5311

Genua (240 v. Chr. - 1300)

Steden in de Middeleeuwen

De naam Genua (It. Genova) is volgens een Romeinse legende ontleend aan de Romeinse god Janus (It. Giano), de god van alle toegangsdeuren, die  van de woonhuizen maar ook de poorten die toegang geven tot een stad. We vinden dit nog terug in de gewoonte van de Genuezen om de deuren van hun huizen te decoreren met een basrelief, meestal die van een katholieke heilige. Tijdens de eerste Punische oorlog (264-241) verwoestten de Carthagers een door de Romeinen eerder gestichte havenstad. De herbouwden de stad die voortaan diende als vlootbasis in de verdere strijd tegen de Carthagers.

Al in de oudheid was Genua beroemd als knooppunt van land- en zeeverbindingen in het Middellandse - Zeegebied en daarmee het doelwit van verschillende veroveraars. De stad werd achtereenvolgens gebrandschat door de Carthagers en daarna bezet door de Romeinen. Ten tijde van het Romeinse Rijk een belangrijke vlootbasis.

Uit de Romeinse tijd zijn nog de resten bewaard gebleven van tempel, naast de Porta Soprano.

Na de val van het Romeinse Rijk kreeg de stad talloze overheersers. Na te zijn geplunderd door de Barbaren, werd de stad verwoest door de Longobarden, aangevallen door de Saracenen, de Ostrogoten, Byzantijnen en vanaf  774 het Frankische Rijk),

In de 9e en 10e eeuw werden de Italiaanse kustplaatsen regelmatig geteisterd door aanvallen en plunderingen van de Saracenen  In 935 werd Genua verwoest en geplunderd door de Saracenen (Arabieren). Nadat de stad weer was opgebouwd, keerden de inwoners zich meer richting zee en richtten zich meer op de handel. 

In de 10e eeuw was Genua niet veel meer over dan een onbetekenend stadje, totdat de kooplieden en burgerij in de elfde eeuw van Genua een stadsrepubliek wisten te maken. Het staatshoofd van de republiek Genua werd de doge genoemd.

Eerst was de stad onderdeel van het Heilige Roomse Rijk maar wist door de macht van haar grote vloot steeds meer autonomie af te dwingen. Door samen te werken met Pisa wisten beide staten het westelijk Middellandse Zeegebied te heroveren op de Arabieren.

In de 11e eeuw werd Compagna Communis ("Gemeenschappelijke Compagnie") ingesteld, een handelsbondgenootschap van alle edelen van de in de nabijheid gelegen valleien. Daardoor was de republiek nu officieel een feit. De nieuwe republiek deed mee aan de Eerste Kruistocht, wat de stad geen windeieren gelegd heeft en veel heeft bijgedragen aan het economische herstel van de havenstad.

Waarschijnlijk op aanraden van Raymond van Toulouse had paus Urbanus ll de hulp ingeroepen van de Genuezen. Hun hulp was nodig omdat zij met hun maritieme macht de aanvoer van voorraden in stand konden houden. De republiek stemde er mee in om twaalf galeien en een transportvaartuig te geven, maar wachtte wel af tot ze er zeker van waren, dat de kruistocht een serieuze onderneming was. Om deze reden scheepte deze vloot pas 1097 in. In de tussentijd namen wel veel inwoners van Genua het kruis aan en gingen mee op kruistocht.

In 1118 werd de Duomo di San Lorenzo ingewijd. Deze kerk is ondanks de gotische verbouwingen overwegend Romaans van karakter gebleven.

In de 12e of 13e eeuw werd Ventimiglia door de Genuezen belegerd. Soldaten uit San Remo vochten aan de kant van Genua en hadden een groep inwoners van Ventimiglia gevangen genomen. In ruil voor hun vrijlating wezen ze aan waar de relieken van de heilige Ampelius (die leefde in de 5e eeuw) begraven lagen. Zo kwamen ze in San Remo. Weer later werd zijn gebeente over gebracht naar naar Genua. Ampelius werd de patroon van die stad en van de smeden.

Interieur met galerijen van de Duomo di San Lorenzo in Genua. De kerk, ingewijd in 1118, is ondanks gotische verbouwingen (1307-12) overwegend romaans van karakter gebleven. Bron: www.belpaese.nl

De Oude Haven (Porto Vecchio), werd rond 1250 aangelegd. 

Genua werd een waardige zeemacht. De grootste concurrent van het land was eerst de republiek Pisa, die in 1284 definitief werd verslagen in de zeeslag bij Meloria. Hierdoor verkreeg Genua de oppermacht in de Thyreense Zee. Het veroverde Ligurië en het zuiden van Piëmonte en nam Corsica, delen van Sardinië en Elba in bezit. De Griekse eilanden Rhodos, Samos, Lesbos en Chios tot afhankelijke vorstendommen. Door het Verdrag van Nymphaeum kreeg Genua de toegang om handel te drijven in de Zwarte Zee ten koste van Venetië. Langs de kusten van de Zwarte Zee stichtte Genua een aantal koloniën. Koloniën werden ook gesticht aan de oostkust van Middellandse Zee in het Midden-Oosten, op Cyprus en in Noord-Afrika. Bij het eiland Korčula werd in 1298 de Venetiaanse vloot verslagen waardoor de heerschappij op zee zeventig jaar volledig in handen van Genua lag.

Links: de Porta Soprana of Porta di Sant'Andrea, de zuidoostelijke stadspoort, werd gebouwd in 1155.

Genua (1300 - heden)

Gemaakt: 21-12-08; laatst bijgewerkt: 05-01-09

colofon