3577 | Paus Leo l de Grote (440-461) |
![]() |
![]() Onder het pontificaat van Leo I speelde nog steeds het vraagstuk van het pelagianisme. Leo reageerde hierop dit vanuit een conservatief, streng theologisch standpunt. Hij pakte de pelagianisten in het bisdom Aquileia, die samen met de katholieke hoofdstroom naar de kerk gingen zonder hun geloof af te zweren, hard aan. Ook kreeg de paus te maken met een nieuwe ketterij: het priscillianisme. Deze beweging dankte haar naam aan Priscillianus van Avila (? - 385), een hooggeplaatste Spaanse geestelijke, die een voortreffelijke opleiding genoten had en daarna koos voor een kluizenaarsleven; maar volgens zijn tegenstanders was hij te ver doorgeschoten in zijn ascetische idealen en ontwikkelde hij wel een heel eigen visie op het Christendom. Zo schijnt hij beweerd te hebben dat de menselijke ziel een schepping was van God en het stoffelijke lichaam het werk was van satan. Daarmee kreeg satan een quasi-goddelijke status. Verder schijnt Priscillianus beweerd te hebben dat de huwelijkse staat een ware christen onwaardig was en dat een goed christen een celibatair bestaan moest leiden. Zelfs een zachtmoedig, maar rechtlijnig man als bisschop Rechts: Paus Leo l |
![]() |
Zijn eigen visie op het christendom werd hem door de bestaande hiërarchie van geestelijken niet in dank afgenomen. In 380 werden Priscillianus en zijn aanhangers op een synode in Zaragoza gekenmerkt als afvalligen en geëxcommuniceerd. Priscillianus, door zijn volgelingen inmiddels aangesteld tot bisschop van Avila, werd op last keizer ![]() Tijdens zijn pontificaat werden de Manicheïsten, de aanhangers van een oude religie, gesticht door Mani (216-276) in het oude Perzië.door de Vandalen naar Rome gedreven. Aanvankelijk kende deze gemeenschap een grote bloei, tot ver buiten de grenzen van het Perzische rijk, mede door de inzet van de Sassanidische heerser |
De manicheïsten weken uit naar andere streken en kwamen in de 3e en 4e eeuw terecht in Egypte, Syrië, Noord-Afrika en Spanje en tenslotte ook in Rome.In het geheim hielden deze bijeenkomsten, waarop zij hun geloof beleden. Toen Leo hier achter kwam, liet hij de manicheïstische boeken in het openbaar verbranden. Na een publiekelijk debat over deze leer, besloot keizer |
Doordat de Kerk pas ruim honderd jaar niet meer vervolgd werd, waren er veel ruzies over territoria. Dit werd gecombineerd met een voortdurende rivaliteit tussen de Kerk in het Oost-Romeinse Rijk en het West-Romeinse Rijk. Zodoende waren er spanningen tussen bisschoppen onderling, maar ook tussen bisschoppen en de paus. Leo I mengde zich hier actief in, enerzijds om de problemen op te lossen, anderzijds om zijn machtsbasis te vergroten.
De provincie Maurettania Caesariensis, die sinds de invasie van de Vandalen geïsoleerd was komen te liggen, werd door Leo ook onder zijn macht gebracht. De paus had zijn zinnen gezet op de provincie Illyricum. |
In de provincie Gallië speelde een langslepende kwestie over wie er de baas moest zijn, die al duurde sinds de tijd van paus Zosimus (417-428). Deze had door de aanstelling van Patroclus tot "vicaris van Gallië" de macht over de hele provincie gegeven, een dominante positie die zijn opvolger ![]() ![]() |
Op het eerste concilie van Efese in 431 georganiseerd door Celestinus, was de in zijn ogen dwaalleer van Nestorius, patriarch van Constantinopel (428-431), verworpen en verklaarde het concilie dat Christus zowel een menselijke als goddelijke natuur bezit en werd Maria gedefinieerd als de moeder Gods. Ondanks deze duidelijke uitspraak was de kou nog niet uit de lucht. De patriarchen De opvolging van Eutyches, het hoofd van de kloosters in het oosten, liet allerlei ruimte voor dubbelzinnige interpretaties omtrent de goddelijkheid van Jezus. In 448 werd een regionale bisschoppensynode bijeengeroepen onder leiding van patriarch Rechts: |
![]() |
Toen dat niet lukte, besloot de keizer op 30 maart 449 in Efeze een synode bijeen te roepen. Deze werd zeer waarschijnlijk gehouden in de Mariakerk. Daar eisten de bisschoppen dat het ontslag van kloosteroverste Eutyches door bisschop In Rome riep Eusebius de hulp in van Leo I. Deze riep een Romeinse synode bijeen om de besluiten van Efeze te verwerpen en riep keizer Theodosius II op een nieuw concilie te organiseren. De keizer liet echter blijken niet te zullen wijken. Dit alles veranderde echter dramatisch met zijn plotselinge overlijden van in 450. Hij werd opgevolgd door zijn orthodoxe zuster Pulcheria, die was getrouwd met Marcianus stemde in met een nieuw concilie, echter niet in Italië zoals de paus had gevraagd, maar in het oosten, maar hij vroeg Leo l de vergadering persoonlijk voor te zitten en de bisschoppen beloofden Leo te erkennen als de hoogste man in de Kerk. De keizer zou ervoor zorgen dat de afgezette bisschoppen naar hun diocesen konden terugkeren en liet het lichaam van Flavianus naar Rome brengen om daar met groot eerbetoon te worden begraven. |
Het concilie zou bijeenkomen in Nicaea, maar werd op het laatste moment verplaatst naar Chalcedon, een oude Byzantijnse havenstad aan de Bosporus (tegenover Byzantium) in de provincie Pontus et Bithynia in Klein-Azië, waar het op 8 oktober 451 werd geopend. Leo weigerde echter naar het concilie te komen omdat Chalcedon buiten zijn grondgebied lag en stuurde zijn afgezant Paschanius om voor te zitten. Er waren maar liefst 600 bisschoppen aanwezig. Het concilie begon met een rechtszaak tegen Dioscorus, maar hij weigerde om voor de bijeengekomen te verschijnen, waarop hij unaniem veroordeeld werd. De keizer liet hem verbannen. Op het concilie werden zowel het nestorianisme (Christus heeft zowel een menselijke als een goddelijke natuur die zich elk gescheiden uiten) als het monofysitisme (Christus heeft één ongescheiden godmenselijke natuur) door de meerderheid der aanwezigen verworpen. Door de naderende val van het West-Romeinse Rijk kon Leo I veel wereldlijke macht naar zich toe halen en zich profileren als gelijkwaardig aan de keizer. Met de invasie van |
![]() |
![]() |
Dit keer had Leo succes, maar drie jaar later kon hij niet voorkomen dat de Vandalen onder Gaiseric de stad in 455 opnieuw plunderden. (z. Rome) Deze plundering zou die van de Visigoten, 45 jaar daarvoor (410), verre overtreffen. Twee weken lang hielden de roofzuchtige horden in de wereldstad huis en roofden alles van waarde wat zij maar vonden. |
![]() |
![]() De grote marmeren sculptuur is van van Alessandro Algardi en werd gemaakt tussen 1646-1650. Hier wordt de episode uitgebeeld waarin de paus Attila het idee uit het hoofd praatte om Rome te onderwerpen. Het altaar staat links van het priesterkoor achter de tweede steunpijler. Attila kijkt verschrikt naar op naar de apostelen Petrus en Paulus. Hij staat als het ware klaar om het kunstwerk te verlaten en in onze ruimte te stappen. Een mooi voorbeeld van het illusionisme van de barok. Leo kreeg als eerste paus de titel Pontfex Maximus (Lat. Grootste Bruggenbouwer), een titel die voorheen uitsluiten voor de Romeinse keizers (vanaf |
![]() Laatst bijgewerkt: 08-10-10 |