6365 Toscane - Florence (1492 - 1519)
Toscane - Florence (1464 - 1492)
Piero ll Heer van Florence (1492 - 1494)

Na de dood van Lorenzo in 1492 beleefden de Medici en Florence een periode van verval. Zijn oudste zoon en opvolger Piero ll (1471 - 1503), bijgenaamd, de Onfortuinlijke was arrogant en een onbekwaam heerser en joeg zijn erfdeel er doorheen. Florence raakte verzwakt, waardoor de reeds lang gevreesde Franse invasie werkelijkheid werd. Kort na zijn aantreden in 1492 trok de Franse koning Karel VIII Italië binnen om als erfgenaam van Anjou zijn rechten op het Koninkrijk Napels te doen gelden en om Ludovico Sforza bij te staan in Milaan. Op weg van Milaan naar Napels trok hij door Toscane. Piero probeerde neutraal blijven, maar Karel had daar geen boodschap aan en viel het grondgebied van Florence binnen.

Piero had geen andere keus dan te proberen een legertje te verzamelen. Door Savonarola's preken tegen de De Medici's, die in goede aarde vielen vanwege de onbekwaamheid en hebzucht van Piero, was hier weinig animo voor onder de Florentijnen. Spoedig viel de stad in handen van de Franse koning, die Savonarola naar voren schoof als nieuwe leider van de stad. Piero de' Medici werd uit de stad verbannen en zijn bezittingen werden geplunderd (1494). Piero was intussen gevlucht, maar ververdronk. 

Savonarola Heer van Florence (1494 -1497)

Savonarola bestuurde Florence daarna als een democratische republiek op christelijk-religieuze grondslag. Eén van zijn eerste daden was het doorvoeren van de doodstraf voor homoseksualiteit, waar tot dan een geldboete op stond. Gokken en alcohol werden verboden. Savonarola's voornaamste tegenstanders waren Ludovico Sforza, de hertog van Milaan en paus Alexander VI die hij tijdens zijn preken had bekritiseerd. De paus legde Savonarola in 1495 een preekverbod op, wat hij negeerde. Hij weigerde naar Rome te komen en verdedigde zich schriftelijk tegen de klachten van de paus.

In 1497 organiseerde Savonarola het beruchte Vreugdevuur der IJdelheden. Zijn fanatieke aanhangers haalden van deur tot deur voorwerpen op die volgens hen getuigden van morele laksheid, zoals spiegels, cosmetica, heidense boeken, speeltafels, luxueuze kleding, maskers, pruiken, muziekinstrumenten en geschriften met een immorele, vaak te wereldse strekking. Deze werden op de Piazza della Signoria verbrand. Daarbij gingen onder andere belangrijke schilderijen van Sandro Botticelli en Michelangelo Buonarroti verloren.

Het volk was het fundamentalistisch-religieuze bewind van Savonarola echter snel zat en op Hemelvaartsdag (4 mei) 1497 braken er rellen uit, die tot een opstand uitgroeiden. De kroegen gingen weer open, er werd alcohol geschonken en openlijk op straat gedobbeld en gedanst, in weerwil van Savonarola's verordeningen.

Op 13 mei 1497 werd Savonarola door paus Alexander VI geëxcommuniceerd (verbannen uit de kerkleijke gemeenschap) en in 1498 eiste hij zijn arrestatie. Op 8 april 1498 bestormde een menigte het klooster van San Marco. Na korte strijd, waarbij enkele van zijn aanhangers gedood werden, gaf Savonarola zich over, samen met zijn twee naaste medewerkers Fra Domenico da Pescia en Fra Silvestro. Hij werd beschuldigd van godslastering, ketterij, volksmennerij, hoogverraad, het uiten van profetieën en religieuze dwalingen. Gedurende de volgende weken werden Savonarola en zijn twee medewerkers gemarteld op de strekbank. Uiteindelijk tekenden de drie onder zware martelingen bekentenissen. De beulen hadden alleen Savonarola's rechterarm ongemoeid gelaten, zodat hij in staat bleef zijn handtekening te zetten.

Op de dag van de executie werden Savonarola en zijn twee medewerkers naar het Piazza della Signoria geleid, waar ze ritueel werden ontdaan van hun monnikskleed en tot ketters werden uitgeroepen. Ze werden in ijzeren ketens opgehangen boven een groot vuur om op die manier te sterven (deze manier van executie had Savonarola zelf ook vaak toegepast). De getuige Lucca Landucci schreef dat de verbranding een paar uur duurde, waarbij de beulen de as een aantal keer omwoelden en met nieuw hout bedekten, zodat aanwezige vroegere aanhangers van Savonarola niet in staat zouden zijn stoffelijke resten te bemachtigen die dan als relieken bewaard zouden blijven. De as van het vuur werd bij de Ponte Vecchio in de Arno verstrooid.

De Spanjaarden, die in Italië een definitieve nederlaag toebrachten aan Lodewijk XII van Frankrijk, verplichtten de Florentijnen de Medici weer te aanvaarden. Zo kwam in 1512 Giovanni, de zoon van Lorenzo I en de broer van Piero ll aan de macht. in Florence.

Giovanni de Medici Heer van Florence (1512 - 1513)

Giovanni de Medici (1475 - 1521) was al op 14-jarige leeftijd door paus Alexander VI tot kardinaal benoemd. Na de verbanning van zijn familie uit Florence in 1494 leidde hij op verschillende plaatsen een redelijk rustig leven als minnaar van kunst en literatuur. Hij verstrekte opdrachten aan Rafaël en Michelangelo. Ook breidde hij de collectie van de Vaticaanse Bibliotheek aanzienlijk uit. Als liefhebber van het goede leven organiseerde hij ook grote feesten en extravagante eet- en drinkgelagen. Hij kwam hierdoor herhaaldelijk in geldproblemen. Om zijn financiële tekorten aan te vullen verkocht hij aflaten, naar het voorbeeld van de Duitse monnik Johann Tetzel. Dat deze praktijken de hervormingsbeweging van onder andere Maarten Luther in de kaart speelden, ontsnapte grotendeels aan zijn aandacht. Hij reageerde op Luthers protesten door hem in de ban te doen, hetgeen bijdroeg een definitieve breuk in de Kerk en het ontstaan van het Protestantisme. 

Ondanks zijn wereldse levenswijze, blonk Giovanni in vergelijking met de meeste andere kardinalen uit in waardigheid en integriteit. Toch verwierpen enkele kardinalen zijn levenswijze en probeerden hem door vergiftiging om het leven te brengen, hetgeen mislukte.

In 1513 werd hij tot paus gekozen onder de naam Leo X

Lorenzo II de' Medici Heer van Florence (1513 - 1519)

Lorenzo de Medici (1492 - 1519), de zoon van Piero ll de Medici, volgde Giovanni de' Medici (paus Leo X) op als heerser over Firenze. Hij verkreeg ook de titel hertog van Urbino. In 1510 nam hij als hoofd van het pauselijke leger het Hertogdom Modena en Reggio in. Niccolò Machiavelli droeg zijn boek De vorst aan hem op. Zijn dochter, de beroemde Catharina de' Medici, werd later echtgenote van Hendrik II van Frankrijk.

Lorenzo stierf in 1519 en werd begraven in de Medicikapel in de San Lorenzo-kerk die is gedecoreerd met de Schemering en de Dageraad van Michelangelo, alsmede een eveneens door Michelangelo gemaakt standbeeld van hem. Omdat hij dezelfde naam draagt als zijn grootvader Lorenzo I de' Medici wordt vaak gedacht dat dit zíjn graf betreft.

Gemaakt: 12-01-09

Florence (1519 - 1609)

colofon