6526 Merv
Merv is een historische stad in een oase in Centraal-Azië, gelegen aan de rivier Murgab. De stad is gelegen nabij de moderne stad Mary in Turkmenistan. De stad was gelegen aan de zijderoute.

De stad Merv ligt in een grote oase van de Kara Kum woestijn, aan de rivier Murgab. 

In de Oudheid was het gebied rond Merv een van de vroegste centra van beschaving. Het oudste bouwwerk is Erk Kala, die nog dateert uit de tijd van de Achaemeniden (6e en 5e eeuw v. Chr.). In de vierde eeuw v. Chr. werd het gebied veroverd door Alexander de Grote en later door de Parthen (250 v. Chr. - 226 n. Chr.). 

Aan het eind van de 4e eeuw v. Chr. kwam het gebied in handen van de heersers van het rijk der Seleuciden en werd de stad Antiochia Margiana, ook bekend onder de naam Gyaur Kala, gesticht op de resten van een nog oudere nederzetting. De resten van de stadswallen van deze stad werden ontdekt, ca. 30 km ten noorden van de antieke stad Merv. Het fort had een rechthoekig grondplan en perfect opgestelde muren. Tussen het eind van de 4e en het begin van de 5e eeuw werd het zogenaamde "ovale huis" gebouwd in de noordoostelijke hoek van de stad. Het was een klooster van de plaatselijke Christelijke gemeenschap. In de tweede helft van de derde eeuw verrees in de zuidoosthoek van de stad Gyaur Kala een boeddhistisch heiligdom met een nagenoeg vierkante stupa.  

Na de Seleuciden kwam deze stad onder heerschappij van de Parthen en de Sassaniden. 

In 651 viel Merv in handen van de Arabieren en werd de stad de hoofdstad van Khurasan, de oostelijkste provincie van het Islamitische rijk. Het was de residentie van de Arabische heersers van Khorasan en Transoxania en een van de belangrijkste centra was van de Islamitische wereld.

Onder de laatste sultan van het Seldjoekenrijk, Sandzhar (Sanjar) (1097-1157), werd Merv de hoofdstad van het rijk Chorasan en was het de tweede Islamitische stad na Bagdad. De stad stond bekend als de "parel van het oosten". Kooplieden uit Merv reisden in de verre omtrek en vele geleerden vestigden zich in de stad, waaronder de de beroemde dichter en wiskundige Omar Khayyam en de beroemde geograaf Yaqut Al-Hamavi. 

In de omgeving van Merv lag Sultan Kala, waarvan nog resten van de stadsmuur overeind staan, en het mausoleum van sultan Sanjar.

Links: mausoleum van Sultan Sanjar (12e eeuw)

Kyz Kala is een bijzonder kasteel bijgenaamd "Het Huis van de Tranen van de Jonkvrouw).  

In 1221 werd Merv in genomen door de Mongoolse onder de jongste zoon van Ghenghis Khan, Tolui. De gehele bevolking van de stad werd uitgemoord. 

Onder het bewond van Tamerlaine in de 16e eeuw kwam de stad Merv opnieuw tot bloei dank zij de handel via de Zijderoute.

Oude geschiedschrijvers beschreven de stad Merv als "het bolwerk van de wereld", "de koepel van de Islam", "De Geesten van Koningen". 

Haar grootse bloeitijd was in de 11e en 12e eeuw, ten tijd van de Groot Seldjoeken. Het rijk der Seldjoeken strekte zich toen uit van de Beneden Amu-Darya tot aan de Middellandse Zee. Onder de Seldjoeken besloeg de stad een oppervlakte van 640 hectare en was de stad een van de meeste ontwikkelde steden. De stad trok wetenschappers en kooplieden aan uit de gehele wereld van de Islam. 

Rechts: Karakum-woestijn

In het jaar 1221 werd Merv, met haar 1 miljoen inwoners, van de kaart geveegd door Toloi, de zoon van Ghengis Khan. De stad werd herbouwd, maar werd in 1790 opnieuw verwoest door de Boecharen. In 1884 veroverde Rusland het gebied.

Merv wordt aangeprezen als historische bezienswaardigheid al valt er niet veel meer te zien dan restanten van muren in een desolaat landschap en het mausoleum van Sultan Sandjar uit de elfde eeuw. 

De stad was omgeven door aarden wallen van wel 20 meter hoog omgeven. De citadel erbinnen heeft nu nog wallen tot 40 m hoog. De spaarzame regen die hier valt heeft echter de klei langzaam uit doen lopen waardoor 't er uitziet als een vierkante heuvelrug van 4 bij 4 km met daarin een groot, kraterachtig geheel van 500m doorsnede. Het moet een paradijs zijn voor archeologen.

Gemaakt: 02-08-05

cololofon