7157 |
Portugezen in Afrika |
In het Afrikaanse binnenland waren nooit Europese handelaars of reizigers toegelaten. Afrika was nog meer door geheimzinnigheid omhuld dan Azië, want nog nooit waren Europese reizigers in het binnenland toegelaten. In Afrika moest een rivier van goud zijn, die uitmondde in een kolkende binnen zee, die niemand levend kon bereiken. In Afrika of Azië moest een land zijn vol met schatten, die werden bewaakt door draken. Daarboven zweefden pootloze vogels, die hun hele leen in de lucht doorbrachten. Ergens zouden reuzen wonen, die waadden in de Oceaan en die een schip met één hand konden vastgrijpen en vrouwen met ogen van diamanten die een indringer met één blik konden doden. Er waren mensen met voeten, zo groot dat zij ze, omhoog gehouden, als parasols dienst konden laten doen. Mensen met het hoofd op de borst, met één oog. In de buurt van de Evenaar zou iedere zeeman door de loodrecht staande zonnestralen zwartgeblakerd worden en door een kolkende zee verzwolgen worden. Voorbij de Evenaar woonden volgens de geestelijken alleen maar monsters. Over het Afrikaanse continent gingen de wildste verhalen. Diep in het binnenland zouden goud en zilver zomaar voor het oprapen liggen. | ||
Verovering van Ceuta (1415) | ||
Portugezen in Marokko | 1458 - 1500 | |
Portugezen in Marokko | 1500 - | |
Madeira | 1419 | |
Azoren | 1427 - 1431 | |
Senegal | ||
Gambia | ||
Portugezen in Kongo - Angola | 1482 | |
Kaapverdië | ||
Fernando Pó, Sao Tomé, Principe, Annobon | ||
Portugezen in Mozambique | 1498 | |
![]() |
Er zou een christen koning, Priester Johannes of Pape Jan geheten, heersen over een machtig rijk. Hendrik wilde niets liever dan samen met hem tegen de Turken te strijden. De Europeanen vanuit het noorden, Pape Jan met zijn leger van naar schatting honderdduizend, of volgens anderen één miljoen, naakte en in krokodillenhuid gehulde soldaten, vanuit het zuiden. Het was geen gekke gedachte, maar eerst moest dit machtige rijk met zijn Christenkoning nog gevonden worden. Er werd intensief gezocht naar de grote baai, de Sinus Aethiopicus, die ergens halverwege Afrika, die diep in het continent zou insnijden en waaraan het rijk van Pape Jan zou grenzen. De zoektocht naar dit christenrijk, werd één van de drijfveren voor de Portugezen om de westkust van Afrika te verkennen. Hendrik hoopte niet alleen in Afrika het rijk van Pape Jan te vinden, maar ook in het westen ook het volgens oude verhalen en legenden legendarische eiland Atlantis, het eiland van St. Brandaan, het land van de eeuwige jeugd, het land van de schone vrouwen, het eiland der tranen of het eiland van de hel. Hendrik speelde in deze expansie een leidende rol. Hij had daartoe een soort werenschappelijk centrum opgericht te Sagres in Zuid Portugal, waar alle informatie van terugkerende zeelieden op kaarten werd verwerkt. Ook inwoners van Afrikaanse landen werden hier naartoe gevoerd en voorzover men met hen communiceren ondergingen ze uitvoerige ondervragingen over hun land. |
In 1418 werden twee kapiteins van Hendrik de Zeevaarder door een storm op een eiland geslagen, dat ze Porto Santo ("Heilige Haven") noemden uit dankbaarheid voor hun redding. In 1419 zette João Gonçalves Zarco voet op Madeira. Tussen 1427 en 1431 werden de meeste eilanden van de Azoren ontdekt. In 1434 rondde Gil Eanes Kaap Bojador, ten zuiden van Marokko. Deze reis was het begin van de Portugese ontdekkingen in Afrika.
Lange tijd werd Kaap (Cabo) Bojador, op 26 graden NB, beleefd als een psychologische barrière Zuidelijk hiervan begon een woeste wereld vol monsters een een extreem gevaarlijke oceaan. Volgens oude verhalen kon deze landtong niet worden gepasseerd: wie daar voorbij ging zou door de zon worden zwartgeblakerd en het schepen zouden er door de zee worden verzwolgen. Met het passeren van deze kaap in 1434 werd bewezen dat al deze verhalen maar bijgeloof waren. Aan land probeerden de Portugezen handel te drijven met de "inboorlingen", maar veel leverde dat niet op. |
![]() |
![]() |
De schepen zakten nu verder af langs de Afrikaanse kust. Eerst tot voorbij Rio de Oro, later tot aan Kaap Blanco - zo genoemd naar zijn spierwitte stranden. De reisverslagen van de zeevaarders werden steeds uitbundiger en geestdriftiger.
In 1444 voer het eerste Portugese schip, overbelast met 200 slaven van Guinee naar Lissabon. Daar vond de eerste Europese slavenverkoop plaats. Er is daar een smartelijk verslag van bewaard gebleven, waarin een ooggetuige beschrijft hoe vrienden, familieleden, mannen, vrouwen en kinderen uit elkaar werden getrokken. Hendrik keek toe vanaf zijn paard en kreeg een vijfde deel van deze schrijnende lading. Al snel kwam er een levendige slavenhandel op gang, die bijzonder winstgevend was. |
In 1445 werd Kaap Verde gepasseerd, genoemd naar de dichte begroeiing. "Het groene voorgebergte" en de eilanden voor de kust met dezelfde naam, werden onder Portugese heerschappij gebracht. In datzelfde jaar ontdekte een Portugese expeditie dat de kust vanaf dat punt naar het oosten begon af te buigen. Zou het lukken hier om Afrika heen te zeilen ? Dat was niet het geval, maar vol goede moed en aangespoord door de steeds profijtelijker wordende slavenhandel, trokken de Portugese schepen verder naar het zuiden. De zeevaarders waren blij, dat ze de trieste en onvruchtbare woestijnvlakten waren gepasseerd en streken hadden bereikt, met palmen en andere groene bomen. Casamance-rivier (Zuid-Senegal) (bron: iTravel Single)
|
![]() |
Van al deze reizen weten we maar weinig, omdat de Portugezen er nogal geheimzinnig over deden. Bij volgende expedities werden de rivierlopen van de Senegal en de Gambia verkend. In 1444 kwamen de Portugezen aan op het schiereiland Cap Vert, waar nu Dakar is gelegen. Een eilandje in de baai werd bezet en "Ilha de Palma" genoemd. Begin 17e eeuw (1617) kochten de Hollanders het eilandje van een lokaal stamhoofd. De Portugezen hadden het toen al lang weer verlaten.
De jacht op het Afrikaanse goud liep uit op een grote teleurstelling. Om dit geringe succes goed te maken, namen de Portugezen enkele "inboorlingen" gevangen om ze in Lissabon als slaven te kunnen verkopen en bij de koning aan te tonen dat hun reis wel degelijk succesvol en winstgevend was geweest. |
In 1448 werd er op een klein eiland Arguin (Port. Arguim) bij Mauritanië een belangrijk kasteel gebouwd als handelspost voor handel met het binnenland van Afrika, waar later het eerste goud uit Afrika vandaan kwam, zonder de Arabische karavanen die door de Sahara trokken, nog nodig te hebben. Later werden in de Golf van Guinee onbewoonde eilanden ontdekt: Kaapverdië, Fernando Pó, Sao Tomé, Principe en Annobon. De Canarische eilanden konden niet aan de Portugese kroon worden toegevoegd, maar werden Spaans. Maar Madeira, de Azoren en ook de Kaap Verdische eilanden wel. Het zuidelijkste punt dat werd bereikt lag op 12 graden Noorderbreedte. |
![]() |
Ghana
In 1471 verschenen de eerste Europese handelaren, op zoek naar het goud uit West-Afrika, aan de kust van Ghana dat toen bestond uit de de Ashanti-confederatie. De Portugezen bouwden handelsforten langs de kust om van daaruit te handelen in goud, ivoor en, later, slaven, in ruil voor onder andere wapens, buskruit, stoffen en Europese luxe producten. De aan de kust wonende Fanti traden op als tussenhandelaren tussen de blanke handelaren en de Afrikaanse handelaren uit het binnenland, waaronder de Ashanti. |
Het Afrikaanse goud bleek niet voor het oprapen te liggen. De realiteit was lichtjes verschillend. Zowel in West- als in Oost-Afrika hadden reeds eeuwen vóór de komst van de Europeanen machtige en welvarende rijken bestaan. In beide gevallen waren die macht en welvaart economisch gebouwd op een uitgebreide interlokale en zelfs intercontinentale handel: in West-Afrika op karavaanhandel voornamelijk met het Noorden via ezel- of kameelkaravanen; in Oost-Afrika op zeehandel met de Arabische wereld. Zo belandde goud uit West-Afrika na vele dagreizen via de havens van het Noorden in Italië, Spanje en Portugal. Na de verkenning van de Afrikaanse kust schakelden de Portugezen de Moorse tussenhandel uit en voeren rechtstreeks naar de Goudkust, waar ze spoedig concurrentie kregen van ... Vlaamse zeelui. Bekeken door onze 20ste eeuwse bril lagen heel wat van deze Afrikaanse staten qua rechtspraak en sociaal-economische organisatie beslist voor op Europa. Het beroemdst was wel het rijk Mali in de Westelijke Soedan, aan de Atlantische kust. Deze staat bereikte zijn grootste bloei onder keizer Kankan Moesa (1307 - 1332). Hij heeft met de verovering van Timboektoe en Gao Mali uitgebouwd tot een ontzagwekkende omvang. Internationale faam verwierf hij door zijn pelgrimstocht naar Mekka in 1326, die zelfs onze geschiedenisboeken haalde. Kankan Moesa reisde in een karavaan die bestond uit duizenden mensen. Zijn reisroute liep over Cairo. Hier veroorzaakte de gigantische hoeveelheid geschenken en goud, die hij uitdeelde, een complete ineenstorting van de goudprijs,waarvan Egypte zich twaalf jaar later nog niet volledig hersteld had. Geen wonder dat hij op een Catalaanse kaart uit 1375 afgebeeld wordt,zittend op zijn troon, terwijl hij een enorme klomp goud omhoog houdt. |
laatst bijgewerkt: 15-06-10 |