7307 |
Maria van Hongarije (1505 - 1558) |
![]() Maria von Habsburg (later: van Hongarije) was een jongere zuster van ![]() Eind 15e en begin 16e eeuw poogden de Habsburgers hun rijk eerder via huwelijken te vergroten dan door het voeren van oorlogen. Kinderen en kleinkinderen werden opgevoed in het besef te behoren tot de uitverkoren Habsburgse dynastie. Dochters speelden daarin een belangrijke rol. Ook Maria moest zich van jongs af schikken naar de perspectiefrijke, dynastieke plannen van haar grootvader |
![]() |
Ze was nauwelijks een jaar oud toen de keizer een verdrag met de gezanten van de koning van Hongarije sloot, waarin een huwelijk werd geregeld tussen zijn kleindochter en Lodewijk, de zoon van koning Vladislav ll. Op deze manier hoopte Maximiliaan de Habsburgse invloed over Hongarije te kunnen uitbreiden.
In 1521 reisde de nauwelijks 16-jarige Maria, door geboorte aartshertogin van Oostenrijk, naar Hongarije om er haar leven met de 15-jarige Hongaarse koning Lodewijk ll te delen. De hofhouding van de Hongaarse koningen kampte voortdurend met geldproblemen. Uit noodzaak moesten ze het grootste deel van hun koninklijke bezittingen verpanden of verpachten. Gezanten beweerden zelfs dat de koning "met versleten laarzen waar zijn tenen uitstaken op de met goudbrokaat overtrokken troon zat." Dat belette de jonge vorsten niet hun tijd door te brengen met banketten, dansfeesten, toernooien en jachtpartijen. Het ene luisterrijke feestmaal volgde op het andere. Maar in 1526 kwam er op abrupte wijze een einde aan het luisterrijke leven in Boeda. De toen 20-jarige koning moest met zijn leger optrekken tegen de veel sterkere legermacht van de Turkse sultan Door haar broer Ferdinand, die Hongarije erfde, werd zij als regentes over het Habsburgse deel van Hongarije gehandhaafd totdat zij na de dood van haar tante, Margaretha van Savoye, in 1531 door In een Europa dat toen door oorlogen en godsdiensttwisten werd verscheurd, speelde ze een onopvallende, maar tegelijkertijd dubbelzinnige bemiddelingsrol. Volgens de een was ze tolerant, zelfs tegenover hervormers bijna meegaand; volgens anderen heeft ze uitsluitend de Habsburgse belangen gediend en nauwgezet uitgevoerd wat van haar "prins" keizer Karel V, werd verlangd, ook wat betreft de uitvoering van de strenge plakkaten. Het Brusselse hof van Maria van Hongarije heeft een grote invloed gehad op de kunsten. Niet alleen onderhield ze contacten met prominente denkers als Luther en Erasmus en stoffeerde zij haar librije met opvallend veel geschriften van hervormers, ze introduceerde ook de verfijnde hofcultuur van de Vroegrenaissance in de Nederlanden. Het Brusselse hof was ten tijde van Maria van Hongarije en van de belangrijkste centra voor wandtapijten. Deze tapijten vormden ook het leeuwendeel van wat van haar kunstbezit bewaard is gebleven. Toen ze weer naar Spanje vertrok, nam ze haar collectie van 254 wandtapijten mee, en de meeste daarvan bevinden zich nu in musea in Madrid, Wenen of München. Maar het grootste deel van haar kunstverzameling heft ze in de Nederlanden achtergelaten, waaronder niet minder dan 24 Titiaans. Maria van Hongarije heeft haar broer en keizer altijd gehoorzaamd. Ze had nochtans, toen ze weduwe was geworden, gezworen "geen andere heer te dienen dan God." Vele keren heeft ze hem te kennen gegeven om gezondheidsredenen te willen aftreden. Dat werd haar geweigerd. Pas toen Karel V afstand deed van de troon, kreeg zij toestemming terug te keren naar Spanje, ook al omdat zij met Karels zoon laatst bijgewerkt: 17-07-01 |