara Augusta, de huidige Portugese stad Braga. (De stichting van Bracara Augusta, het administratieve centrum en de juridische zetel in de tijd van de Romeinen, vond plaats in het jaar 27 voor Christus tijdens het imperium van keizer Augustus. Het maakte deel uit van het wegenstelsel dat het Iberisch schiereiland met Rome verbond; dit wijst op de belangrijke rol die de stad speelde in de regio. In 216, werd de stad door keizer Caracala tot hoofdstad van de provincie Galicia verheven en in dezelfde eeuw, werd het bisdom van Braga gesticht, onder leiding van bisschop Paterno.)

In 438 deed Hermeric, ernstig ziek, afstand van de troon en volgde zijn zoon Rechila hem op. In 441 stierf hij.

Rechila gedroeg zich zeer agressief ten opzichte van de oorspronkelijke bevolking en de Rooms-Katholieke Kerk (zelf hing hij het arianisme aan). Aanvankelijk werkte hij samen met Rome doch al snel keerde hij zich hier tegen. Hij sloot een verbond met de Bagaudae, bandieten die hij gebruikte als huurlingen. Hij leidde veel veldtochten in Hispania Baetica en Hispania Lusitania en veroverde Mérida in 439. In 441 nam hij zelfs Sevilla in. Alle Romeinse generaals, Andevotus, Censorius, Vitus, werden door Rechila verslagen.

Aan het eind van zijn korte, doch intense regeerperiode bezat hij bijna geheel Andalusië en Baetica en delen van Hispania Tarraconensis. Het Romeinse rijk had nog slechts de beschikking over de rest van de provincie Hispania Tarraconensis. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Rechiar.

Rechiar (448 - 456)

Hij was de eerste katholieke koning van Germaanse afkomst in Europa en een van de grootste koningen die over de Suven hebben geregeerd. Ondanks zijn Katholieke geloof had hij de reputatie van een echte barbaar met enig gevoel voor Romeins recht, Romeinse cultuur. Rechiar was niet Katholiek opgevoed. Zijn vader zou hem echter wel hebben bijgebracht dat een goede verstandhouding met Rome de bekering van de Sueven zou vergemakkelijken. Zeker is dat Rechiar zich al voor zijn troonsbestijging tot het katholicime had bekeerd, een halve eeuw eerder dan de Frankische koning Clovis. Rechiar was de zoon van de heidense koning Rechila, die opvolgde op de troon. Het jaar en de omstandigheden van zijn bekering zijn niet bekend. Het is mogelijk dat een Katholieke missionaris daar een aandeel heeft gehad. Rechiar was slechts een van de weinig Sueven die zich bekeerden, de meeste Sueven bleven heiden. 

Rechiar trouwde met een Ariaanse Visigotische prinses uit Toulouse: de dochter van Theoderic. Dit gemengde huwelijk zou voor de Kerk nadelig werken: door de invloed van de nieuwe koningin zou bewerkstelligen dat de Sueven zich later niet tot het Katholicisme, maar tot het Arianisme zouden bekeren. 

Rechiar was machtig genoeg om zijn eigen munt te laten slaan met zijn naam, maar toch ook was zijn koningscap zo primitief dat hij naar het schijnt de koninklijke schatten altijd met zich meedroeg tijdens zijn campagnes. Hij stelde ook geen Romeinse ambtenaren en rechters aan, daar hij het Romeinse recht niet erkende en ook onderhield hij geen formele betrekkingen met het Romeinse Rijk. 

Rechiar was een wispelturig heerser die oorlogen voerde met al zijn buren. In 448, toen hij net aan de macht was, werd de Romeinse consul Censorius geëxecuteerd door Aigulf, een Suevische edelman. Er wordt gesuggereerd dat  dit verband hield met Rechiar's vijandelijke houding tegen Rome. Ook onderhield Rechiar banden met de Bagaudae (opstandige rebellen) om plundertochten te houden in de Ebro-vallei. In 449 voerde hij ook strijd tegen de Basken, en mogelijk probeerde hij de stad Vasconia in te nemen. Later in 449 bezocht hij zijn schoonvader in Gallië. Op de terugweg sloot Rechiar hij bondgenootschap met Basilius, de leider van één van de Bagaudae waarna hij  hij de Ebro-vallei binnenviel en een aanval deed op Zaragoza en Lérida met een list veroverde. Hij nam vele krijgsgevangen, maar slaagde er niet het gebied te veroveren en zo de verovering van Spanje te voltooien en de stad Tarragona, de hoofdstad van de provincie in te nemen. Na de moord op Flavius Aëtius en Petronius Maximus in 455 leidde Rechiar een aanval op Carthaginiensis, waarschijnlijk om deze provincie in te nemen. Later in dat jaar deed hij een aanval op de provincie Tarraconensis, de enige provincie die nog onder Romeinse controle stond, maar veroverde die niet. Volgens Jordanes verkeerde hij in de veronderstelling op grond van zijn relatie met de Visigotische koning en de Romeinse foederatus Theoderic ll, zijn zwager, dat hij kon heersen over geheel Spanje. Theodoric, viel in opdracht van keizer Avitus in 456 Spanje binnen met een leger Goten, Franken en Bourgondiërs onder aanvoering van Chilperic l en Gundioc, en mogelijk ook Romeinen om de confrontatie met de Sueven aan te gaan in het grensgebied van Tarraconensis. Op 5 okober 456 versloeg Theoderic Rechiar bij de Campus Paramus, 12 mijl van Astorga aan de Urbicus (Órbigo). Hij raakte gewond, maar wist volgens Hydatius te ontkomen naar Oporto, in het hart van zijn koninkrijk. Daar werd hij echter gevangen genomen en geëxecuteerd in december 456. De Suevische monarchie kwam daarmee ten val en viel snel uiteen in elkaar bestrijdende partijen.Braga werd door de Visigoten ingenomen en de kerken werden geplunderd. 

Aioulf (456 - 457)

Aioulf or Ag(r)iwulf was een duistere koning van Gallicia. In 448, werd na acht jaar Romeinse gevangenschap, de Romeinse gezand Censorius in Sevilla (Hispalis) ter dood gebracht door ene Agiulf. Deze wordt wel geïdentificeerd als Aioulf. Volgens de kroniekschrijver Hydatius trok Theoderic ll na de plundering van Braga en de executie van Rechiar naar Lusitania. Aioulf, een van zijn officieren, bleef achter in Galicia en hoopte zichzelf tot koning van de Sueven te kunnen uitroepen. Jordanes echter schrijft dat Aioulf een Warnische bestuursambtenaar was die zich op verzoek de Sueven uitriep tot koning. Aioulf werd een jaar later door Theoderics leger gevangen genomen en geëxecuteerd. E. A. Thompson trekt dit echter in twijfel, om de Sueven af te schilderen als ontrouwe onderdanen van de Visigotische koning. 

Maldras (457 - 459) en Framta (Framtan, Framtane (457)

Na de executie van Rechiar door de Visigoten werd Maldras (Masdras) de nieuwe koning van het rijk der Sueven. Een jaar later echter, in 457 viel het rijk der Sueven uiteen in twee koninkrijken. Eén rijk geregeerd door Maldras, over het andere werd Framta door de Sueven uitgeroepen tot koning. Hieruit kan worden opgemaakt, dat de Sueven zich gerechtigd achtten zelf een koning te kiezen als er een eind was gekomen aan de lijn van erfopvolging. 

Framta and Maldras, handelden als zelfstandige, onafhankelijke vorsten. Terwijl Framta door bleef regeren, hield Maldras in 457 een grote veldtocht naar Lusitania. In 457 leidde Maldras een grote veldtocht naar Lusitania, waarbij Lissabon werd geplunderd, ondanks dat Maldras had doen voorkomen dat hij kwam in vrede.

Framta regeerde niet lang. Hij stierf na een aantal maanden geregeerd te hebben. Onzeker is of de onderdanen van Framta zich zonder meer geschaard hebben onder Maldras. Wel weten we dat Framta's aanhangers zich later lieten leiden door Richimund, die echter niet tot koning werd gekozen.

Maldras wordt er van beschuldigd zijn broer te hebben vermoord. In 458 ontvang hij gezanten van de Visigoten en de Vandalen. Terwijl zijn soldaten gingen doorgingen met hun plunderingen in het westen van Lusitania werd Madras in 459 mogelijk door zijn eigen soldaten gewurgd. 

Frumar en Richimund (Requimundo) (459 - 463)

Na de dood van Maldras kozen de Sueven Frumar als hun nieuwe koning. Als opvolger van Framta kozen de Sueven  Richimund. Ondertussen streed Remismund (Remismundo), volgens Isodure van Sevilla de zoon van Maldras, door om zich de troon te kunnen toe-eigenen.

Remismund (459-469)

Dat lukte. In 463 stierven zijn beide tegenstanders en Remismund werd koning van het herenigde rijk van de Sueven. Hij trouwde met een dochter van de Visigotische koning Theoderic ll (451 - 466) en bekeerde zich in 465 tot het Arianisme. 

In 467 ondernam hij, na de moord op Theoderic door zijn broer Euric in 466) een veldtocht naar Lusitania, waarbij Conimbriga werd geplunderd en de stad Lissabon werd ingenomen. Na de verovering van Coimbra en Egitania was het grootste deel van Lusitania in zijn handen gevallen. 

Theodemund (469- ?)

Theodemund was zeer waarschijnlijk zijn opvolger. In die duistere periode tot aan de kroning van Carriac in 550 moeten echter meer koningen hebben geregeerd, maar hun namen zijn niet overgeleverd. "Bijna veertig jaar, van 530 tot 567, maakt het koninkrijk van de Visigoten een onrustige en dramatische periode door. Versterkt door een nieuwe dynastie, maar teruggedrongen tot achter de Pyreneeën, worstelt het koninkrijk met verschrikkelijke crises. De Franken vallen het land onophoudelijk aan en in 542 slaan twee zonen van Clovis, Childebert I en Clotaire I zelfs het beleg voor Zaragoza. Maar na verloop van tijd, zijn zij gedwongen het beleg op te heffen. 

Van de Sueven is over de eerste helft van de 6e eeuw weinig bekend. 

Charraric (Chararic , Chararich, Carriaric, Kharriarico) (550 - 559)

De groei en de daarmee stijgende invloed van het katholieke geloof dwong Charraric ertoe zich in 550 opnieuw tot het katholicisme te bekeren. Er bestaan twijfels of Chararic ook daadwerkelijk bestaan heeft, omdat er in het verhaal van Gregorius van Tours (Historia Francorum) enkele tegenstrijdigheden zitten. Mogelijk regeerde Charraric ná Ariarmir.

De Sueven beleden in die tijd het Arianisme. Charraric die had gehoord van de heilige Martinus van Tours (317 - 397), beloofde zich tot diens geloof te bekeren als zijn zoon zou genezen van zijn ziekte. Gregorius van Tours schreef in zijn , dat lepra in die tijd een veel voorkomende ziekte was in Galicië en dat de zoon van de koning daarvan ook slachtoffer was. 

Charraric stuurde een afgezand naar Tours om op zoek te gaan naar relieken en die mee terug te nemen naar Galicië.  Zijn zoon genas inderdaad en Chararic waarna de hele koninklijk familie bekeerde zich tot het katholieke geloof. 

Gregorius van Tours vermeldt dat op dezelfde dag dat de relikwieën aankwamen in Galicië een schip binnenvoer met aan boord een priester, Martinus geheten afkomstig uit Pannonia (Hongarije). Hij was wellicht om politiek-religieuze redenen naar het rijk van de Sueven gezonden door de Oost-Romeinse keizer Justinianus I (527-565), die van zins was het grondgebied van het vroegere West-Romeinse rijk te veroveren (z. Visigoten (508 - 600)). Martinus was een wijze, geletterde en heilige priester, die zeer strikt de kloosterregels in acht nam. Door zijn persoon en voorbeeldige levenswijze verwierf hij binnen korte tijd een enorme invloed op de heersende elite in het koninkrijk van de Sueven, die hij trachtte af te brengen van het arianisme. Later werd de missionaris de apostel van de Sueven genoemd. In 550 werd hij bisschop van Dumio, een diocees dat later zou opgaan in het bisdom Bracara (Braga). Hij herbouwde de basiliek in Bracara die, evenals nog 50 andere kerken tussen de Rio Minho en de Rio Mondego, gewijd werd aan Martinus van Tours. In 572 werd hij benoemd tot aartsbisschop van Braga. Martinus stierf in 580. Na zijn dood werd hij heilig verklaard en werd hij bekend als San Martin de Dumio (St. Maarten van Dumio) ook wel San Martinus van Braga genoemd). In Portugal is hij bekend als San Bras.

Bron: Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen Overzee hoofdstuk 1.3 De koninkrijken van Sueven en Visigoten / Arnold van Wickeren.

Rechts: San Martin de Dumio (Sint Martinus van Braga)

Ariamir (ca. 561 -566)

De opvolger van Charraric zou zijn zoon Ariamir zijn geweest. Hij wordt genoemd door de bisschoppen van het eerste concilie van Braga als koning. Hij zou het concilie bijeen hebben geroepen in 561. Van Ariamir wordt gezegd dat hij de drijfveer is geweest achter de bekering van de Sueven tot het Roomskatholieke geloof en was hij de eerste Katholieke koning van de Sueven (in dat geval zou Charraric dus ná Ariamir hebben geregeerd).

Theodemar (tussen 561-566 tot 570) 

Theodemir (Theodemar, Teodemiro) was een van de eerste Katholieke koningen. Hij volgde Ariamir op tussen eind mei 561 en 566 en regeerde tot zijn dood in 570. Ook van Theodemir wordt gezegd dat hij de eerste orthodox-christelijke koning van de Sueven was sinds de dood van Rechiar en dat Martin de Dumoi heb bekeerd zou hebben. Waren Theodemir en Charraric één en dezelfde persoon?  In 569 riep Theodemir het eerste concilie van Lugo bijeen. In 570 werd zijn rijk aangevallen door koning Leovigild van de Visigoten.

Miro (570-582)

In 572 Miro ondernam hij een veldtocht naar Asturië en Cantabria, die eens deel uitmaakten van Gallaecia. Deze campagne van een katholieke koning tegen een land dat bewoond werd door Arianen was voor de Visigotische koning Leovigild een excuus om het land van de Sueven binnen te vallen. Tussen 572 en 574 viel hij de Douro-vallei binnen en ddwong hij de Sueben zich terug te trekken naar het noorden. De Sueben stichtten Villa Gothorum (nu Toro)  Vervolgens versloeg Leovigild de Cantabriërs. De controle over Toro en Astorga openden de weg voor een totale invasie van Galicia in 575. Na het verlies vam Ourense en het gehele gebied in het zuidoosten en na de aanval op Porto en Braga dwongen Miro tot onderhandelen en het sluiten van een vredesverdrag. 

Hermenegild, de zoon van Leovigild, die zich had bekeerd tot het Room-Katholicisme, kwam tegen zijn Ariaanse vader in opstand. Miro steunde hem, maar in 583 nam Leovigild Sevilla in. Hermengild werd gevangen genomen en terechtgesteld. Miro moest opnieuw vrede sluiten rm zich terugtrekken.

Euric (Eboric, Eborico, Eurico) volgde zijn vader Miro op. Hij moest echter erkennen dat  de Visigotische koning het voor het zeggen kreeg. Na een opstand van de adel van de Sueben werd hij afgezet en vermoord door Andeca. 

Andeca (584 - 585)

Na de moord op Euric nam Andeca Miro's weduwe (Eurics moeder) Siseguntia tot echtgenote. Na een jaar werd hij afgezet door Amalaric.

Amalaric (Malaric, Malarico; Amalarico) zou de laatste koning zijn van de Sueben. In 586 werd hij verslagen door de Visigotische koning Leovigild. De Visigoten handhaafden de traditionele wetten, waardoor de Sueven hun verzet tegen de nieuwe machthebbers op den duur opgaven. 

laatst bijgewerkt: 22-07-09

Iberisch schiereiland (611 - 1200)

colofon