13.002

Nederland (1920-1940)

Nederland (1900 -1920)

De periode tussen de beide wereldoorlogen, die veelal wordt aangeduid als interbellum, heeft een grote invloed gehad op de daaropvolgende decennia. Het belangrijkste kenmerk van deze periode is het ontstaan van de verzuiling. Een ander aspect dat gedeeltelijk samenhangt met de verzuiling is de ineens ontstane meerderheid van de confessionele partijen.

De eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog herstelde de economie zich snel, maar na de Beurskrach van 1929 kwam daaraan een einde. Het op dat moment regerende Kabinet-Beerenbrouck III voerde een groot aantal bezuinigingsmaatregelingen en wetten door (o.a. de Tarwewet) om de crisis te doorstaan. Vrijwel alle landen rondom Nederland devalueerden hun munt waardoor de handelspositie steeds slechter wordt. Pas in 1936 werd door Kabinet-Colijn III alsnog besloten de gulden te devalueren. Economisch oriënteerde Nederland zich in deze tijd zeer eenzijdig op Duitsland. De invoering van het Sonderkonto bleek een strop voor Nederland.

Om de dan al tot ruim 30% opgelopen werkloosheid een halt toe te roepen werden in 1935 werkgelegenheidsprojecten opgezet en de import werd beperkt om binnenlandse bedrijven te steunen. Langzaamaan kwam rond die tijd de toestroom van uit (sinds 1933 Nazi-) Duitsland gevluchte Joden op gang, maar om de relatie met Duitsland niet te verstoren werd er een zeer streng toelatingsbeleid gehanteerd en werden veel Joden weer teruggestuurd.

In deze periode begonnen Indonesische groeperingen in Nederlands-Indië zelfbestuur of zelfs onafhankelijkheid te eisen. Leiders als Soekarno en Hatta werden opgepakt en naar Nieuw-Guinea verbannen.

Door de wereldwijd toenemende onrust werd besloten de defensie-uitgaven te verhogen en de dienstplicht te verlengen. Nederland kon echter de meeste wapens niet zelf fabriceren en moest dus kopen: bij Oerlikon in Zwitserland, Bofors in Zweden, Krupp in Duitsland, of Schneider-Creusot in Frankrijk. Met de oorlogsdreiging waren de meeste landen echter steeds minder scheutig om internationale wapenleveranties of doorvoer te tolereren. Nederland kon zich hierdoor niet afdoende bewapenen.

Desondanks bleef Nederland aansturen op volledige neutraliteit tijdens de naderende oorlog.

Nederland (1940-1945)

laatst bijgewerkt: 03-08-02