6104 Toscane - Florence (1464 - 1492)
Toscane - Florence (1389 - 1464)

Lorenzo I, bijgenaamd il Magnifico (1449 - 1492) zette samen met zijn broer Giuliano (1453 - 1478) het beleid van zijn grootvader Cosimo de Medici voort. Hij wist de steun van de gewone bevolking te winnen door de invoering van een gunstig belastingstelsel en de bevordering van de welvaart. De adel was echter tegen hem gekant vanwege zijn tirannieke optreden tegen hen, waarbij hij spionage en liquidaties niet uit de weg ging. Zijn optreden leidde tot een samenzwering onder leiding van de oude Florentijnse familie Pazzi. Ook de aartsbisschop van Pisa was hierbij betrokken en de samenzwering had de steun van paus Sixtus IV. Op 26 april 1478 werd er een aanslag op de Medici gepleegd in de kerk, waarbij Giuliano werd gedood. Lorenzo raakte gewond, maar sloeg onmiddellijk en keihard terug. De aartsbisschop en verschillende andere samenzweerders werden opgehangen vanuit de ramen van het Palazzo Vecchio aan de Piazza della Signoria. Het geslacht van de Pazzi werd vrijwel volledig uitgeroeid.

De paus nam hierop maatregelen tegen Florence en Lorenzo werd in de ban gedaan. Toen dit niets bleek op te leveren, sloot de paus, gesteund door de adel, een militair bondgenootschap met koning Ferdinand I van Napels met de bedoeling Florence aan te vallen. Lorenzo kreeg weinig steun van zijn traditionele bondgenoten Milaan en Bologna en reisde naar Napels om tot een vergelijk te komen. Het was een succesvolle diplomatieke actie en in 1480 werd de vrede hersteld.

Hierna streefde Lorenzo een machtsevenwicht na tussen de noordelijke Italiaanse staten, met de bedoeling buitenlandse (Franse) invasie te kunnen weerstaan. Op zakelijk gebied had Lorenzo geen gelukkige hand en financieel ging het dan ook minder goed met de stad. Zijn bank leed verliezen en ook zelf raakte hij in de schulden, die hij met onoorbare praktijken trachtte op te lossen. 

Niettemin bereikte de Renaissance onder Lorenzo in Florence een hoogtepunt. Hij was een liefhebber van de kunsten en van de filosofie, en zelf was hij een niet onverdienstelijk dichter. Hoewel zijn financiële positie hem niet toestond zelf veel opdrachten aan kunstenaars te gunnen, zorgde hij er wel voor dat eminente kunstenaars als Leonardo da Vinci, Donatello, Sandro Botticelli, Domenico Ghirlandaio, Andrea del Verrocchio en Michelangelo Buonarroti de nodige ondersteuning kregen.

Tegen het einde van Lorenzo's leven werden de decadentie die Lorenzo’s huis en Florence bedreigde, de absolute macht van de Medici en afnemen van het belang van de christelijke cultuur scherp aan de kaak gesteld door de fanatieke dominicaanse priester Girolamo Savonarola, die overigens door Lorenzo zelf naar Florence was gehaald. Het in zijn ogen immorele gedrag en de zedeloosheid van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders van zijn tijd, het verkopen van aflaten, het schenden van het celibaat en de woekerende corruptie van de Vaticaanse curie zag hij als grote zonden. Wereldse zaken als kunst of vermaak zag hij als zonden. Vanuit deze visie preekte hij in de Fiorentijnse San Marcokerk die tijdens zijn missen altijd bomvol zat.

Twee van Lorenzo's zonen werden later machtige pausen. Zijn tweede zoon Giovanni werd paus Leo X en zijn aangenomen zoon Giulio (een onwettig kind van zijn vermoorde broer Giuliano) werd paus Clemens VII. Lorenzo en zijn broer Guiliano liggen samen begraven in de kapel van de Medici in de Basilica San Lorenzo in Florence. Hun tombe is gesierd met de ‘’Madonna met kind’’ van Michelangelo.

Florence (1492 - 1519)

Gemaakt: 30-05-05

colofon