6106 | Toscane - Florence (1519 - 1609) |
![]() |
![]() |
![]() |
Giulio de' Medici Heer van Florence (1519 - 1523) Lorenzo ll werd opgevolgd door Giulio de' Medici (1478 - 1534), een buitenechtelijke zoon van Giuliano di Piero de' Medici, maar deed in 1523 afstand van zijn functie om tot paus te worden verkozen. Daarmee was hij na zijn neef Leo X de tweede paus uit dit beroemde geslacht. Met de verkiezing van kardinaal Giulio de' Medici leek het alsof de gouden tijd van de' Medici was teruggekeerd. Paus Clemens VII was echter veel strenger en ook plichtsgetrouwer dan Leo X ooit was geweest. Door aanvankelijk Frans I van Frankrijk te steunen in de Italiaanse Oorlog van 1521 - 1526 trachtte de nieuwe paus tot grote ergernis van Karel V, de Spaanse druk op Italië tegen te gaan, hetgeen echter totaal mislukte. Na de Franse nederlaag in de Slag bij Pavia en de gevangenneming van Frans I zocht hij de bescherming van de keizer om zich vervolgens weer aan te sluiten bij een militair bondgenootschap met Frankrijk, Milaan, Venetië, en Florence) tégen de keizer (Liga van Cognac1526). Dit leidde tot de inneming van Rome op 6 mei 1527) door de keizerlijke troepen. Paus Clemens vluchtte naar de Engelenburcht, maar moest zich uiteindelijk gewonnen geven en werd gevangen genomen. Hij kwam pas weer vrij na de uitdrukkelijke belofte van neutraliteit, verliet de verwoeste stad en vestigde zich eerst in Orvieto en daarna in Viterbo. De verzoening met Karel V en diens keizerkroning in 1530 was slechts een schijnvrede. Clemens VII was grotendeels verantwoordelijk voor de sterke verspreiding van de Reformatie in de noordelijke Europese landen. |
Door zijn afwachtende en diplomatieke houding, en zijn categorische weigering om op verzoek van de keizer een algemeen concilie bijeen te roepen, verknoeide de paus een mogelijkheid de verzoening tussen de Kerk en de Reformatie te realiseren. Zijn onhandige optreden bij de echtscheiding van Hendrik VIII van Engeland, die hij in 1533 excommuniceerde, leidde tot de afscheiding van de Anglicaanse Kerk. Clemens Vll toonde evenmin sympathie voor de hervormingsbewegingen die binnen de kerk actief waren en die later zouden leiden tot de stichting van religieuze orden als de jezuïeten, Ursulinen en Kapucijnen. Trouw aan de traditie van de Medici was Clemens VII een beschermer van kunsten en wetenschappen, maar zijn mecenaat bleef beperkt door gebrek aan financiën. Hij gaf Michelangelo Buonarroti de opdracht voor de Medici-kapel van de San Lorenzo in Florence en voor het Laatste Oordeel in de Sixtijnse kapel. Clemens VII werd - net als Leo X - begraven in de kerk Santa Maria sopra Minerva. Deze 13de-eeuwse kerk, een van de zeldzame gotische gebouwen in Rome, staat op de ruïnes van wat oorspronkelijk een tempel voor Minerva was. Binnen is een grote verzameling schilderijen en beeldhouwwerken te zien. In de Aldobrandini-kapel bevinden zich de twee graven van de pausen. Alessandro, de zoon van Giulio de Medici, volgde zijn vader op |
Alessandro de Medici Heer van Florence (1523 - 1527 en 1530 - 1531), Hertog van Florence (1531 - 1537) Toen Giulio de Medici paus werd, gaf hij het leiderschap over Florence over aan zijn 13 jaar oude zoon Alessandro (1510 - 1537, met als regent kardinaal Silvio Passerini. Alessandro kreeg vanwege zijn Moorse moeder de bijnaam il Moro (de Moor). In 1527 werd Alessandro van de troon gestoten, waarop de familie en de aanhangers vluchtten. Aansluitend werd Florence een republiek. Nadat Clemens VII en Karel V in Florence orde op zaken hadden gesteld kwam in 1530 Giulio de' Medici weer aan de macht. Hij was de laatste van de oude generatie de' Medici's die regeerde over Florence en de eerste die hertog werd. Keizer Karel V steunde Alessandro in de strijd tegen de republikeinen: in 1535 trad Alessandro in het huwelijk met zijn dochter Margaretha van Parma. Alessandro hield echter zijn maîtresse, Taddea Malespina aan, de moeder van zijn drie kinderen. In 1537 werd Alessandro vermoord door zijn verre neef Lorenzino de' Medici, ook wel Lorenzaccio (slechte Lorenzino) genoemd. |
![]() |
![]() |
Een overblijfsel van Alessandro's bestuur, dat als symbool geldt voor de onderdrukking van de de Medici, is het Fortezza da Basso, een indrukwekkend historisch monument in Florence. |
Cosimo I de'Medici Hertog van Florence (1537 - 1569), Groothertog van Toscane (1579 - 1574) Cosimo I de'Medici, (1519 - 1574), bijgenaamd de Grote, de zoon van Giovanni delle Bande Nere, volgde Alessandro op. Hij behoorde tot een jongere tak van het geslacht, maar werd de heerser van Florence nadat Alessandro in 1537 was vermoord. Hij werd algemeen beschouwd als een goed bestuurder en was beschermheer van kunstenaars als Ammanati, Vasari, Pontormo en Bronzino. In 1569 werd hij dankzij paus Pius V (de eerste) groothertog van Toscane. Cosimo versterkte zijn macht ook door zijn familie met leden van belangrijke vorstenhuizen te laten trouwen. Zelf trouwde hij in 1539 met Eleonora van Toledo (1519 - 1562), de dochter van de Spaanse onderkoning van Napels, Pedro Álvarez de Toledo. Voor zijn zoon en opvolger Francesco I arrangeerde hij een huwelijk met een dochter van keizer Ferdinand van Oostenrijk. Hoewel een hard en gewetenloos politicus, was Cosimo tevens een verfijnd kunstkenner en een geleerde. Hij vernieuwde de universiteit van Pisa en liet vele openbare werken uitvoeren. Hij was de schepper van de Uffizi, dat bedoeld was als regeringsgebouw (het woord betekent 'kantoren') en nu een van de belangrijkste kunstcollecties ter wereld herbergt. Hij was tevens een liefhebber van de boekdrukkunst en stelde de Nederlander Laurentius Torrentinus aan als hertogelijk boekdrukker. |
![]() |
Hij bevorderde het ontstaan van de Florentijnse marine, bouwde de haven van Livorno en breidde de macht van Florence uit over bijna geheel Toscane, inclusief Siena en Lucca. Ook de prachtige Bobolituinen kwamen dankzij hem tot stand. Op economisch gebied en op het gebied van de architectuur en de kunsten had hij veel invloed. Hij steunde kunstenaars als Giorgio Vasari en Benvenuto Cellini. Op het belangrijkste plein van Florence, het Piazza della Signoria, staat een groot ruiterstandbeeld van hem van de hand van Giambologna (1598). Cosimo I de' Medici ligt begraven in de Cappelle Medicee in de Basilica San Lorenzo in Florence. |
![]() |
Francesco de Medici Groothertog van Toscane (1574 - 1587) Francesco ( 1541 1587), zoon van Cosimo I en Eleonora van Toledo, volgde zijn vader op. maar als regent nam hij al de taken van zijn vader over in 1564. Hij trouwde op 18 december 1565 met Johanna van Oostenrijk, de dochter van keizer Onder hem ging Toscane sterk achteruit. Na het overlijden van Johanna in 1578 hertrouwde Francesco met zijn maîtresse, de Venetiaanse Bianca Cappello, wier zoon Antonio door hem werd geadopteerd. Toen Francesco's ziekelijke zoon Filippo op jeugdige leeftijd overleed, benoemde hij – met goedkeuring van de koning van Spanje – in 1583 zijn geadopteerde zoon Antonio tot troonopvolger. Francesco I de' Medici ligt begraven in de Cappelle Medicee van de Basilica San Lorenzo in Florence. Na zijn dood in 1587 werd Francesco echter niet opgevolgd door Antonio, maar door zijn jongere broer Ferdinando I de' Medici, die de benoeming van zijn neefje ongedaan maakte.
|
Ferdinando l Groothertog van Toscane (1587 - 1609) Ferdinando I (15491609, de zoon van Cosimo I, was al op 14-jarige leeftijd benoemd tot kardinaal. Toen zijn broer Francesco in 1587 overleed volgde hij hemop als groothertog. Als kardinaal in Rome had Ferdinando al laten zien dat hij een bekwaam bestuurder was. Hij richte de Villa Medici in Rome in met vele kunstwerken, welke hij mee terug nam naar Florence. Ferdinando behield zijn positie als kardinaal tot 1589 toen hij trouwde met Christine van Lotharingen, de dochter van Karel III van Lotharingen en Claudia van Valois. Ferdinando wist de oude glorie van Florence nog te doen herleven. Hij bracht de vroegere Toscaanse stadstaten onder Florence, doch de politieke en economische betekenis van Florence nam verder af. Hij was de beschermheer van Galilei. |
![]() |
Gemaakt: 12-01-09 |