Volksverhuizingen (4e eeuw n. Chr.)
In 401 vien de Visigoten onder aanvoering van Alaric Italië binnen. Haastig riep Stilicho, de opperbevelhebber van het Romeinse leger die als voogd voor keizer Honorius het westelijke deel van het Rijk de dienst uitmaakte, alle troepen uit de verste delen van het rijk, waaronder de legers die aan de Rijn en Donau gelegerd zijn, terug om hun land te verdedigen. Dankzij de steun van de Alanen wist Stilicho de Visigoten uit Italië te verdrijven (403). Omdat de Rijngrens nu niet meer werd verdedigd, volgden vele Germaanse volksstammen het voorbeeld van de Visigoten. Enkele van die volksverhuizingen betekenden slechts een voorbijtrekkend onweer, maar andere Germaanse stammen vestigden zich blijvend op Romeins gebied en lieten zich niet meer verdrijven.
In de winter van 406-407 staken de Vandalen, Alanen, Suebi, gevolgd door groepen Franken, Alamannen en Bourgondiërs de Rijn over. Hun uiteenrijtende tocht door Gallië naar Spanje in 406-409 verzwakte Rome's greep op de buitengewesten.
De ruimte die de Germaase stammen achterlieten, werd opgevuld door Slavische volkeren, die zich vestigden in het gebied tussen de Weichsel en de Elbe. In het zuiden drongen de Slaven door tot aan de Adriatische Zee. De Vandalen, Suebi en Alanen vestigden zich uiteindelijk in Noord-Spanje (409).
De Visigoten trokken na hun plundering van Rome (410) naar Zuid-West Gallië en breidden later hun grondgebied verder uit naar het Iberische schiereiland, waarbij zij de Alanen en Vandalen uit dit gebied verdreven (417).
Brittannië werd onder de voet gelopen, eerst door de Angelen, Jutten (vanaf ca. 409), later ook door de Saksen (455).
Afrika (Mauretanië en Numidië) als ook de eilanden Sicilië, Sardinië, Corsica en de Balearen gingen verloren aan de Vandalen en de Alanen (439). Het rijk der Vandalen was het tweede in de reeks van Germaanse staten op Romeins gebied. In het noorden van Gallië vestigden zich de Franken (440), in het oosten (Elzas) de Alamannen. De Bourgondiërs, eerder uit hun woongebied verdreven door de Hunnen (436), werden opnieuw verdreven, ditmaal door de Franken en kregen door de West-Romeinse regering een nieuwe woonplaats toegewezen in het Rhônegebied.
Een tijdlang hield de vrijbuiter-generaal Aëtius de schijn van Romeins gezag op in het midden en noordwesten van Gallië, maar het was niet meer dan een intermezzo. Niettemin was hij sterk genoeg om in 451 de Hunnen te verslaan. Hun aanvoerder Attila week weer uit naar het westen en zakte volgend jaar naar Italië af. De Visigoten kregen asiel binnen de grenzen van het Romeinse Rijk en werden Romeinse bondgenoten. In Zuid-Gallië en Noord-Spanje stichtten zij een eigen koninkrijk met Toulouse als hoofdstad.
Na de plundering van Rome door de Vandalen (455) viel het Italiaanse schiereiland in handen van Saksische huurlingen. Zij installeren en handhaafden een reeks van nieuwe Romeinse keizers, die niets te betekenen hadden. Intussen dirigeerde Gaiseric zijn legers naar Griekenland en Dalmatië en bedreigde hij de stad Constantinopel.
De Romeinse legerbevelhebber Julius Majorianus versloeg in 457 de Alamannen. In 460 probeerde hij ook de Vandalen een nederlaag toe te brengen, maar zijn vloot werd door de Vandalen verslagen. De Vandalen waren nu oppermachtig en dwongen de Oost-Romeinse keizer Leo l een vredesverdrag af (476) en plunderen Rome opnieuw (477) Na de dood van Gaiseric nam de macht van de Vandalen af. In 533 (534) maakte Belisarius, de briljante generaal van keizer Justinianus van het Byzantijnse Rijk een eind aan het rijk van de Vandalen.
Van het westelijke rijk was maar weinig over, maar er werden nog wel steeds keizers benoemd. Toen echter in 476 Odoacer de laatste Romeinse keizer, Romulus Augustus, had afgezet, liet deze keizer Leo van Byzantium weten dat er geen enkele reden was om een opvolger te benoemen, aangezien hij zelf wel in staat was op de brokstukken van het rijk te passen. Iets meer dan 1200 jaar na haar traditionele stichtingsdatum had Rome de geest gegeven.
Gedurende de 5e eeuw bleven de Alamannen gevestigd in Zuid-Duitsland, Zwitserland en de Elzas. Na de grote invasie over de Rijn (406), waarbij de Alamannen een belangrijke rol hadden gespeeld, vestigden zij zich in de Elzas en de Palts, maar hun politieke rol was uitgespeeld. De Franken, installeerden zich onder hun koning Merovech (447-456) in het gebied dat nu België is.
In de jaren tachtig van de 5e eeuw bereikte het rijk van de Visigoten zijn grootste omvang. Het strekte zich door het zuidelijke Gallië uit tot de Rhône en noordelijk tot de Loire; bovendien behoorde het grootste stuk van Spanje er nog toe.
In 496 of 497 werden de noordelijke Alamannen door Chlodowech (Clovis) bij Tolbiacum/Zülpich bij Keulen, verslagen en moesten zij een groot gebied aan de Franken prijsgeven. In 506 werden de zuidelijke Alamannen door hem onderworpen.
Volksverhuizingen (500 - 785 n. Chr.)
laatst bijgewerkt: 31-08-02
colofon
|