5768 Hongarije (1301 - 1387)
Hongarije (1196 - 1301)
Wenceslaus (Wenzel) Koning van Hongarije (1302 - 1305), Koning van Bohemen (1305 - 1306), Koning van Polen (1305 - 1306), Markgraaf van Moravië (1305 - 1306), de laatste telg van het Huis Premysliden (dynastie van hertogen en koningen van Bohemen van de 9e eeuw tot 1306, genoemd naar de (mogelijk mythische) stichter Přemysl de Ploeger)

Na het uitsterven van de dynastie der Arpaden in Hongarije werd Wenceslaus, een zoon van koning Wenceslaus ll van Bohemen en Judith von Habsburg te Székesfehérvár in 1302 tot koning van Hongarije gekroond. Hierdoor kwamen de kronen van Bohemen, Polen en Hongarije in één hand, maar paus Bonifatius VIII verklaarde de opvolging in Polen en Hongarije ongeldig. In 1306 werd Wenceslaus bij de voorbereiding van een veldtocht in Polen vermoord in Olmütz. Wenceslaus was gehuwd met Viola Elisabeth van Teschen (1290-1317), dochter van Mieszko van Teschen, maar stierf kinderloos.

Béla V (1305 - 1308) Huis Wittelsbach

Wenceslaus werd opgevolgd door Otto III van Neder-Beieren, de oudste zoon van hertog Hendrik XIII van Beieren en Elisabeth van Hongarije. In 1290 was hij zijn vader opgevolgd als hertog van Neder-Beieren in 1290. In 1305 werd hem de Hongaarse kroon aangeboden, waarop hij inging en koning Béla V werd, maar in 1308 moest hij al weer aftreden.

Koningen van Hongarije
Wenceslaus 1301 - 1305
Béla V 1305 - 1308
Karel l 1308 - 1342
Lodewijk l 1342 - 1382
Maria 1382 - 1385
Karel ll 1385 - 1386

Karel l (1308 - 1342) Huis van Anjou-Sicilië

Karel l was een zoon van Karel Martel van Anjou en Clemence van Habsburg. In 1295 was hij zijn vader al opgevolgd als titulair koning van Hongarije en In 1299 had paus Bonifatius VIII de jonge Karel Robert uitgeroepen tot koning van Hongarije, maar bij het overlijden van Andreas III (1290 - 1301) had de Hongaarse adel gekozen voor Wenceslaus III van Bohemen als koning, die zich bovendien verloofd had met de dochter van de laatste koning uit het geslacht der Arpaden. In 1308 kon Karel dan toch bezit nemen van de Hongaarse troon. Ook bestuurde hij de Italiaanse bezittingen van zijn vader. In Hongarije hervormde hij gerecht en justitie naar Napolitaans model, en maakte van de Hongaarse gouden gulden de meest stabiele munt van middeleeuws Europa. Toch was Karel niet geliefd. Toen hij in 1330 zijn ontrouwe Walaachse vazal Basarab I ten val wilde brengen, werd zijn leger door deze laatste in een hinderlaag gelokt en in de slag bij Posada verslagen. De koning kon zich ternauwernood redden door te vluchten. Hiermee kwam er een einde aan de Hongaarse opperheerschappij over Walachije (nu in Zuid-Roemenië). Karel I trouwde in 1306 met Maria van Silezië, in 1318 met Beatrix van Luxemburg, dochter van koning Hendrik VII en in 1320 met Elisabeth van Polen (1300-1380), dochter van koning Władysław IV van Polen.

Lodewijk l Koning van Hongarije (1342 - 1382); Koning van Polen (1370 - 1382)

Lodewijk I was de oudste overlevende zoon van koning Karel I Robert van Hongarije en zijn derde echtgenote Elisabeth van Polen (de dochter van koning Władysław IV van Polen). Hij volgde zijn vader op als koning van Hongarije in 1342 en onderwierp Walachije en Moldavië, maar beide gebieden werden later weer autonoom. Hij bezette Napels een tijdje. Lodewijk veroverde Dalmatië op Venetië, maar Kroatië verloor hij in 1376 aan Bosnië. In 1350 werd Boeda de koninklijke residentie; tot 1322 was dat Temesvar geweest en tot 1350 Visegrád. In 1367 stichtte hij de universiteit van Pécs en verder bevorderde hij de steden en de burgerij. In 1357 sloot hij een erfverdrag met zijn oom Casimir III van Polen. In 1370 werd hij ook koning van Polen, maar zijn moeder trad op als regentes. In Polen verloor hij delen van Wolynië aan Litouwen, zoals de steden Belz en Lutz, en moest hij toestaan dat Mazovië een afzonderlijk statuut behield.

Lodewijk trouwde in 1345 met:Margaretha van Luxemburg, dochter van Karel IV van Luxemburg. Dit huwelijk bleef kinderloos. In 1353 hertrouwde hij met Elisabeth, dochter van Stefanus II Kotromanić van Bosnië.

Maria (1382 - 1385) 

Maria was de dochter van koning Lodewijk I van Hongarije en Elisabeth van Bosnië. Zij volgde haar vader op als koningin van Hongarije in 1382 en werd gekroond in Stuhlweißenburg (Székesfehérvár), een van de oudste steden van Hongarije, de stad waar in de Middeleeuwen Hongaarse koningen werden gedoopt, getrouwd, gekroond en begraven. De personele unie tussen Polen en Hongarije, die bestond tijdens de regering van haar vader, werd beëindigd. Tot haar huwelijk met Sigismund, de zoon van Karl IV van Luxemburg (1346-1378 ), deelde zij het bestuur met haar moeder. Door een groep edelen werd Maria in 1385 verplicht om af te treden, ten voordele van Karel III van Anjou-Durazzo. Maria en haar moeder vielen in handen van Karels aanhangers, waarbij de moeder vermoord werd en Maria door de bemoeiingen van haar echtgenote werd bevrijd. Kort daarop liet Maria het bestuur over aan haar echtgenoot. Maria stierf kinderloos.

Karel ll koning van Hongarije (1385 - 1386)

Karel van Durazzo, bijgenaamd de Kleine, was als Karel III koning van Napels en als Karel II koning van Hongarije.

Karel van Durazzo was een zoon van graaf Lodewijk van Durazzo. Hij was grootgebracht aan het hof van zijn neef, koning Lodewijk I van Hongarije en werd geadopteerd door zijn nicht, koningin Johanna I van Napels, wier kinderen allemaal jong gestorven waren, om haar later op te volgen.  Met de hulp van opstandige Hongaarse edellieden werd Karel in 1385 ook koning van Hongarije. Kort nadien werd hij vermoord.

Hongarije (1387 - 1490)

Gemaakt: 28-10-09

colofon