6571 |
Holland - Zeeland - Henegouwen (1404 - 1417) |
![]() |
In de15e eeuw werd Holland opnieuw getroffen door overstromingsrampen. In 1421 veroorzaakte de St. Elizabethsvloed grote overstromingen, waarbij de Grote Waard bij Dordrecht geheel in de golven verdween met alle dorpen en gehuchten. Overstromingen in 1472 en 1509 droegen er toe bij dat drie meren die door ontvenen en bodemdaling tussen Leiden en Haarlem waren ontstaan, aaneengroeiden tot het Haarlemmermeer.
In de 15e eeuw verliep de afwatering van de veengebieden steeds moeizamer, ondanks het steeds verder uitdiepen van de sloten. Vooral in de zomermaanden kon via de sluizen geen water meer op het buitenwater worden gespuid, omdat dat hoger stond dan het water in de sloot. Dat betekende het begin van de windbemaling. De eerste poldermolen waarmee grondwater naar hoger gelegen boezemwater kon worden gepompt, ging in 1408 bij Alkmaar in bedrijf. |
![]() |
![]() |
Willem Vl van Oostervant (1404-1417) graaf van Holland en Zeeland, graaf van Henegouwen en hertog van Beieren-Straubing. In 1404 overleed graaf Albrecht van Beieren. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Willem Vl. Zijn moeder was Margaretha van Brieg. Over zijn jeugd is weinig bekend. Willem Vl was als ridder het evenbeeld van zijn oudoom (broer van zijn grootmoeder) Willem lV, een toernooiheld en vechtersbaas, tuk op dure reizen naar verre streken, vrijgevig en een geziene gast op feesten en banketten. Vanwege de grote staat en de pracht en praal die hij van jongst af aan voerde, raakte hij zwaar in de schulden en moest hij veel van zijn domeinen, landen en heerlijkheden aan verscheidene leden van het ridderschap verkopen of door leningen bezwaren en verpanden. Zijn in 1406 nieuw aangestelde thesaurier en hofmeester, de Amsterdamse koopman Willem Eggert van Gendt verloste hem echter in korte tijd verlost van zijn schulden en zorgde er voor dat de graaf alle verkochte en onderpande landen en goederen kon aflossen of weer terug kon kopen. Daarnaast bezorgde zijn hofmeester graaf Willem VI een winst, zodat de graaf na die tijd als een van de rijkste en machtigste vorsten van het Roomse rijk werd beschouwd. Willem speelde een rol in de Hoekse en Kabeljauwse twisten waarbij hij zich verzette tegen zijn vader. Waarschijnlijk was hij verantwoordelijk voor de moord op diens minnares Aleid van Poelgeest (1392). In 1394 verzoende hij zich met zijn vader en slaagde hij erin de partijstrijd enigszins tot bedaren te brengen. Dankzij hem keerden steeds meer Hoeken terug naar hun oude posten. |
![]() |
Willem Vl trouwde met Margaretha van Bourgondië, de dochter van Filips de Stoute en Margaretha van Male. Willem had maar één dochter: Jacoba van Beieren. Hij had haar graag als zijn opvolger gezien, maar keizer Op 6 januari 1424 stierf Jan van Beieren door gif, dat hem was toegediend door de hertog van Gloucester. Rechts: Jacoba van Beieren Het schilderij is een 16de-eeuwse kopie naar een verloren origineel van een Noordnederlandse schilder uit ca. 1435. Het schilderij bevindt zich in het Rijksmuseum in Amsterdam |
![]() |
![]() |
Op haar vijfde is Jacoba al de verloofde van de 8-jarige Franse kroonprins Jean van Touraine. Willem Vl hoopte daarmee dit plan nog te kunnen veranderen. Jean en Jacoba groeiden op in het kasteel Le Quesnoy (Noord-Frankrijk). In 1415 werd hij dauphin , nadat drie oudere broers overleden waren. Maar in 1417 stierf de 19-jarige Jean. Geruchten over zijn vergiftiging werden door Jan zonder Vrees verspreid. Andere bronnen spreken over middenoorontsteking en afgeknelde luchtwegen. Door zijn plotselinge dood zou Jacoba geen koningin van Frankrijk worden - het begin van een lange reeks gemiste kansen en teleurstellingen in Jacoba's leven. In hetzelfde jaar kwam Willem zelf ook te overlijden. Op zijn ziekbed uitte hij nog de wens dat Jacoba zou hertrouwen met haar twee jaar jongere neef Jan lV van Brabant, in de hoop dat hierdoor zijn erfenis voor Jacoba gered kon worden. Jacoba had er beter aan gedaan om haar vaders laatste wens niet te vervullen.
Links: Jan zonder Vrees |
laatst bijgewerkt: 28-10-10 |