3462

Lage Landen (1506 - 1515)

De Nederlanden (1494-1506)

In 1506 stelde keizer Maximiliaan zijn pas weduwe geworden dochter Margaretha van Oostenrijk aan als regentes. Vanuit Brussel regeerde zij in zijn naam de Nederlanden en werd daarbij geholpen door veel ambtenaren en in elk gewest door één stadhouder. De stadhouders waren leden van de hoge adel. Zij moesten in hun gewesten de bevelen van de landvoogdes uitvoeren. 

De eerste jaren van haar regentschap waren vervuld van strijd met Frankrijk, met Gelre en de Friese landen, waardoor de handel en de visserij grote nadelen ondervonden. 

Had het aan Margaretha gelegen, dan waren de Nederlanden onmiddellijk in oorlog geraakt met Frankrijk. Met alle prijs wilde Margaretha namelijk Bourgondië heroveren, maar de Staten voelden daar niets voor. 
Zelfs een grote veldtocht tegen Karel van Gelre wezen zij af. Gelre was buitenland. Als Maximiliaan het hertogdom wilde hebben, moest hij het zelf maar veroveren. 

rechts: Margaretha van Oostenrijk, geschilderd door haar hofschilder Bernard van Orley.  

 

 Margaretha van Oostenrijk of van Savoye (1480-1530) was de enige dochter van keizer Maximiliaan l en Maria van Bourgondië. Na de dood van haar moeder kwam zij, hoewel slechts twee jaar oud, ter bezegeling van het verbond met Lodewijk Xl als verloofde van de dauphin, de latere Karel Vlll aan het Franse hof te Amboise. Toen diens moeder stierf, twee maanden na dit huwelijk werd Margaretha koningin van Frankrijk. Dat duurde tien jaar; toen werd zij verstoten en trad Karel in het huwelijk met Anna van Bretagne (1491). Margaretha werd bij de Vrede van Senlis (1493) aan haar vader teruggegeven. Twee jaar later huwde zij met Johan van Castilië, de troonopvolger van Spanje.

Een half jaar nadat dit huwelijk in 1497 was voltrokken, overleed Johan, waarna Margaretha terugkeerde naar de Nederlanden. In 1501 huwde zij met Philibert, hertog van Savoye. Omringd door weelde en kunstschatten, bracht zij enige jaren in Savoye door. Maar ook haar derde echtgenoot was geen lang leven beschoren. Hij overleed in 1504. De hertogin keerde terug naar de Nederlanden, waar keizer Maximiliaan (regent na de dood van Filips de Schone) haar in 1506 belastte met de landvoogdij voor haar neefje, de latere Karel V. 

Zo begon de eerste helft van het leven van Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), die tot aan haar dood landvoogdes der Nederlanden zou blijven. Bijna 25 jaar lang resideerde zij in Mechelen. Zij wist van deze stad het culturele centrum van de Nederlanden te maken. Hier werden paleizen gebouwd, hier werkten schilders als Bernard van Orley, Jan Gossaert en jan Vermeyen en hier kregen beeldhouwers, musici en schrijvers volop opdrachten. Hier sloot voor het eerst in de Nederlanden de kunst van de late Gotiek aan op de eerste probeerselen van de Renaissance. Essentieel onderdeel van Margaretha's hofcultuur was haar bibliotheek. Tijdens haar leven heeft zij boeken gekocht, geërfd en gekregen en haar Librije bevatte bij haar dood 390 werken. Het merendeel bestond uit handschriften. 

Margaretha leidde met ijver, tact en grote zelfstandigheid de regering van de Nederlanden en van Franche-Comté, echter steeds beheerst door de belangen van de Habsburgse dynastie en door wantrouwen tegen het Franse vorstenhuis. Het moet te danken zijn geweest aan haar vastberaden karakter en haar uitmuntende Franse opvoeding tijdens haar eerste huwelijk, dat zij niet vermalen raakte tussen de hofintriges, de Europese dynastieke belangen, de politieke conflicten binnen het Bourgondisch-Habsburgs Rijk en de militaire strijd met andere mogendheden als Frankrijk en het hertogdom Gelre.

Margaretha zocht troost in een schitterend hofleven in Mechelen, waar zij met grote gastvrijheid schilders, dichters, beeldhouwers en architecten ontving. Haar paleis veranderde in een museum van kunstvoorwerpen. Ze zocht toenadering tot Hendrik Vll van Engeland en haar voornaamste succes was de samenkomst van Kamerijk (1508), waar zij als talentvol diplomate grote voordelen voor Habsburg wist te verkrijgen. 

Spoedig brak de strijd met Frankrijk weer uit. Ditmaal verbond Lodewijk Xll zich met Engeland (1513). 

Karel van Gelre
bleef een lastige tegenstander. Hij kreeg steun van Lodewijk Xll van Frankrijk, die wel begreep dat hij met deze doorn scherp kon prikkelen in het vlees van zijn Habsburgse vijand. Maandenlang belegerden Margaretha's troepen de Gelderse stad Venlo, maar de stad bleef onneembaar.  Uiteindelijk besloot Margaretha om met hem tot een vergelijk te komen en Karel te erkennen als hertog van Gelre (1513). Een jaar later erkende Groningen Karel van Gelre nog als hertog. Deze won nu in het noorden grote macht en invloed. 

Grote Pier, boer uit Kimswerd en piraat die zich allerlei titels toebedeelde als Koning van Friesland, hertog van Sneek, graaf van Sloten, vrijheer van Hindelopen en kapitein-generaal van de Zuiderzee had een enorme haat tegen alles wat Hollands was. Hij bleek het vooral te hebben voorzien op het stadje Medemblik, omdat de Medemblikkers verschrikkelijk te keer waren gegaan toen Hollandse troepen van Karel V zijn geboortedorp hadden verwoest. Op 24 juni 1517 voerde Grote Pier met zijn bende "De Zwarte Hoop", een ongeregelde bende van 4000 Gelderse en Friese soldaten naar West-Friesland, om bij Wervershoop aan land te gaan In een mum van tijd werd Medemblik overrompeld. Vele inwoners werden gedood en enkele gevangen genomen en weer tegen een hoge losprijs vrijgelaten. Een gedeelte van de inwoners zocht een veilig toevlucht in het kasteel van Medemblik: kasteel Radboud. Slotvoogd Joost van Buren wist de overvallers buiten de poort en de muren van het kasteel te houden, maar kon niet verhinderen dat Piers bende de stad plunderderden en daarna in brand staken. Omdat de meeste huizen van hout waren, brandde het stadje als een fakkel. kerk, kloosters en raadhuis gingen in vlammen op, inclusief het stadsarchief.

Op slinkse manier maakte Willem van Croy  van Margaretha's politieke tegenslagen gebruik om haar te beroven van het regentschap door de Staten-Generaal te bewegen Karel V door Maximiliaan meerderjarig te laten verklaren (1515) en te huldigen als landsheer in al zijn gebieden.

De Lage Landen (1515 - 1531)

laatst bijgewerkt: 30-10-02