74 |
Paleoceen (65 - 55,8 miljoen jaar geleden) |
![]() |
66 | 65 | 64 | 63 | 62 | 61 | 60 | 59 | 58 | 57 | 56 | 55 | 54 | 53 | 52 | 51 | 50 | |
49 | 48 | 47 | 46 | 45 | 44 | 43 | 42 | 41 | 40 | 39 | 38 | 37 | 36 | 35 | 34 | 33 | |
32 | 31 | 30 | 29 | 28 | 27 | 26 | 25 | 24 | 23 | 22 | 21 | 20 | 19 | 18 | 17 | 16 | |
15 | 14 | 13 | 12 | 11 | 10 | 9 | 8 | 7 | 6 | 5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Het Paleoceen (het "Oude Tijdvak"), het eerste tijdvak van het Tertiair, duurde ca. 7 miljoen jaar. Over dit tijdvak is weinig bekend. De aarde moest herstellen van de verwoestingen van de meteorietinslag, die zo'n 65 of 64 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden. Als de Dinosauriërs er enkele duizenden jaren over gedaan hebben om uit te sterven zouden in dit tijdvak de laatste geleefd hebben. De Zoogdieren moesten aan de slag om de verwoeste wereld over te nemen. Ongeveer 60 miljoen jaar geleden had de aarde zich min of meer hersteld hersteld van de verschrikkelijke natuurramp die zo'n 5 miljoen jaar daarvoor had plaatsgevonden en die een abrupt einde maakte aan de heerschappij van de dinosauriërs. Een nieuw geologisch tijdperk was aangebroken, het Kenozoïcum (het Recente Tijdvak). De reuzenhagedissen die miljoenen jaren de dienst uitmaakten op aarde, zijn niet meer. Als erfenis aan hun bestaan bleven alleen de vogels over. De planeet is inmiddels bedekt met een dicht tropisch woud; waarin vogels, reptielen en kleine zoogdieren een succesvol bestaan leiden. |
![]() |
Het klimaat op aarde was aanvankelijk zeer warm. later vond er afkoeling plaats. Het aantal zoogdiersoorten nam enorm toe. Ook vond er een verdere uitbreiding plaats van het aantal bloeiende planten. In het Laat-Krijt ontwikkelden zich uit de Laurasiatheria de Hoefdieren, de Insectivoren (Egels, Mollen en Spitsmuizen) en uit de Eurarchontoglires de Vroegste primaten. Paleoceen |
De voorvader van zowel de knaagdieren als de primaten was vermoedelijk een dier dat leek op een kleine eekhoorn of boomspitsmuis. Al in het Krijt, was op een van de continenten van het het noordelijk halfrond, een onstuitbare opmars begonnen. rechts: Lepticidium, klein, vreemd springend diertje, dat het massale uitsterven aan het eind van het Krijt had overleefd. |
![]() |
|
1 | Paleoceen | ![]() |
2 | Eoceen | ||
3 | Oligoceen | ||
4 | Mioceen | ||
5 | Plioceen | ||
6 | Kwartair |
![]() |
In het Laat-Paleoceen verschenen de eerste van de grote golven van herbivore zoogdieren, die varieerden van de grootte van een das, tot die van een varken. Voorbeelden zijn de Pantolambda en de Ectoganus |
![]() |
Hoewel wereldwijd een nieuw tijdperk begon, veranderde er in Zuid-Limburg nog niet veel: de "Krijtzee" bleef onze omgeving nog zo'n 5 miljoen jaar overspoelen. De vorming van kalklagen (mergel) gaat dan ook nog door in dit oudste deel van het Tertiair. De fossielen wijzen echter op een heel andere fauna en flora. Omstreeks 65 miljoen jaar geleden was namelijk 60 % van alle diersoorten op aarde, waarschijnlijk als gevolg van de komeetinslag uitgestorven, waaronder de Mosasaurus, die tot dat fatale moment de schrik van de Ammonieten in de Krijtzee vormde. |
Pas 65 miljoen jaar geleden trok de zee zich terug en werd Zuid-Limburg weer land. Er bleef een dikke laag mergel achter, doorspekt met vuursteen. Mergel en vuursteen zouden 65 miljoen jaar later belangrijke delfstoffen blijken te zijn. Aan het eind van het Paleoceen, ca. 55 miljoen jaar geleden, werd de aarde opnieuw getroffen door een grote inslag van een object uit de ruimte. In dit geval was het geen asteroïde (van voornamelijk vast gesteente) zoals 65 miljoen jaar geleden aan het eind van het Krijt (z. Inslag), maar een ongeveer even grote komeet van voornamelijk ijs en bevroten gassen die de aarde trof. Net als de asteroïde-inslag had ook deze komeetinslag catostrofale gevolgen voor het leven op aarde. laatst gewijzigd: 27-11-03 |
![]() |