13.001 |
Nederland (1898-1920) |
![]() |
Op 6 september 1898 besteeg Na de inhuldiging van Wilhelmina tot koningin in 1898 trad Emma terug, maar haar populariteit bleef. Dat bleek onder meer toen zij in 1934 op 75-jarige leeftijd stierf: een kleine 90.000 mensen defileerden langs haar kist; meer dan ooit bij een begrafenis van een Nederlandse vorst. In 1899 vond in 's Gravenhage de Eerste internationale vredesconferentie plaats.In Amsterdam werd op de hoek van het Singel en het Koningsplein kledingmagazijn Nieuw Engeland geopend. |
![]() |
![]() |
In 1899 vond in 's Gravenhage de Eerste internationale vredesconferentie plaats. Er is misschien wel nooit een eeuw geweest waar de mensen zo naar hadden uitgekeken als de twintigste eeuw. Alles zou anders en beter worden. de techniek zou de mensen bevrijden van nederig, dwingend werk, zodat de mensen hun geest zouden kunnen ontplooien. Op30 maart 1900 stemde de Tweede kamer over de Leerplichtwet. De wet verplichtte alle kinderen tussen de zes en twaalf jaar naar school te gaan. De stemming beloofde spannend te worden. Een doodziek Kamerlid werd met een rijtuig thuis opgehaald, zodat hij vóór kon stemmen. Die stem bleek doorslaggevend. Een tegenstander van de wt, baron Francis David Schimmelpenninck, haalde de stemming niet. Hij was van zijn struikelende paard gevallen. De Leerplichtwet werd daardoor aangenomen met 50 stemmen voor en 49 stemmen tegen.
|
De bevolking nam toe en de steden groeiden. De fabrieken vervaardigden steeds meer producten en hadden steeds meer grondstoffen nodig. De handel met het buitenland nam toe. Hierdoor kwam er steeds meer verkeer. Het treinverkeer werd steeds drukker. Er kwamen meer en grotere stoomschepen. Deze voeren door het hele land en naar buitenlandse havens. In 1908 brak er voor de Nederlandse Spoorwegen een nieuw tijdperk aan: de elektrische trein deed zijn intrede. Sindsdien werden de stoomtrams en -treinen meer en meer vervangen door elektrische treinen. Stoomtreinen bleven in ons land nog doorrijden tot 1958. De allerlaatste stoomtrein reed op het traject Geldermalsen-Utrecht. Nederland bleef neutraal in de Eerste Wereldoorlog, maar het leger werd wel gemobiliseerd toen in augustus 1914 de oorlog uitbrak. De Duitse invasie in België leidde tot een groot aantal vluchtelingen uit dat land (ca. 1 miljoen). Directe oorlogshandelingen bleven Nederland bespaard. De Duitsers dachten dat een neutraal Nederland als een "luchtpijp naar de Noordzee" hen meer zou opleveren dan een bezet Nederland. Bovendien was het Nederlandse leger relatief groot en modern. Het zou de Duitsers lang genoeg kunnen tegenhouden om de Engelsen de tijd te geven om te landen, en dan zou Duitsland een derde front hebben. Wel werd Nederland enkele keren per ongeluk gebombardeerd, zoals Zierikzee in 1917 door de Engelsen. Omdat de omliggende landen in oorlog waren, en de Noordzee niet veilig meer was voor civiele schepen, werd het voedsel schaars en er dreigde zelfs hongersnood. Er werd een bonnensysteem voor de voedseldistributie ingesteld. Een fout in de distributie leidde tot het zogenaamde aardappeloproer in Amsterdam in 1917: een voedseltransport dat voor het leger bestemd was, werd geplunderd. De Engelsen hadden er alle belang bij de blokkade van Duitsland zo strak mogelijk aan te trekken, en zo min mogelijk goederen door te laten. De Duitsers wilden daarentegen zoveel mogelijk gebruik maken van de Nederlandse handel. Beide landen trachtten hun zin door te drukken met diplomatieke missies en verkapte bedreigingen. Opgemerkt dient wel te worden dat beide partijen hoogstwaarschijnlijk niet wilden dat Nederland zich bij een van hen aansloot, maar bang waren dat de tegenstander bevoordeeld werd. De zwarte handel tierde welig. Veel goederen waren schaars of mochten niet verhandeld worden naar bezet België of Duitsland (bijvoorbeeld paarden). Er werd flink gesmokkeld. Een kleine groep bleek in 1918 schatrijk te zijn geworden door de oorlogswinsten. In november 1918 riep Pieter Jelles Troelstra, de leider van de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) op tot een revolutie onder de arbeiders, maar aan zijn oproep werd geen gehoor gegeven. De mensen kregen meer vrije tijd. Sport was niet meer alleen voor de rijken weggelegd. Uitgaan was nog steeds een populaire vrijetijdsbesteding, maar kreeg concurrentie van de radio en de grammofoonplaat. laatst bijgewerkt: 09-04-08 |