3181 | Phoeniciërs en Grieken op Sicilië (735 - 212 v. Chr.) |
![]() ![]() |
De Phoeniciërs waren de eerste echte kolonisten die aan het begin van de 8e eeuw v.C. een aantal handelsnederzettingen stichtten aan de westkust. ± 700 v. Chr. stichtten de Carthagers Motya (It. Mozia) op Sicilië. Rond het midden van de 8e eeuw v. Chr. ontstond er een reusachtige kolonisatiebeweging, waarbij de Grieken uitzwermden over haast alle kusten van het Middellandse Zeegebied, w.o. Sicilië en de Zwarte Zee. Door de schrale landbouwgrond en de zich traag ontwikkelde nijverheid ontstond in de 8e eeuw v. Chr. een overbevolking die leidde tot spanningen op zowel politiek als sociaal gebied. Vele Griekse steden (vooral de oostelijke) zagen zich daarom verplicht nieuwe gebieden in te palmen. Nadat zij eerst koloniën hadden gesticht aan de Zwarte Zee, richtten zij hun oog op het westen: Sicilië (ca. 738 - 728 v. Chr.), en Zuid-Italië. De Grieken noemden het door hen gekoloniseerde gebied Magna Graecia (Groot-Griekenland) in tegenstelling tot het armere moederland met zijn kleine verhoudingen. De vruchtbare aarde van Italië en Sicilië diende tot korenschuur voor de Grieken en ook de veeteelt was zeer lonend. Het schijnt dat zij de Griekse olijf ook naar Italië en Sicilië hebben meegebracht, evenals naar Zuid-Frankrijk. |
![]() |
![]() |
Aan de noordzijde van de stad Erice, die in de vijfde eeuw v. Chr. door de Carthagers werd veroverd, ligt nog een deel van de stadsmuur die door de Phoeniciërs werd gebouwd. |
![]() |
De eerste Griekse stad op Sicilië was Naxos, gesticht in ca. 735 v.C. Vele andere steden volgden: Syracusa werd gesticht in 734 v. Chr. door boeren uit Korinthe. Zij noemden deze kolonie syrako, Grieks voor moeras. Na verloop van tijd werd het de belangrijkste Griekse stad op het eiland, en stichtte het zelf ook Griekse kolonies op Sicilië. Andere steden waren Katane (nu: Catania) en Acragas (nu: Agrigento). Naast de introductie van de Griekse cultuur werden er ook al snel onafhankelijke stadstaten (poli) gesticht die in Griekenland zelf de basis vormden van de Griekse staatsinrichting. Deze stadstaten kenmerkten zich door een agressieve expansiepolitiek en kwamen daardoor vaak in conflict met de inheemse bevolking, maar ook onderling kregen ze het regelmatig aan de stok met elkaar. Uiteindelijk werd Gelon van 491-478 v.C. de machtigste heerser op Sicilië en hij maakte van Syracusa de grootste en belangrijkste stad van de westelijke Griekse wereld. In deze periode waren de Phoenicische koloniën op Sicilië overgenomen door de Carthagers (Puniërs) in Noord-Afrika. |
De tiran Gelon veroverde de macht in de stad in het jaar 485 v. Chr. Op een gegeven moment vormde Syracusa een rijk dat een groot deel van het eiland omvatte. Op het hoogtepunt van haar macht was het een rivaal van zowel Athene als van Carthago en kon het wat inwonertal betreft met dezen vergeleken worden. Athene probeerde in 415 v. Chr. vergeefs de stad te veroveren. Door de grote handelsvloot stroomden er aanzienlijke rijkdommen vanuit het gehele mediterrane gebied naar de stad. Zelf was Syracusa een belangrijke graanexporteur; vooral naar Magna Graecia en noordelijker Italië waaronder het nog kleine Rome. Hierdoor kon de rijke elite hun stad verfraaien met allerlei openbare gebouwen en tempels. In de periode 300-200 v.Chr was Syracusa een van de mooiste steden van de Middellandse Zee. |
Deze Puniërs probeerden de macht van de Grieken te breken maar werden in de slag bij Himera (480 v. Chr.) door de Grieken verslagen en hadden vanaf die tijd niet veel meer te vertellen op het eiland. Hierna volgde de bloeitijd van de Griekse cultuur op Sicilië. Het inwoneraantal steeg tot het voor die tijd gigantische aantal van ca. 5 miljoen, ongeveer net zoveel als er nu op Sicilië wonen. Voor de gehele Griekse wereld wordt dit de klassieke periode genoemd. Zowel militair als op het gebied van de literatuur, de bouwkunst, de beeldhouwkunst, de filosofie en de wetenschap voerden de Grieken de toon aan. Ook Sicilië plukte hier de vruchten van en deed weinig onder voor Athene onder wie Stesichorus, Empedocles, Gorgias, Theocritus en Archimedes, waren uit Siciliaanse steden afkomstig of werkten er langdurig. Deze periode betekende ook het einde van de machtige heersers van de stadstaten. Net als in Griekenland zelf werd ook op Sicilië de democratie geïntroduceerd: de macht aan het volk. Toch werden in de gouden 5e eeuw v.C. vele gewapende conflicten uitgevochten. |
![]() |
De bevolking van Segesta was gemengd Elymisch en Grieks Ionisch. De Elymiërs waren al snel de gehelleniseerd: zij namen de Griekse manier van leven over. Segesta lag voortdurend overhoop met Selinunte, waarschijnlijk omdat het trachtte een haven aan de Tyrrheense Zee te vestigen. De eerste conflicten vonden in 580-576 v. Chr. plaats, er waren opnieuw problemen in 454 v. Chr. en later zou het conflict gevolgen voor heel het eiland hebben.
In 415 v. Chr. vroeg Segesta Athene om hulp tegen Selinunte en dat leidde tot een tot mislukken gedoemde expeditie van Athene op Sicilië (415-413 v. Chr.). Daarna vroegen zij Carthago om hulp en dit leidde tot de volledige verwoesting van de stad Selinunte door Punische troepen. Segesta bleef een bondgenoot van Carthago, in 397 v. Chr. werd de stad door Dionysius van Syracuse belegerd. |
![]() |
Links: het fort van Euryalus, gebouwd door Dionysius van Syracusa in 402 - 397 v. Chr. tegen de Puniërs. |
In 307 v. Chr. werd Segesta door Agatocles verwoest maar wist zich te herstellen. In 276 v. Chr. was de stad de bondgenoot van koning Pyrrhus, maar in 260 v. Chr. gaf de stad zich over aan de Romeinen. Ondanks de lange band met de aartsvijand Carthago besloten de Romeinen Segesta niet te straffen omdat er volgens een mythe de Romeinen en de Elymiërs beide van ballingen uit Troje zouden afstammen. |
![]() |
Het conflict tussen Syracuse en Segesta werd door Athene aangegrepen om Sicilië een toontje lager te laten zingen. Syracuse werd twee jaar belegerd, maar wist zich de Grieken van het lijf te houden. Door deze oorlogen waren Syracuse en haar bondgenoten echter dermate verzwakt dat de Puniërs van Carthago kans zagen om enkele stadstaten te verwoesten. Met Syracuse werd in 403 v.C. overeengekomen dat Sicilië in twee invloedssferen verdeeld zou worden. Begin 4e eeuw was Syracuse door alle oorlogen en conflicten als enige macht overgebleven en stond op dat moment onder leiding van Dionysus I. Hij bezorgde Syracuse weer een bloeiperiode en het lukte hem zelfs om aan de Carthagers verloren gebied weer terug te veroveren. |
Tempel in Segesta De tempel van Segesta is een nooit klaargekomen Hellenistisch gebouw in Dorische stijl. Het werd rond 430-420 v. Chr. door de Elymiërs gebouwd op een heuvel even buiten de oude stad van Segesta en biedt een prachtig uitzicht op de omgeving. De tempel van Segesta is qua stijl en grootte een standaard product voor de 5e eeuw v. Chr., maar zijn onafgebouwde toestand en zijn opmerkelijke, vrijwel perfecte staat maakt het een van de belangrijkste van de nog bestaande Hellenistische tempels in de wereld. |
![]() |
Na de periode Dionysus I zorgde een familiaire opvolgingscrisis tot burgeroorlogen die Sicilië zwaar troffen. In 344 v.C. stuurden de Grieken een leger o.l.v. Timoleon naar Sicilië om de rust te herstellen. Het lukte hem vrij snel om de toestand op Sicilië weer te normaliseren en de welvaart en herstelde zich snel. Na de dood van Timoleon in 336 v.C. was de chaos weer compleet op het eiland totdat Agathokles de macht greep. Deze voerde een dictatoriaal bewind en voerde vele oorlogen met alle Griekse stadstaten op Sicilië. De Grieken verloren echter steeds meer hun greep op Sicilië en de Carthagers en de steeds machtiger wordende Romeinen gingen zich met Sicilië bemoeien. Alleen de Griek Pyrrhus deed nog een poging om de macht te grijpen maar werd uiteindelijk verslagen door de Romeinen. Een van de generaals van Pyrrhus, Hiëron, sloot een bondgenootschap met de Romeinen en stichtte op Oost-Sicilië een koninkrijk met Syracuse als hoofdstad. Vanaf de 3e eeuw v.C. lagen de Romeinen en Carthagers met elkaar in de clinch over de heerschappij over de Middellandse Zee. Nadat de Carthagers in het bezit waren gekomen van Oost-Sicilië, raakten zij in conflict met Rome (264 v. Chr.). Dit conflict groeide uit tot de eerste Punische oorlog (264-241 v. Chr.) Geleidelijk aan werd het Carthaagse grondgebied afgeknabbeld, maar de voornaamste steden van Oost-Sicilië bleven in Carthaagse handen, omdat ze gemakkelijk per schip konden worden bevoorraad. Na de nederlaag bij (Mylae, 260), bij Messana, het verlies van Corsica (258) en de nederlaag bij Kaap Economus. (256), wisten de Carthagers in 255 de Romeinse troepen die bij Carthago op het Afrikaanse continent geland waren een gevoelige nederlaag toe te brengen, maar in 254 verloren zij het fort bij Panormus (Palermo). Bij een poging dit fort te heroveren (250) leidden de Carthagers opnieuw een flinke nederlaag. Nog 9 jaar duurde de strijd, voor dat in 241 een vredesverdrag werd getekend, waarbij Carthago alle aanspraken op Sicilië opgaf. (Rome (264 - 218 v. Chr.)) De tweede Punische oorlog (218 - 202) werd gedeeltelijk op Siciliaans grondgebied uitgevochten. Syracuse, tijdens de Eerste Punische Oorlog nog een bondgenoot van Rome, koos na de dood van koning
Gemaakt: 14-06-06 |