3023

Westelijke Provincies (467 - 476)

Tijd van de Romeinen

Westelijke Provincies (455-467); zie ook: Rijk van de Visigoten (400-500); Oostelijke provincies (408-474); Oostelijke Provincies (474 - 500)
Procopius(?) Anthemius (467 - 472)

Nadat de troon twee jaar lang vacant geweest was, werd Procopius Anthemius door toedoen van paus Hilarius en zijn schoonvader, de Byzantijnse keizer Leo op de troon gezet. In praktijk had de keizer van Byzantium de macht over heel het gebied en had dus ook de macht om de nieuwe West-Romeinse Augustus te kiezen. De tolerantie van Anthermius ten aanzien van heidenen en ketters wekte alom wantrouwen, maar voornamelijk in Gallië werd zijn keuze, die hoop gaf op herstel van de eenheid van het rijk, met vreugde begroet. Anthemius was de laatste keizer van het Westen, die nog probeerde zelfstandig als zodanig op te treden. Hij was getrouwd met Aelia Marcia Euphemia, de enige dochter van Oost-Romeins keizer Marcianus (450 - 457). De dochter van Anthemius trouwde met Ricimer. Verder hadden Anthemius en Euphemia drie zoons, Flavius Marcianus, Procopius Anthemius jr. en Romulus, die later nog zouden proberen keizer Zeno (474 - 491) van de troon te stoten.

Zijn schoonzoon Ricimer, voelde zich in zijn machtspositie bedreigd en kreeg al gauw onenigheid met zijn schoonvader. Toen Anthemius' grootse expeditie tegen de Vandalen in Africa (468) in een grote nederlaag was geëindigd, zag Ricimer zijn kans schoon om tegen Anthemius ten strijde te trekken. De burgeroorlog die daarna uitbrak zou vijf maanden duren. Ricimer kreeg bij zijn strijd steun van zijn zwager Gundabad, de zoon van de Bourgondische koning Gundioc, (Gundabad was gehuwd was met zijn zuster). Ricimer belegerde de keizer in Rome en deze wist niet beter te doen dan de standbeelden in de stad te ontdoen van alle koper om de Germanen mee af te kopen. Het volk kwam in opstand en Anthemius moest de vlucht nemen. Het verhaal gaat dat hij als bedelaar de stad probeerde te ontkomen, maar ontdekt werd en door Gundobad op 11 juli 472 eigenhandig werd onthoofd. Vervolgens zette Ricimer een nieuwe stroman op de troon: 

Anicius Olybrius (472).

Deze kwam uit een vooraanstaande familie en woonde in Rome. Nadat deze stad door de Vandalen was geplunderd in 455 was hij naar Constantinopel gevlucht waar hij consul werd en trouwde met de dochter van voormalig keizer Valentinianus III, Placidia. Haar zus, Eudocia, was getrouwd met de zoon van vandalenkoning Geiseric, die derhalve graag Olybrius op de West-Romeinse troon zag en dit al sinds de dood van Maiorianus in 461 voor elkaar probeerde te krijgen. De heerschappij van Olybrius was kort en zonder veel bijzonderheden. Hij stierf aan een ziekte in oktober 472, niet lang nadat Ricimer ook was overleden en Olybrius diens neef Gundobad als patriciër en magister militum had benoemd (en hem dus de echte macht had gegeven). Gundabad zette vervolgens de volgende stroman op de troon: Glycerius, een paleisfunctionaris aan het keizerlijke hof in Ravenna. Daarna stierf zijn vader Gundioc en keerde Gundabad terug naar Bourgondië om zijn erfdeel te kunnen opeisen. Zijn broers Chilperic, Godegisel en Gundomar (Godomar) l hadden de erfenis van hun vader al onder elkaar verdeeld en Gundobad buiten de boot gehouden. Na zijn vertrek liet hij het Italiaanse schiereiland in chaos achter.

Glycerius (473 - 474) was in praktijk slechts een marionet in handen van zijn beschermheer Gundabad, die de legitiem verkozen, maar vermoorde Anthemius was opgevolgd. De Byzantijnse keizer Leo I (457 - 474) wilde hem dan ook niet erkennen als keizer. Het moet gezegd dat Glycerius het wankele West-Romeinse Rijk nog enkele jaren heeft gered. Italië werd bedreigd door de Visigoten (die uit zuid-Gallië en Spanje kwamen) en de Ostrogoten die zich na de slag bij Adrianopel (378) in Pannonia hadden mogen vestigen. 

Glycerius kon, ondanks zijn korte regering, voorkomen dat de twee groepen samen de strijd zouden aanbinden met Rome, door de Ostrogoten aan te vallen, toen die naar Gallië wilden trekken. Hoewel hij met deze tactiek veel succes had, wilde keizer Leo l hem niet tolereren op de westelijke troon en wees Lulius Nepos, de gouverneur van de provincie Dalmatia.en de echtgenoot van zijn nicht, aan als nieuwe keizer van het Westen. (nepos betekent neef).

Lulius Nepos (474 - 475)

Lunius Nepos moest nu nog de "oplichter" Glycerius dwingen tot aftreden. In juni 474  voer hij met zijn vloot vanuit Dalmatia naar de havenstad van Rome, Ostia. Toevallig was Glycerius daar op dat moment, in plaats van in de hoofdstad Ravenna en gaf zich onmiddellijk aan Nepos over. Deze spaarde Glycerius (misschien voor zijn medewerking?) en gunde hem de functie van bisschop in Salonae, de hoofdstad van Dalmatia. Ironisch genoeg zouden beide mannen elkaar daar nog geen twee jaar later weer ontmoeten, nadat Nepos zelf door zijn magister militum Orestes was afgezet.

Nepos trachtte de laatste bezittingen van het West-Romeinse keizerrijk (dat in de jaren '70 van de 4de eeuw enkel nog bestond uit Italia en delen van noord en zuid Gallië) te consolideren. Hij slaagde erin om vrede te sluiten met de Visigoten en hun koning Euric (466 - 484). Hiermee kwam de huidige Provence in Zuid-Gallië terug onder Romeinse controle, in ruil voor enkele gebieden waarvoor Nepos toch niet in staat was om die te beschermen. Minder succes ondervond Nepos in de onderhandelingen met Gaiseric, de koning van de Vandalen. Gaiseric viel Italia aan met piraten, omdat hij juist vrede had gesloten met het Byzantijnse Rijk en daarom geen enkele toegeving wilde doen aan het West-Romeinse Rijk. Langzaam verloor Nepos de controle over zijn rijk. Hij was weliswaar de meest bekwame van de laatste West-Romeinse keizers, maar was niet geliefd bij de Senaat. De Senatoren verachtten hem omdat hij hechte relaties onderhield met het Byzantijnse Rijk. Toen Nepos de fout maakte de onbetrouwbare Flavius Orestes tot magister militum te benoemen (475), zou dat zijn ondergang betekenen.

Flavius Orestes was een aristocraat en was geboren in Pannonia Savia. Waarschijnlijk waren de voorouders van Orestes deels Germanen. Hij was de zoon van Tatules en de schoonzoon van "comes" (graaf) Romulus, die als militaire leider in Noricum diende (dux Norici). Toen de provincie Pannonia in 433 door keizer Theodosius II (408 - 450) aan Attila de Hun werd afgestaan, werd Orestes lid van het hof van Attila, waar hij een hoge positie bereikte als diplomaat in de onderhandelingen tussen Attila en Valentinianus III (423-455).

Flavius Romulus (475-476)

Op 28 augustus 475 greep Flavius Orestes de macht in Ravenna en dwong Lulius Nepos te vluchten naar zijn thuisprovincie, Dalmatia. Hoewel Orestes nu feitelijk heerser was van het West-Romeinse rijk, werd hij niet als een ware Romein beschouwd en zou dan ook nooit worden geaccepteerd als keizer. Daarom schoof Orestes zijn 10-jarige zoon Flavius Romulus naar voren. Dit kon wel, aangezien zijn moeder een Romeinse was. Flavius Romulus was in feite nog een kind en was hij slechts een stroman voor zijn vader. Orestes had dan ook de werkelijke macht in handen. Als keizersnaam voor zijn zoon koos Orestes de naam Romulus Augustus. Dit klonk wel gewichtig, maar werd door de Romeinen verkleind naar het fraai rijmende Romulus Augustulus, Romulus Augustusje, de kleine Augustus (het tussenvoegsel -ul- duidt een verkleining aan). Hij ging de geschiedenis in als de laatste West-Romeinse Keizer.

De nieuwe regering werd door het Byzantijnse rijk niet erkend, maar omdat daar een burgeroorlog woede konden noch Zeno, noch Basiliscus militair ingrijpen tegen Orestes. Als de legitieme keizer (keizer-in-ballingschap) van het West-Romeinse Rijk regeerde nog steeds Lulius Nepos. In praktijk besliste hij alleen over Dalmatia, maar hij had steun voor zijn keizerstitel van Constantinopel. In Dalmatia verbleef ook zijn vroegere tegenstander Glycerius. 

Behalve de meeste Romeinen waren ook de Germaanse contigenten binnen het Romeinse Leger ontevreden over het regime van Orestes omdat deze hun het beloofde grondbezit in Italië had geweigerd. Hun leider was Odoaker (Odoacer, Odovacar), mogelijk de zoon van Edica, en aanvoerder (vorst) van de Heruli, Sciri (Scyrri) en Rugii. Jordanes vermeldt dat dit volk door de Ostrogoten werd verslagen. Maar als Orestes een koningszoon was, dan klopt dit niet met het verhaal dat hij armoedig gekleed de cel bezocht van de heilige en profeet Severinus (ca. 410 - 482) in Noricum om zijn zegen te vragen. De kleine monnik had hem gezegd dat hij zich waardiger moest kleden alvorens hij naar Italië zou gaan. Odoaker zal zo'n 30 jaar zijn geweest toen hij zijn vaderland verliet en als Magister Militium (aanvoerder) van de Germaanse contingenten  in dienst trad van de keizer. In 472 was hij opgeklommen tot persoonlijk adjudant van keizerlijke veldheer Ricimer

Op 23 augustus 476 riep Odoaker zich uit tot tot "koning der Germanen in Italië". Vijf dagen later versloeg hij Orestes bij Piacenza, nam Ravenna in en liet Orestes na de verovering van deze stad op 28 augustus 476 onthoofden. Vervolgens zette hij de laatste West-Romeinse keizer, Romulus Augustulus, de zoon van Orestes, af (4 september 476). Dit moment wordt algemeen beschouwd als het einde van het Romeinse Rijk. Odoaker beschouwde Romulus Augustulus als zo weinig gevaarlijk dat hij niet eens de moeite nam hem ter dood te brengen. Hij kreeg een jaargeld en de villa in de baai van Napels, die eens aan Lucullus (117-56 v. Chr.), een Romeins magistraat uit een aanzienlijk geslacht, had toebehoord, als verblijfplaats aangewezen. In 507 leefde hij nog. Het West-Romeinse rijk had opgehouden te bestaan.  Italië was veranderd in een van de vele Germaanse staten waarin het West-Romeinse rijk was uiteengevallen. 

Odoaker trekt Rome binnen (476)

Het rijk van Odoaker (476 - 493)

laatst bijgewerkt: 09-08-07

colofon