2291

Assyrische Oude Rijk (2400 - 2000 v. Chr.)

Noord-Mesopotamië (4000 - 2000 v. Chr.) 

Tussen ± 2550 - ± 2400 v. Chr. drongen vanuit de woestijngebieden in het westen en zuiden steeds meer vreemde Semitische stammen het land van de twee rivieren binnen. Door vermenging met de oorspronkelijke bevolking ontstond aan de bovenloop van de Tigris het volk dat wij nu kennen als de Assyriërs. Zij namen de gewoonten en godsdienst over van de Soemeriërs, maar spraken hun eigen taal. Ook het spijkerschrift namen ze over. Hun belangrijkste steden waren Assoer (Ashur), Kalchoe (Kalhu, Kalah, Kalach, Nimroed), de oude stad Ninive (Nineve) en Doer-Sjarroekin (Chorsabad. Khorsabad)  

De stad Ninive of Nineve lag aan de Tigris. De naam wordt in de Bijbel genoemd in de boeken Genesis, Jona, Nahum, Zefanja en Mattheüs. Volgens het Genesisverslag was deze stad gesticht door Etana (2844 - 2816) die genoemd wordt als de eerste grote heerser van de Kish-dynastie. Etana was mogelijk dezelfde heerser die in de Bijbel "Nimrod" wordt genoemd (z. Soemerië (3500- 2900 v. Chr.). Nin-neveh betekent "de woonplaats van Ninus" = Nimrod). Mogelijk was Etana dezelfde heerser die in de Bijbel "Nimrod" wordt genoemd (z. Soemerië (3500- 2900 v. Chr.). In opdracht van Etana werd begonnen aan de bouw van een aantal grote bouwweren, waaronder de Toren van Babel. 
De stad Ashur (Assur) lag aan de westoever van de Tigris in Noord-Mesopotamië, ongeveer 100 km. ten noorden van Ninivé. Vandaag de dag ligt hier de stad Sharkat/Sherkat. De stad lag in een bijzondere ecologische zone, op de grens van droge en natte landbouw (irrigatie of voldoende regenval). Ashur beheerste een stuk land waarmee het een belangrijke oversteekplaats over de Tigris domineerde en had daarmee eveneens belangrijke karavaanroutes onder haar hoede. Ashur was ook de religieuze hoofdstad van de Assyriërs, het centrum voor aanbidding van de god Ashur en de godin Ishtar/Inanna. 
In Ashur werden de Assyrische koningen gekroond en begraven. De stad werd gebouwd rond 2500 v.Chr., alhoewel het strategisch zwakker was dan Nimrud (Kala(k)h) en Ninivé, werd Ashur gehandhaafd vanwege haar religieuze betekenis. Uit de beginperiode kennen we o.a. de tempel van Ishtar (gebouwd ca. 2300 v.C.). 

De stad Kalhu of Nimrud  (genoemd in Genesis 10:11-12) als Calah) lag bij het huidige Nimrud, zo'n 40 km van Mosul in Irak. In de jaren 1845-51 deed de Britse archeoloog Austen Henry Layard er opgravingen in de overtuiging dat hij de stad Ninive gevonden zou hebben. Ninive ligt echter wat verder noordelijk onder de heuvel van Kuyunjik. Kalhu was strategisch gelegen waar de Zab in de Tigris uitmondt. 

Rechts: Zigurrat van Nimrud

Van de oudste periode, tot ca. 2000 v.C., is weinig bekend; wel is duidelijk dat de invloed vanuit het zuiden waar de koningen van Akkad heersten ( Sargon l (2334-2279) en Naram-Sin  (2254 - 2218 v. Chr.) en later de koningen van de derde dynastie van Ur (2110 - 2006) in dit voor de handel strategisch gelegen gebied groot was.

Eerste dynastie

 Tudya (Tudiya) (2376-2342) was de oudst bekende priester-koning van Assyrië. Een tent was voor hem ingericht als paleis. 

 

Adamu (2341-2306) noemde zich koning van Assyrië en was een bondgenoot van koning Sargon l (2334 - 2279 v. Chr.) Yangi (2305-2288); Kitlamu (Suhlâmu) (2287-2262); Harkharu (Harharu) (2261-2252); Mandaru (2251-2237); Imsu Imtsu) (2236-2230), Didânu (Didanu) (2229-2218); Hanu (Hanû) (2217-2200); Zuabu (2199-2184); Nuabi (Nuabu) (2183-2167); Abazu (2166-2141); Beluz (Belû) (2140-2125); Asarah (Azarah) (2124-2113); Zariqum (2112-2093)

Puzur Ashur l (2092-2061) bouwde een paleis in de stad Ashur. Hij stond op goede voet met koning Shulgi van de derde dynastie van Ur (2104-2047).

Shalimahu (2060-2045)

Ilushumma (2044-2023) onderhield nauwe banden met de Soemeriërs en de Amorieten,

Erishum l (2022-2004)
Oud-Assyrische rijk (2000 - 1380 v. Chr.)

Gemaakt: 05-01-05; laatst bijgewerkt: 05-08-08

colofon