5221 | Kathaarse geloofsopvatting |
![]() |
De oorsprong van het Katharisme ligt verzonken in een labyrinth van complexe, oosterse invloeden, die zich in de 11e en 12e eeuw in Europa verspreidden en zich omstreeks 1150 verankerden in de Languedoc. De Katharen ontleenden hun naam aan het Griekse woord "katharos", dat "rein" betekent. Tijdens het Kathaars Concilie in Saint-Félix-Lauragais (1167) werden de basisprincipes van de nieuwe leer vastgelegd. Het Katharisme stelt als fundamenteel uitgangspunt de scheiding tussen Goed en Kwaad: God, die goed is en heerst over een spirituele wereld van licht en schoonheid staat tegenover de materiële wereld die door Satan wordt geregeerd. De mens is dan ook slechts een geest, die door een list van de duivel in de materie is opgesloten. De Katharen, die gekweld werden door angst voor het Kwaad wilden de mens van de materie bevrijden en hem zijn goddelijke reinheid teruggeven. Zij interpreteerden de bijbelse teksten op hun eigen manier en stonden lijnrecht tegenover de christelijke orthodoxie. Zij ontkenden bijvoorbeeld de goddelijkheid van Christus, die zij echter wel trachtten te imiteren.
Aan het hoofd van de Kathaarse kerk stondenvier biscchoppen: de bisschop van Albi, Toulouse, Carcassonne en Agen. Nog belangrijker was de hiërarchie van de voorbestemming, waarbij onderscheid gemaakt werd tussen de perfecti (de volmaakten, de uitverkorenen) en de gelovigen. Als reactie op de verslapping van de katholieke geestelijkheid verbonden de perfecti zich tot een sober leven: hun ascetisch ideaal bracht hen ertoe armoede, kuisheid, geduld en nederigheid boven alle andere deugden te stellen. Als mannen van God die al naar het licht zijn teruggeroepen worden zij door de eenvoudige gelovigen vereerd en verzorgd. De Kathaarse kerk diende slechts één sacrament toe, het sonsolamentum. Het ritueel wisselde, al naar gelang het om een wijding van een perfectus ging of om de zegening die was voorbehouden aan de gelovigen die op sterven lagen: alleen deze zegening opende de poort naar de wereld van het licht. Andere liturgische gebruiken brachten de geloofsgenoten bijeen, zoals gebedsbijeenkomsten en openbare schuldbelijdenissen. De overtuigingen, leefregels en rituelen van de Katharen botsten met de katholieke mentaliteit. De weigering van de traditionele sacramenten van de doop en het huwelijk, een zekere vrijheid van zeden en gebruiken (met name ten aanzien van geld en handel) leidden tot een ware polemiek met de geestelijken. De Kathaarse leer boekte eerst succes in de steden, centra van cultuur en handel en breidde zich daarna uit op het platteland. Dit was geen toeval, want de perfecti behoorden meestal tot de kring van de textielambachten en handel. Grote leenheren, zoals Raymond Roger Trenceval, burggraaf van Béziers en Carcassonne, Raymond Roger, de graaf van Foix, beschermden de ketters. De vrouwen die zeker niet werden uitgesloten, stichtten zelf ook gemeenschappen van uitverkorenen. Gemaakt: 12-08-05 |