De andere voorwaarden waren niet echt een groot probleem. De Occitaanse edelen waren eigenlijk al van hun bezittingen ontheven door de kerk (Raymond-Roger Trencavel in 1209 en Raymond VI in 1215) maar toch vroeg de koning nogmaals om een officiële bevestiging. Ook Amaury de Montfort ging niet dwarsliggen, hij droeg zijn rechten op het “veroverde gebied” over aan de koning, waarschijnlijk blij dat hij er van af was, maar toch ziat er een addertje onder het gras: in de akte stond duidelijk vermeld dat de overdracht slechts geldig was als de paus aan alle voorwaarden van de koning voldeed...
Louis leek er intussen niet aan te twijfelen dat de paus op zijn eisen zou ingaan. Hij stuurde alvast een brief aan de consuls van Narbonne (niet aan burggraaf Aimery, ongetwijfeld vanwege diens vijandige houding tegenover Amaury de Montfort), waarin hij de komst van het Franse leger meldde. Toch was Honorius III niet zinnens zich zo maar zonder slag of stoot bij de koninklijke eisen neer te leggen en hij bedacht een ingenieus plannetje.
De graaf van Toulouse bleef intussen natuurlijk niet bij de pakken zitten. Vermits de nieuwe koning de kant van de vijand leek te kiezen, besloot hij rechtstreeks te gaan onderhandelen met de paus. Hij stuurde een delegatie onder leiding van Guy de Cavaillon naar Rome om te proberen een voorakkoord te bereiken. De delegatie werd ontvangen door de paus die hen een snelle beslissing beloofde, maar eerst de prelaten uit de Languedoc nog wilde raadplegen en dan in de eerste plaats de aartsbisschop van Narbonne, Arnaud-Amaury.
De pauselijke beslissing kwam niet alleen zeer snel, het was een donderslag bij heldere hemel, vooral dan voor de koninklijke plannen. Honorius III verklaarde zonder meer dat hij een vredesverdrag met Raymond VII ging sluiten en dat hij de kruistocht, die bijna vertrekkensklaar stond, annuleerde...
Kardinaal Conrad kreeg de weinig benijdenswaardige opdracht de pauselijke beslissing aan de koning over te brengen. Honorius III gaf hem wel een reden mee. De kruistocht naar het Heilig Land was plotseling veel belangrijker geworden. De Duitse keizer Frederik ll had hem namelijk laten weten dat hij naar het Midden-Oosten wilde vertrekken en vroeg de kerk om alle steun die ze hem kon geven...
Deze verklaring leek op het eerste zicht aannemelijk. Tussen de katharen in het zuiden en de islam in het oosten koos de paus resoluut voor het Heilig Land. Alleen... het argument over de Duitse keizer was toch nogal zwakjes. Die kondigde al jaren zijn vertrek aan om het daarna weer uit te stellen en hij zou dat ook nu weer doen. Enkele jaren later zou die houding hem een excommunicatie opleveren.
Met deze boodschap trok kardinaal Conrad naar Parijs. De koning reageerde zeer koel. Hij nam akte van de pauselijke beslissing en de redenen daarvoor. En hij besloot daarbij veelzeggend: "...Tenslotte hebben wij medegedeeld aan kardinaal Conrad dat hij ons in de toekomst met geen woord meer moest spreken over de zaak van de Albigenzen, waaruit wij ons volledig hebben teruggetrokken...” Wat zoveel wil zeggen als: ”Trek uw plan en kom bij mij niet meer jammeren als het misloopt...” Louis VIII meldde ook nog dat hij geen principiële bezwaren had tegen een verzoening tussen de kerk en Raymond VII, op voorwaarde dat aan de koninklijke rechten in het zuiden niet getornd werd.
De weg lag nu open voor Raymond VII en zijn vazallen om te onderhandelen en de eerste resultaten lieten niet op zich wachten. De kerkelijke eisen werden aanvaard door Raymond (verjagen van ketters en routiers, restitutie van alle kerkelijke bezittingen, enz...) maar hij voegde er wel één persoonlijke voorwaarde aan toe: de kerk moest ervoor zorgen dat Amaury de Montfort al zijn eigendomsrechten niet aan de koning, maar aan hem overdroeg. De kerk stemde toe, overigens zonder Amaury te raadplegen. Op een concilie in Montpellier op 25 augustus 1224 werden de overeenkomsten in een definitieve vorm gegoten en het enige wat nog ontbrak was de pauselijke absolutie. Een missie naar Rome werd voorbereid.
En toen werd het ingenieus plannetje van Honorius III duidelijk, die was helemaal niet zinnens de kruistocht op te geven. Alleen kon hij niet zomaar ingaan op de zware voorwaarden van de koning want daardoor zou het initiatief volledig naar Louis VIII gaan. De koning zou zelfs de pauselijke legaten die de campagne moesten begeleiden aanwijzen, de kerk mocht alleen betalen. De paus annuleerde dus officieel de kruistocht en ging met Raymond VII onderhandelen terwijl hij zeer goed wist dat Louis VIII absoluut niet wou dat Raymond VII de eigendomsrechten van Amaury de Montfort zou terugkrijgen want dan kon hij zijn plannen voor het zuiden wel opbergen. Bovendien bestond er de afspraak dat Amaury al deze rechten juist aan de koning zou overdragen, maar aan die afspraak was dan weer de voorwaarde verbonden dat Louis VIII aan de kruistocht zou deelnemen, en die kruistocht was door de paus geannuleerd...
Het was duidelijk dat Honorius de koning wat wilde laten “sudderen”, zeer ver wilde gaan in zijn toegevingen aan Raymond VII (hij zou ze toch niet hoeven na te komen als zijn plan werkte), en vervolgens het initiatief van Louis VIII wil laten komen. Die was dan de vragende partij en de kerk zou zelf haar voorwaarden kunnen opleggen. Zo gebeurde het ook...
Toen Louis VIII hoorde van de overeenkomsten van Montpellier, stuurde hij onmiddellijk Guy de Montfort op missie naar Rome. Blijkbaar wilde hij toch nog over “de zaak van de Albigenzen” praten. Raymond VII werd intussen aan het lijntje gehouden en toen zijn afvaardiging uit Rome vertrok was er nog steeds geen definitieve beslissing gevallen. Met de koning werd overeengekomen dat een concilie in Bourges de knoop zou doorhakken. Zowel Raymond VII als Amaury de Montfort zouden er aanwezig zijn. Het resultaat zou uitwijzen of er vrede met het zuiden kwam, of toch een koninklijke kruistocht.
Op 29 september 1225 overleed aartsbisschop van Narbonne en eerste aanvoerder van de kruistocht, Arnaud-Amaury. Voor Raymond VII was dat in feite een tegenvaller, hoe ongelooflijk het ook mag klinken, Arnaud-Amaury had wel eens een waardevolle bondgenoot kunnen zijn op het concilie. Door zijn vele contacten met Raymond VII rond diens pogingen een vredesverdrag te sluiten, zaten de oude vijanden bijna op dezelfde golflengte.
Op 29 november 1225 begon het concilie van Bourges en meteen ontspon zich een hevige discussie tussen Raymond VII en Amaury de Montfort. Amaury de Montfort wenste zijn rechten te behouden en er zelf over te beschikken en stelde voor de zaak te onderwerpen aan het oordeel van de “pairs” van het koninkrijk, de rechtstreekse vazallen van de koning. Hij rekende er natuurlijk op dat die de zaak in het voordeel van de koning zouden uitspreken. Raymond VII was het met het voorstel eens maar merkte fijntjes op dat de koning dan wel eerst zijn feodale eed moest aanvaarden omdat hij anders misschien niet als “pair” erkend zou worden. En daar had hij Amaury de Montfort in de tang: je kan alleen door de “pairs” geoordeeld worden als je zelf “pair” bent, dus vazal van de koning. Om te kunnen oordelen of Raymond VII de wettelijke graaf van Toulouse was, moest de koning hem dus eerst erkennen als... graaf van Toulouse!
Maar Raymond VII maakte op dit concilie geen schijn van kans. De kerk wilde hem alleen de absolutie schenken als hij voor altijd afzag van al zijn bezittingen. Uiteraard kon de graaf van Toulouse zich daar niet bij neerleggen en hij verliet Bourges zonder akkoord. De paus had zijn slag thuisgehaald: de weg was nu vrij voor Louis VIII om de zuidelijke gebieden, onder de vorm van een nieuwe kruistocht, bij het koninkrijk in te lijven.
De laatste financiële en diplomatieke problemen werden snel opgelost en zes maanden later stond de kruistocht vertrekkensklaar. Voor de pas bevrijde en moegestreden Languedoc leek deze ontwikkeling de doodssteek. Niet alleen kwam er een nieuwe kruistocht aan, maar deze keer werd ze aangevoerd door de Franse koning zelf. Dat bericht alleen was al voldoende om een groot deel van de zuidelijke adel op de knieën te krijgen. De koning was, ook voor het zuiden, een mythische figuur en bovendien werd de kern van de kruistocht uitgemaakt door het Franse leger dat een status van onoverwinnelijkheid genoot. En groot aantal edelen uit de Languedoc en de Provence kwam zich spontaan onderwerpen.
|