6225 |
Duitsland (1400-1438) |
![]() |
Ruprecht lll von der Pflaz, de zoon van keurvorst Ruprecht ll von der Pfalz en Beatrix von Aragon-Sizilien, stond met de aartsbisschop van Mainz aan het hoofd van de vorsten die op 20 augustus 1400 koning Wenzel in Oberlahnstein afzetten. De volgende dag werd hij met stemmen van de drie aartsbisschoppelijke keurvorsten (Mainz, Trier, Köln) en dankzij zijn eigen stem op de koningszetel van Rhens tot koning gekozen. De aartsbisschop van keulen Friedrich lll kroonde Ruprecht in januari 1401 tot koning. In het Duitse rijk werd Ruprecht snel erkend, ook omdat Wenzel niets verder ondernam. Toch was Ruprechts machtsgebed beperkt, want met namen het machtige Luxemburgse huis erkende zijn verkiezing niet. De rijksgoederen waren in de afgelopen decennia geslonken en Ruprecht beschikte over onvoldoende financiële middelen om alle kosten te dekken. In 1374 trouwde Ruprecht lll met Elisabeth von Hohenzollern-Nürnberg. |
![]() |
In 1403 werd Ruprecht lll door paus
Enkele dagen later wordt Jobst (Josse of Jodocus) von Mahren gekroond tot Rooms koning. Hij was de zoon van Jan Hendrik van Luxemburg en Margaretha van Karinthië en was vanaf 1375 markgraaf van Moravië. Op 26 februari 1388 verpandde keizer Wenceslaus II hem het hertogdom Luxemburg. Jobst werd regent over dit hertogdom voor de erfelijke hertog Wenceslaus, maar ging zich gewoon hertog noemen. Jobst was gehuwd met Elisabeth van Opole (1360-1374), maar zij kregen geen kinderen. Ook het latere huwelijk met de tante van zijn eerste vrouw, Agnes (-1411), bleef kinderloos. Na zijn dood werd Jobst opgevolgd door opnieuw Wenceslaus II, die probeerde zijn functie van regerend hertog terug te krijgen. Jobst was samen met Sigismund van Luxemburg genomineerd voor de Duitse keizerskroon. Hij overleed echter al in 1411, waardoor Sigismund keizer van het Heilige Roomse Rijk werd. |
Sigismund von Luxemburg, de zoon van Sigismund streed mee in de verloren kruistocht van Nicopolis (1396) tegen de Turken. Hij riep het concilie van Konstanz (1414-1418) bijeen, dat het westers schisma beëindigde. In 1419 volgde Sigismund zijn oudere halfbroer Wenceslaus IV op als koning van Bohemen. Dit werd de zwaarste periode in zijn leven. Hij had de Tsjechische godsdiensthervormer Jan Hus een vrijgeleide gegeven toen deze uitgenodigd werd op het concilie van Konstanz zijn leerstellingen te komen verdedigen. Hus werd echter gevangengenomen en als ketter tot de brandstapel veroordeeld. De Hussitische Bohemers weigerden Sigismund hierom als koning te erkennen en hij riep een kruistocht tegen hen uit. Deze werd echter al gauw tot een guerrillaoorlog die tot 1436 zou duren. Pas in 1437, een jaar voor zijn dood, werd hij door de belangrijkste Bohemers als koning erkend. Rechts: Sigismund door Pisanello. |
![]() |
In 1433 ondernam Sigismund ook een veldtocht tegen de Milanese familie Visconti en dwong hij tevens de paus het concilie van Basel te erkennen. Op 31 mei van dat jaar werd Sigismund door paus Eugen IV tot keizer gekroond. Daarna veroverde hij Holland, Zeeland en Henegouwen op de Bourgondiërs. Op 9 december 1437 kwam Sigismund als laatste Luxemburgse keizer te overlijden. Met de dood van Sigismund kwam er een eind aan het Luxemburgse Huis. Zijn erfenis (Bohemen en Hongarije) ging naar de Habsburgse hertog Albrecht V van Oostenrijk, een verre nazaat van Rudolf I van Habsburg (1273-1291). De Duitse keurvorsten kozen hem als keizer, waarmee Albrecht V keizer Albrecht II werd. |
![]() laatst bijgewerkt: 04-01-10 |