7234 Portugal (1495 - 1598)
Portugal (1385 -1495)

Emanuel (Manuel) l (1495 - 1521)

Emanuel l, bijgenaamd de Grote of de Gelukkige, was een zoon van Ferdinand van Viseu en Beatrix van Portugal en volgde zijn neef Johan II in 1495 op 26-jarige leeftijd op als koning van Portugal. Hij was opeenvolgend gehuwd met de zussen Isabella en Maria van Aragón en huwde nadien met Eleonora van Habsburg. Hij heerste als absolutistisch vorst en gaf de aanzet tot het Portugese kolonialisme. In 1498 bereikte de zeevaarder Vasco da Gama Indië en in 1500 zag Pedro Álvares Cabral de Braziliaanse kust, dat een Portugese bezitting werd. De Joden liet hij verwijderen uit zijn rijk. Onder zijn bewind kende Portugal een culturele bloeiperiode. De laat-gotische bouwstijl zou naar hem Emanuel- of Manuelstijl genoemd worden.  

De twee miljoen Portugezen heersten over een groot rijk met miljoenen inwoners in Amerika, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. 

João da Nova ontdekte Ascension in 1501 en Sint-Helena in 1502; Tristão da Cunha zag als eerste de archipel die nog steeds naar hem heet. In Oost-Afrika werden kleine staatjes aan de kust van Mozambique, Kilwa, Brava en Mombassa vernietigd of onderworpen dan wel bondgenoot gemaakt.

In de Indische Oceaan ontdekte een van Cabrals schepen Madagaskar (1501), dat deels verkend werd door Tristão da Cunha (1507); Socotra bezet in 1506 en in datzelfde jaar bezocht D. Lourenco d'Almeida Ceylon. In 1507 werd het eilandMauritius ontdekt. In 1514 bereikten de Portugezen China en Japan. 

In de Rode Zee was Massawa het noordelijkste punt dat bezocht werd tot 1541, toen een vloot onder Estevão da Gama Suez bereikte. Hormuz, in de Perzische Golf, werd ingenomen door Afonso d'Albuquerque (1515) en hij begon diplomatieke relaties met Perzië.

Op het Aziatische vasteland werden de eerste handelsposten door Cabral in Cochin en Calicut opgezet (1501); belangrijker was de verovering van Goa door Afonso de Alburquerque (1510) en Malakka (1511) door d'Albuquerque, en de bezetting van Diu (1535) door Martim Afonso de Sousa. Ten oosten van Malakka zond d'Albuquerque Duarte Fernandes als afgezant naar Siam (nu Thailand) in 1511 en zond twee expedities naar de Molukken (1512, 1514), die de basis legden aan de Portugese overheersing in de Maleisische archipel. Fernão Pires de Andrade bezocht Kanton in 1517 en begon de handel met China, waar in 1557 de Portugezen toegestaan werd Macau te bezetten. Japan, per ongeluk door drie Portugese handelaars bereikt in 1542, trok snel grote aantallen kooplieden en missionarissen aan. 

In Belém staat de Toren van Belém, gebouwd tussen 1515 en 1521 die diende als uitkijkpost om vijandelijke schepen uit de haven te weren. De opdracht om de toren te bouwen kwam van koning Dom João II (1455-1495), maar helaas stierf hij voordat de eerste steen gelegd was. (foto: Bert Woudstra, 2009)

Manuel overleed in 1521 op 52-jarige leeftijd en werd begraven in het Mosteiro dos Jerónimos in Belem van Lissabon, dat tijdens zijn regeerperiode gebouwd werd. Zijn weduwe Eleonora huwde na zijn dood met koning Frans I van Frankrijk

Johan llll (1521 - 1557)

Johan was een zoon van Emanuel I van Portugal en van Maria van Aragón. Zijn zuster Isabella van Portugal (1503-1539), was getrouwd met Karel V. Zijn dochter Maria Emanuela trouwde met Filips ll van Spanje. Om de banden met Spanje te verstevigen huwde hij in 1525 met Catharina van Habsburg (1507-1578), jongste zuster van Karel V. Zijn zoon Johan Emanuel van Portugal was hun jongste en enige overlevende zoon. Hij overleefde zijn vier oudere broers, maar was hij zelf ook ziekelijk. In 1552 trouwde hij met zijn nicht Johanna van Habsburg, dochter van Karel V, door haar geboorte aartshertogin van Oostenrijk, infanta van de koninkrijken Castilië en Aragón, prinses van het hertogdom Bourgondië en van het graafschap Vlaanderen. Het tienerhuwelijk leidde al snel tot een zwangerschap (Johan was toen 15 jaar oud, Johanna was 17) en hun enige kind Sebastiaan werd geboren in 1554, enkele weken nadat zijn vader op zestienjarige leeftijd overleed aan de gevolgen van diabetes.

Kort na de geboorte van Sebastiaan werd Johanna door haar broer Filips II van Spanje terug naar Madrid ontboden om het koninkrijk te leiden terwijl hij naar Engeland was om te huwen met Maria Tudor. Ze vervulde deze taak met glans en was intelligent en efficiënt. Johanna hertrouwde niet en keerde nooit meer terug naar Portugal. Ze zag haar zoon Sebastiaan dus niet opgroeien, hoewel ze hem brieven stuurde en portretten van hem liet vervaardigen op verschillende momenten in zijn leven, zodat ze kon zien hoe hij eruit zag. Ze overleed op 38-jarige leeftijd op 7 september 1573.

In 1522 voltooide een van schepen in de expeditie die Fernao de Magelhaes in Spaanse dienst organiseerde, de eerste reis om de wereld.

Sebastiaan (1557 - 1578)

Sebastiaan, de postume zoon van Johan Emanuel van Portugal volgde in 1557 zijn grootvader, Johan III van Portugal, op. Aangezien Sebastiaan toen nog een zuigeling was, werd het regentschap overgedragen eerst aan zijn Spaanse grootmoeder Catharina van Habsburg, daarna aan zijn grootoom, kardinaal Henrique van Evora,die hem later ook zou opvolgen.

Tijdens deze periode zette Portugal de koloniale uitbreiding voort in Angola, Mozambique, Malakka en vond de annexatie van Macao plaats. De jonge koning groeide op onder de begeleiding van Jezuïeten. 

In Sebastiaan’s korte regeringsperiode werden door middel van diplomatieke missies de betrekkingen versterkt met Oostenrijk, Duitsland, Engeland en Frankrijk. Ook herstructureerde hij het administratieve, juridische en militaire leven in zijn koninkrijk. Zo bundelde hij alle wetten en juridische documenten in de Code van Sebastiaan. De rechtsgang werd versneld onder andere doordat rechtbank beambten boetes kregen bij vertraging en voor de advocatuur werden regels gesteld. Hij creëerde beurzen voor studenten die geneeskunde of farmacie wilde studeren in Coimbra. Toen de pest uitbrak in Lissabon, in 1569, zond hij doktoren uit Sevilla om de Portugese doktoren te helpen met het behandelen van de pest. Sebastiaan bouwde twee ziekenhuizen in Lissabon om de getroffenen door pest te verzorgen en creëerde verschillende plekken waar de weduwen en weeskinderen getroffen door de pest onderdak konden krijgen.

Sebastiaan werd omschreven als koppig en roekeloos en was ervan overtuigd dat hij de kapitein van Christus was om een kruistocht te leiden zijn tegen de Moslims in Afrika. Tijdens bijna zijn gehele regeerperiode was hij bezig deze kruistocht voor te bereiden, ondanks het feit dat hij geen zoon of troonopvolger had. Sebastiaan’s plannen werden gesteund door de anti-Turkse groeperingen in Marokko en door de gevluchte koning van Fez (Abu Abdallah Mohammed II Saadi). Deze koning vroeg Sebastiaan hem te helpen bij het verslaan van zijn oom en rivaal Abu Marwan Abdal-Malik I Saadi. Sebastiaan’s oom Filips II van Spanje, weigerde mee ten strijde te trekken aangezien hij kort geleden al grote verliezen tegen de Moren had geleden. Hij beloofde wel een verkenningsleger, wat een loze belofte bleek.

Het Portugese leger, dat grotendeels bestond uit slecht getrainde buitenlandse huurlingen vertrok naar Marokko in 1578 en marcheerde, tegen het advies van zijn generaals, diep naar het binnenland om zich bij zijn Marokkaanse bondgenoten aan te sluiten. Bij de slag van Ksar-el-Kebir (veld van de drie koningen) troffen de Portugezen het leger van Ahmed Mohammed van Fez, waar Sebastiaan hoogstwaarschijnlijk in de slag sneuvelde. Ondanks de waarschuwingen van vele van zijn onderdanen om te vluchten, reed hij met zijn paard in op de vijandelijke linies waar hij nog wild vechtend was gezien. Of zijn lichaam ooit gevonden is, is onzeker, maar Filips II van Spanje claimde zijn overblijfselen te hebben begraven in het Jerónimos klooster in Belém, buiten Lissabon, nadat hij de Portugese troon had bestegen in 1580. Na de verloren slag bij Ksar-el-Kebir werd veel moeide gedaan om de gevangen soldaten vrij te kopen. Verschillende soldaten keerden terug naar Portugal, wat de Portugezen liet geloven dat Sebastiaan de slag had overleefd en zou terugkomen om zijn troon te claimen. Sebastiaan werd opgevolgd als koning door de broer van zijn grootvader, kardinaal Henrique van Evora, die voor hem had geregeerd toen hij een zuigeling was.

Hendrik (1578 - 1580)

Kardinaal Hendrik werd heerser, maar stierf twee jaar later. 

Filips l (1580 - 1598)

In 1580 veroverde Filips II van Spanje Portugal en regeerde als Filips I over dit land.

Vanaf de 16e eeuw zag Portugal zijn glorie langzaam dalen. Hoewel het officieel een autonoom land was, was het een Spaanse marionet en Portugese kolonies werden aangevallen door de vijanden van Spanje, vooral de Nederlanders en Engelsen.

Portugal (1598 - 1816)

Laatst bijgewerkt: 22-05-09

colofon