3261

Donatello (ca. 1386 - 1466)

De Italiaanse beeldhouwer Donatello (eigenlijk Donato di Niccolo di Berto Bardi begon zijn loopbaan als goudsmid in het atelier van Ghiberti. Wordt beschouwd als de eerste beeldhouwer van de vroegrenaissance. In zijn werk is duidelijk de ontwikkeling waar te nemen van de stijl van de late gotiek naar die van de renaissance. Zijn vroege werken, zoals de Sint-Joris en de Sint-Marcus, beide bestemd voor de Or San Michele, tonen al een ontwikkeling naar een realistische klassieke weergave van de figuur.Belangrijk is dat hij uitgaat van het naakte menselijk lichaam. Een nog vroeger werk, de marmeren David, toont nog de sierlijkheid van de vroegere periode. Een revolutionair werk uit zijn vroege periode is het reliëf onder de Sint-Joris. Het toont de geschiedenis van Sint-Joris met de draak. Opvallend is het prachtige atmosferische landschap op de achtergrond en de illusie van oneindige diepte.

rechts: portret van Donatello

In 1430 bezocht Donatello Rome. Hier maakt hij nader kennis met de antieke wereld. De invloed van de klassieken blijkt duidelijk uit een drietal werken van na zijn Romereis: de kansel in Prato, de zangerstribune voor de Florentijnse dom en de bronzen David. De David ontstond ca. 1435. Het is de eerste rondplastische naaktfiguur sinds de oudheid. Op de kansel in Prato en de zangerstribune in Florence is het hoofdonderwerp zingende en spelende kinderen. Hier blijkt de invloed van de Romeinse sarcofagen. 

Van 1443-1453 werkte Donatello in Padua, waar hij het indrukwekkende ruiterstandbeeld van de condottiere Gattamelata maakte. Karakteristiek voor de renaissance is dat het hier geen deel van een tombe betreft, maar dat het dient om een groot krijgsman onsterfelijk te maken. Terug in Firenze maakte Donatello zijn laatste misschien wel indrukwekkendste werken, nl. de Maria Magdalena voor het baptisterium te Firenze en de Johannes de Doper voor de kathedraal van Siena. Beide werken munten uit door hun dramatische expressiviteit. (Summa)

David, ca. 1408, marmer, hoogte 191, Firenze, Museo Nazionale del Bargello was oorspronkelijk gemaakt ter versiering van het noordtransept van de Duomo, maar werd in 1416 door de Priori van de Florentijnse republiek naar het Palazzo Vecchio overgebracht. De jonge David draagt een bloemenkroon van amarant (een plant die in de Oudheid de onsterfelijke roem van helden symboliseerde. De Florentijnen zagen het beeld als symbool van de republiek en misschien hield Donatello rekening met deze nieuwe mening bij een herwerking van het beeld voor zijn nieuwe locatie in 1416. De draperingen in de mantel doen nog gotisch aan, maar de plooien vallen niet zo gemakkelijk als bij Ghiberti. Hier primeert de psychologische behandeling. Donatello's David beleeft geen plezier aan zijn overwinning maar het hoofd toont een contrast tussen triomf en twijfel, tussen trots en wroeging. De David verkeert in een soort emotionele verlamming, dit in fel contrast met de rust van Goliaths afgehouwen hoofd

Gemaakt: 27-12-03

colofon