3681

Sarmaten, Iazygen, Roxolani (400-500)

Sarmaten (1 - 400 n. Chr.)

Na de dood van Attilla in 453 viel het rijk van de Hunnen uiteen. Kleine groepen Sarmato-Alanen werden door het Oost Romeinse gouvernement als foederati geïnstalleerd ten zuiden van de Donau in het dal van de Drava in Moesië, nu de Servische provincie Vojvodina.

Hoewel vaak gewag wordt gemaakt over onenigheden en schermutselingen tussen Romeinen en Sarmaten dienden Sarmaten in de Romeinse legioenen en kregen velen de status van gentiles wat een sterke juridische positie inhoudt. gelijkwaardig aan dat van de laeti in Gallië, dit waren Romeinse burgers die uit Germaanse krijgsgevangenschap waren teruggekocht en vestingen kregen, vaak tezamen met toegelaten Germaanse asielzoekers. 

Het waren vrije mensen en degenen die dit nog niet hadden kregen door een in 405 aangenomen wet Romeins burgerrecht. Als tegenprestatie verbonden zij zich tot een vaak erfelijke militaire dienst onder eigen leiders en met eigen wapenen. Na de dood van Attilla in 453 viel het rijk van de Hunnen uiteen. Kleine groepen Sarmato-Alanen werden door het Oost Romeinse gouvernement als foederati geïnstalleerd ten zuiden van de Donau in het dal van de Drava in Moesië, nu de Servische provincie Vojvodina.

Hoewel vaak gewag wordt gemaakt over onenigheden en schermutselingen tussen Romeinen en Sarmaten dienden Sarmaten in de Romeinse legioenen en kregen velen de status van gentiles wat een sterke juridische positie inhoudt. gelijkwaardig aan dat van de laeti in Gallië, dit waren Romeinse burgers die uit Germaanse krijgsgevangenschap waren teruggekocht en vestingen kregen, vaak tezamen met toegelaten Germaanse asielzoekers. Het waren vrije mensen en degenen die dit nog niet hadden kregen door een in 405 aangenomen wet Romeins burgerrecht. Als tegenprestatie verbonden zij zich tot een vaak erfelijke militaire dienst onder eigen leiders en met eigen wapenen. 

Het eerste grote contingent Sarmaten in het Romeinse Leger was dat van de cavaleristen gelegerd in Groot Brittannië vanaf het einde van de 2e eeuw. Zeker is dat vrouwen en kinderen meegingen en dat oude Sarmatische mythen en sagen tot op heden in Engeland voortleven. De legendarische koning Arthur, in de oudste kronieken een Keltisch-Romeins legerleider genoemd en waarschijnlijk de Sarmatische prefect Lucius Artorius Castus, droeg in de volkssagen en overleveringen het magische zwaard Excalibur (gesmeed door een Kalyber ?) dat hij uit een rots had getrokken. De Sarmaten vereerden een in de grond gestoken zwaard. Bij zijn overlijden diende dit zwaard in het water gegooid te worden. Dit is een naar Britse bodem meegebracht verhaal over de Kaukasische held Batrax. Voorts voerde koning Arthur als standaard een draak, zoals een Sarmaat dat deed. Deze legenden leefden ook aan de overzijde van het Kanaal in Armorica in Bretagne en Normandië.

Groepen Sarmato-Alanen werden als foederati ca. 455 ten zuiden van de Donau geïnstalleerd, in Klein Scythië onder hun leider Candac.

Keizer Maioranus (457-461) gebruikte Alaanse en Sarmatische hulptroepen bij gevechten tegen de Vandalen in Afrika en na de nederlaag keerden zij terug naar Gallië, waar waarschijnlijk gerekruteerd waren. Ze sloegen aan het plunderen vermoedelijk wegens uitblijvende betaling en drongen daarbij in 462 Noord Italië binnen onder koning Beorgor.

In centraal Europa bleven Sarmaten na de tijd van de Hunnen aanwezig op de Hongaarse laagvlakte. In 470 was hun laatst bekende inval onder hun leider Babaï toen zij de Donau weer overtrokken en Pannonia Secunda binnen vielen en Singidinum (Belgrado) veroverden. De Oost Romeinse Keizer Leo I zond Theodoric, de latere koning van het Ostrogotische rijk, op hen af die hen en verdreef en Babaï doodde. In 568 volgden een aantal Sarmaten van de Donau de Longobarden en deden mee aan de verovering van Italië en vestigden zich daar in kleine kolonies in de Povlakte.

Recente onderzoekingen doen het vermoeden rijzen dat de Sarmaten een veel grotere invloed hebben gehad dan tot dusver werd aangenomen. Chlogio (Chlodio, Clodion) (428-448 of 426-447) was volgens Reinhard Schmoeckel een Sarmatische aanvoerder in het Romeinse leger, evenals de Saksische aanvoerder Widukind.

Merovech, de zoon van Chlogio zou mogelijk ook een Sarmatische vader kunnen hebben gehad.

In het eerste kwart van de 5e eeuw waren er Sarmaten gelegerd in Colonia Ulpia Traiana (later Xanten genoemd), aan de Rijn boven Nijmegen. Een sage vertelt dat Merovechs moeder Clodion terwijl zij zwanger was, tijdens het zwemmen in de oceaan werd verleid of verkracht door een onbekend zeemonster, "bestea Neptuni Quinotauri similis". Dat wil zeggen een beest van Neptunus gelijkend op een Quinotaurus. Door dit creatuur, half zeemonster en half stier, zou zij een tweede maal zijn bevrucht. Dit "zeemonster" zou dan in werkelijkheid een Sarmatische officier zijn geweest. Hierop zouden de vondsten in het in zijn graf van zijn zoon Childeric, de eerste koning van de Salische Franken, wijzen. Dit graf, dat op 27 mei 1653 nog geheel intact gevonden onder de Sint-Brixiuskerk te Doornik, lagen 21 paardenoffers, een complete wapenrusting (zwaard, messen, werpbijl, lans, schild), een muntschat en talrijke juwelen en een gouden stierenkop. Op de mantel van Childeric waren gouden bijen gestikt. 

Het was duidelijk geen christelijk graf en had volgens sommigen Sarmatische kenmerken, wat dan zou kunnen duiden op een Sarmatische afkomst. We kunnen dit goed meer nagaan: de schatten werden geschonken aan koning Lodewijk XIV van Frankrijk die er volgens de overlevering niet blij mee was. In 1831 werden zij gestolen. Op enkele stukken na zijn alle juwelen toen omgesmolten.

Rechts: schede van zwaard uit de graftombe van Childeric.

Laatst bijgewerkt: 17-01-11

colofon