3696 Georgië (300 - 800)
Colchis - Iberia (800 v. Chr. 300 n. Chr.)
Nadat de Armeense koning Tiridates lll (286 - 344) in 301 het Christendom had aangenomen als staatsgodsdienst bracht 30 jaar later bisschop Nino dit geloof naar het noordelijker gelegen Colchis. In 337 werd het christendom de officiële godsdienst van het land. In westelijk Georgië was het christendom reeds eerder gepredikt door missionarissen uit de Griekse kolonies langs de Zwarte Zee. Voor geheel Georgië betekende deze religieuze keuze een duidelijke breuk met het zoroastrische Perzië. De ligging van het land maakte Georgië tot een bufferstaat tussen de Romeinse, later Byzantijnse, en de Perzische machthebbers.

In de eeuwen daarna werd het gebied opnieuw prooi van buitenlandse overheersers. Eerst werd het betwist door door het Byzantijnse Rijk en de Parthen tot de komst van de Arabieren.

Het was in Mtscheta (Mtskheta), de oude hoofdstad van Kaukakisch Iberia gedurende de 3e eeuw v. Chr. tot de 5e eeuw, dat de Georgiërs het christendom accepteerden en de Georgisch-orthodoxe Kerk stichtten.

De Jvari (Djvari) kathedraal in Mtskheta  dateert uit de 6e -7e eeuw. De kerk is gebouwd op de plaats waar bisschop Nino zijn houten kruis plaatste op een heuvel hoog boven Mtscheta.

De oudste kerk, de Sioni-kathedraal, in Mtscheta dateert al uit de 5 e eeuw. 

Aan de andere kant van het dal staat op de bergrand het Narichala-fort dat de stad overheerst.

In de eerste helft van de vijfde eeuw werd de dreiging van de Parthen steeds sterker. De buurlanden Armenië en Albania werden veroverd en ook Oost-Georgië werd bedreigd. De Georgisch-Perzische oorlogen waren een feit maar onder Vachtang (Vakhtang) Gorgasali (466-522) lukte het om de Perzen buiten Georgië te houden. In deze tijd werd Tbilisi gesticht als nieuwe hoofdstad. Vachtang Gorgaslan sloot een verbond met keizer Zeno van Byzantium en aanvaardde in 484 ook het Henotikon (het edict dat de keizer had uitgevaardigd, waarmee werd getracht de monofysieten (die geloofden dat Jezus Christus slechts een goddelijke natuur had) te verzoenen met de leer van het grootste deel van de Kerk (namelijk dat Jezus twee naturen had, een goddelijke én een menselijke). Zeno erkende het hoofd van de christelijke Georgiërs als autocefaal (autonoom) patriarch (katholikos). 

Eind vijfde eeuw ontstond er een onafhankelijk Georgisch koninkrijk dat in de zesde eeuw toch door de Perzen onder leiding van Khusro (Khosrau, Chosroës) l (531 - 579) werd veroverd. 

Georgië (800 - 1200)

Gemaakt: 18-04-06

colofon