7508

Portugezen in Kongo en Angola

Diogo of Diego Cão maakte in de jaren 1480 in opdracht van koning Johan II van Portugal twee ontdekkingsreizen langs de westkust van Afrika. Op zijn eerste reis (1482-1483) ontdekte hij de rivier de Kongo en kwam hij in contact met het stroomopwaarts gelegen Bakongo koninkrijk. Volgens de mondelinge overlevering werd dit rijk gesticht rond 1400 na de verovering van het koninkrijk Kabunga door Lukena lua Nimi (ca. 1380 - 1420) , heerser van Mpemba Kasi en Mbata. Mbanza was de hoofdstad van dit rijk, waarover deze eerste Mwene Kongo of Manikongo (Heerser van Kongo) heerste. In de 15e en 16e eeuw had dit koninkrijk zich geleidelijk uitgebreid, zowel door vrijwillige annexatie als door verovering. 

Toen Diogo Cão het koninkrijk Bakongo bezocht heerste de zesde Mewene Kongo Nzinga Nkuwu (1482-1505) over het rijk. Hij liet zich in 1491 bekeren tot het christendom en nam de Portugese naam João I aan. De stad Mbanza werd omgedoopt tot São Salvador. Ook werden onder Portugese invloed Europese adellijke titels ingevoerd.

Links: Diogo of Diego Cão bereikt de Kongo (bron: Wikipedia) Rechts: João I 

Op zijn tweede reis (1485-1486) kwam Diogo Cão zelfs tot aan Kaap Kruis in Namibië. Het is niet zeker of hij van zijn laatste tocht is teruggekeerd. Sommigen nemen aan dat hij bij Kaap Kruis is overleden en begraven.

Op verschillende in het oog lopende plaatsen lieten de Portugezen stenen pilaren plaatsen, met een opschrift in het Latijn, het Portugees en het Arabisch. Langs de westkust van Afrika hadden de Portugezen nu versterkte handelsposten ingericht, de basis voor de handel in slaven, goud en ivoor. 

Een belangrijk wapenfeit was het ronden van Kaap de Goede Hoop door Bartolomeus Diaz in 1487; de rijkdommen van India lagen nu dichtbij. In 1488 mocht Bartholomeus Diaz met drie schepen uitvaren om een poging te doen om Afrika heen te zeilen en contact te zoeken met Priester Johannes. In 1497 mocht Vasco da Gama een nieuwe poging doen om via Kaap de Goede Hoop Indië te bereiken.

Rechts: Historische kaart van het koninkrijk Kongo (bron: Wikipedia)

Het koninkrijk Kongo werd in de zeventiende en achttiende eeuw sterk verzwakt door de slavenhandel. In de loop der eeuwen zijn er ca. 4 miljoen Angolezen als slaven verhandeld en naar met name Brazilië verscheept. In 1858 werd door de Portugese regering de slavenhandel afgeschaft, maar de Angolezen die nu als contractarbeider bij de Portugezen in dienst waren, leden een bestaan dat niet veel afweek van de slaven.

In de zeventiende eeuw namen de spanningen tussen Portugal en Angola toe, met name door de agressieve opstelling van de gouverneurs van de Portugese kolonie Angola. In 1622 werd een Portugese invasie afgeslagen. In 1623 ontving de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een brief van koning Pedro II waarin de Nederlanders een beloning in goud, zilver en ivoor in het vooruitzicht werd gesteld indien zij samen met de Kongolezen de Portugezen uit Angola zouden verdrijven . Een Nederlandse vloot onder commando van admiraal Piet Heyn viel in 1624 de hoofdstad Luanda aan. De nieuwe Kongolese koning Garcia I was, dankzij enkele toenaderingspogingen van Portugese zijde, echter tegen een oorlog met de Portugezen en weigerde om samen met de niet-katholieke Nederlanders zijn katholieke Portugese broeders aan te vallen. Toen in 1641 de Nederlanders Portugees Angola bezetten om in de behoefte aan slaven te kunnen voorzien in het eveneens bezette Brazilië sloot de Mwene Kongo wel een verbond met hen. In 1648 heroverden de Portugezen echter de Angolese kust en in 1665 vielen ze Kongo opnieuw binnen. Bij de slag bij Mbwila werd de Mwene Kongo gedood, waarna er een burgeroorlog uitbrak om de opvolging van de troon. Desondanks wisten de Kongolezen de Portugese aanval in 1670 af te slaan, waardoor annexatie door de Portugezen werd voorkomen. Het koninkrijk Kongo viel echter als gevolg van de onderlinge twisten uiteen en de hoofdstad São Salvador werd in deze burgeroorlog vernietigd.

Na 51 jaar chaos werd rond 1716 een akkoord gesloten door verschillende rivaliserende partijen, waardoor er weer een centraal gezag ontstond. In de loop van de achttiende en negentiende eeuw kende Kongo echter nog verschillende perioden van burgeroorlog. 

Rond 1855 werd een burgeroorlog met Portugese hulp beslist, waarna Pedro V ruim vijftig jaar met Portugese steun regeerde. Tijdens de Conferentie van Berlijn (1884-1885) werd Afrika verdeeld onder de Europese grootmachten, waarbij het grootste deel van het koninkrijk Kongo aan Portugal werd toegewezen. Koning Pedro mocht doorregeren, vanaf 1888 echter als vazal van de Portugezen, hetgeen het definitieve einde betekende van het onafhankelijke koninkrijk Kongo. Na een opstand tegen de Portugezen in 1914 werd ook de symbolisch geworden titel 'Koning van Kongo' afgeschaft.

Angola - Portugees West-Afrika

Na zijn verblijf in Kongo volgde Diogo Cão  de Afrikaanse kust tot aan Kaap St. Mary in Angola en kwam in 1483 aan in Angola. Vanaf dat moment dreven de Portugezen handel met de Angolese volkeren, maar spoedig werden er ook door de Portugezen buitenposten ingesteld die zich vooral bezighielden met de handel in slaven.

In 1575 stichtte de Portugese ontdekkingsreiziger Paulo Dias de Novais als São Paulo de Luanda. Van hieruit werd eerst met vreedzame middelen een kolonie gesticht, maar nog geen tien jaar na de stichting van Luanda werden de koninkrijken Kongo en Ndongo, gelegen in het directe achterland van Luanda, binnengevallen. Deze aanvallen werden echter afgeslagen en er werden vredesverdragen gesloten om de grens tussen de Portugese kolonie en de buurlanden vast te stellen. In 1618 werd de vesting Fortaleza Sao Pedro da Barra gebouwd. In 1634 werd de vesting Fortaleza de Sao Miguel voltooid. De stad was sinds 1627 het bestuurlijke centrum van Angola, met uitzondering van 1640 tot 1648. In 1640 werd Luanda veroverd door een vloot van de Nederlandse West-Indische Compagnie onder leiding van Cornelis Jol. Het heette toen Fort Aardenburg, dat deel uitmaakte deel uit van de Nederlandse Loango-Angola kust. In 1648 heroverden de Portugezen het gebied. Van ongeveer 1550 tot 1850 was Luanda een centrum van slavenhandel naar Brazilië.

In de 19e eeuw werd Angola formeel een Portugese kolonie onder de naam Portugees West-Afrika. Het gedeelte van Angola dat nog niet in handen van de Portugezen was, werd tussen 1885 en 1900 door de Portugezen onder hun gezag gebracht.

Hoewel het moederland, Portugal, in 1910 een liberale republiek werd, veranderde er niets aan de koloniale situatie in Angola. In 1928 kwam Antonio de Oliveira Salazar in Portugal aan de macht. Sindsdien was het officiële beleid van de Portugese regering een massale emigratie van Portugese boeren en ondernemers naar Angola om de blanke aanwezigheid aldaar te versterken.

In 1912 werd een nationale Angolese beweging, opgericht: de Lliga Nacional Africana.  De Lliga werd geleid door assimilados, Angolezen die tot een volwaardig Portugees staatsburger waren 'gepromoveerd'. De invloed van de Lliga bleek echter maar marginaal. Na de Tweede Wereldoorlog werd Angola een overzees gebiedsdeel. z. verder: Geschiedenis van Angola

Gemaakt: 15-06-10

colofon