3026 |
Westelijke provincies (451 - 453) |
![]() |
Het westelijke deel van het eens zo machtige Romeinse Imperium omvatte omstreeks 450 niet veel meer dan het Apennijnse schiereiland en een klein deel van Gallië. Deze laatste stad bood heldhaftige tegenstand onder bisschop Anianus en slaagde er in Attila (zijn landgenoot) na moedige onderhandelingen te bewegen de stad Orléans en de bevolking ervan te ontzien. Vlak daarna overleed hij. Anianus werd later heilig verklaard (Anianus van Orléans, ook Aignan en Agnan). Vijfhonderd jaar later bouwde koning Robert van West-Francië (922-923) een kerk in Orléans ter ere van Anianus; daar werd zijn stoffelijk overschot bijgezet. Maar tijdens de troebelen van de Reformatie in de 16e eeuw haalden fanatieke Calvinisten zijn graf leeg en vernietigden de heilige relieken. Op afbeeldingen ziet men hem vaak op de muren van de stad staan bidden om de horden Hunnen af te weren. Na de Germaanse invasie in Gallië (407) hadden de Alanen onder hun koning Aetius reisde intussen naar Toulouse, de Visigotische hoofdstad en vroeg koning Theoderik I een alliantie met de Romeinen te vormen. Hij benaderde ook Was Attila erin geslaagd Aurelianum (Orléans) in te nemen, dan zou hij een sterke positie hebben verkregen, van waaruit hij de Visigoten in Aquitania zou kunnen onderwerpen. Dit was namelijk zijn bedoeling, zoals hij was overeengekomen met de Vandalenkoning |
|
Voor Op 20 september 451 troffen de verschillende legers elkaar op de Catalaunische velden (Lat. Campus Mauriacus), een golvende vlakte in de buurt van Troyes (± 200 km bezuiden Parijs) in de buurt van het huidige Troyes). |
Onzeker over de afloop van de strijd en in twijfel zich terug te trekken of niet, hield Attila zich schuil achter de front linie in zijn wagen tot de namiddag. Waarschijnlijk wilde hij de strijd laat op de dag beginnen, om profijt te kunnen trekken van e invallende duisternis, mocht dat nodig zijn. Tenslotte stelde hij zijn soldaten op in slagorde. Op de linkerflank de Ostrogoten, in het centrum zijn Hunnen en op de rechterflank zijn Germaanse bondgenoten. | ![]() |
![]() |
Aëtius stelde zijn minst betrouwbare soldaten, de Alanen, op in het centrum. Op de rechterflank de Visigoten en het Romeinse leger op de linkerflank. Aëtius hoopte hierdoor de zwakke flanken van de Hunnen flink te kunnen raken en dat de Alanen in het centrum zich in verdedigende positie zouden kunnen standhouden. Nadat de Romeinen erin waren geslaagd hoger gelegen grond te bereiken, kwamen zijn in het voordeel. De Alanen kregen het zwaar te verduren tegen de Hunnen. Maar terwijl Attila de Alanen terugdreef werd hij van rechts aangevallen door de Romeinse legioenen. De voorwaartse beweging van de Hunnen richtte zich nu naar de Visigoten. Van de ochtend tot de avond duurde de strijd. Germanen stonden hier tegenover Hunnen, west tegenover oost en misschien is er nooit in de geschiedenis met zo'n woeste, genadeloze haat gevochten. 200.000 tot 300.000 mannen vonden hier volgens de overlevering de dood. "De dode lichamen waren ontelbaar", schreef een iemand. "Man tegen man streden zij in het gevecht en de strijd werd woest, verward, monsterlijk en meedogenloos, een strijd welks gelijke zelfs in oude tijden niet is vermeld.", aldus de Visigotische geschiedschrijver Links: "The Huns at the Battle of Chalons" Illustratie van A. De Neuville (1836-1885). |
Het was een wreed gevecht met weinig tactische scherpzinnigheid - barbaren tegen barbaren - en aan het einde van de dag was Aetius aan de winnende hand. De Visigoten kregen een gevoelige slag toen de oude koning Theodorik sneuvelde (of door een Romeinse boogschutter in opdracht van Aetius werd getroffen). Maar zij versaagden niet. Midden op het bloedige slagveld hieven zij de zoon van de gevallen koning, Nadat zijn orakelpriesters hadden voorspeld dat hij 's anderendaags de strijd zou verliezen, besloot Attila die nacht nog zich met zijn overgebleven leger terug te trekken naar het oosten. Tot zijn verbazing vond hij de terugweg open en in allerijl leidde hij de overblijfselen van zijn verslagen leger naar de vlakten in Pannonië (nu Hongarije) waar hij zijn hoofdstad had. Aëtius spoorde nu de nieuwe Visigotische koning Theodorik ll aan terug te keren naar Aquitania om zijn troon veilig te stellen. Hij werd een machtige bondgenoot van de Romeinse keizer
laatst bijgewerkt: 20-09-10 |