6605 |
Hertogdom Gelre (1473 - 1492) |
![]() |
![]() |
Gelre werd een deel van het Bourgondische rijk van Karel de Stoute, maar nadat Karel in januari in 1477 was gesneuveld in de slag bij Nancy, stortte het Bourgondische gezag in Gelre ineen en kwam er een voorlopig einde aan de Bourgondische bezetting van Gelre. Uit vrees voor hun leven verlieten de weinig geliefde Bourgondische ambtenaren het hertogdom. Maria van Bourgondië (1477 - 1482) Karel de Stoute werd opgevolgd door zijn enige dochter Maria van Bourgondië. Zij huwde kort daarna in hetzelfde jaar met De standen (bannerheren, ridderschap en steden) namen voorlopig het bestuur op zich. Adolf was weliswaar na de dood van Karel de Stoute vrijgekomen, maar hij bleef voorlopig in Vlaanderen om Maria van Bourgondië bij te staan bij het herstel van haar gezag in Vlaanderen. Toen Maria hem vervolgens tot kapitein-generaal van haar troepen in Vlaanderen benoemde, werd zijn spoedige terugkeer nog minder waarschijnlijk. |
De Gelderse standen deden een dringend beroep op Adolf om zijn ongetrouwde zuster Catharina als regentes aan te stellen. Het kostte de standen de nodige overredingskracht voordat Adolf en Catharina met dit voorstel instemden, want geen van beiden toonde enthousiasme en de onderhandelingen namen enkele maanden in beslag. Catharina was in die tijd bij haar zus Margriet in Simmern (Duitsland). Op 3 mei 1477 arriveerde Catharina per schip in Lobith, waarna ze het voorlopige regentschap op zich nam in afwachting van de terugkeer van Adolf. Bij de uitoefening van haar taak stond zij in regelmatig contact met haar broer. Over de eerste 35 jaar van het leven van Catharina van Gelre, de jongste dochter van Arnold van Egmont (1410-1473) en Katharina van Kleef (1417-1479), is weinig bekend. Zij was ongehuwd al schijnt haar vader wel pogingen ondernomen te hebben om ook voor zijn jongste dochter een geschikte echtgenoot te vinden. Toen de berooide hertog in 1473 zijn testament liet opmaken, regelde hij daarin nog een bruidsschat voor Catharina – inmiddels 33 jaar oud: een duidelijke aanwijzing dat een huwelijk werd gewenst, maar nog niet was geregeld. Catharina's tijdelijke regentschap zou langer duren dan verwacht. In de loop van augustus werd duidelijk dat Adolf op 27 juni 1477 voor de poorten van Doornik was gesneuveld. Adolf had twee nog minderjarige kinderen, Karel en Philippa, maar ook zij bevonden zich sinds 1473 in Vlaanderen in handen van de Bourgondische autoriteiten. Er was weinig kans dat zij op korte termijn naar Gelre zouden terugkeren. Voor Catharina zat er niet veel anders op dan haar regentschap voort te zetten, nu uit naam van haar neef, de erfopvolger Karel. De dood van Adolf bood nieuwe kansen aan de pro-Bourgondische krachten in Gelre, die zich hadden verenigd in de Egmontse partij, zo genoemd naar de leider Willem II van Egmont, de broer van de in 1473 overleden hertog Arnold. Om zich tegen de Bourgondische dreiging te kunnen weren zocht Catharina steun buiten Gelre. De standen stuurden eerst aan op een toenadering tot hertog Johan I van Kleef, maar die was in de ogen van Catharina te pro-Bourgondisch. Toen de stad Arnhem in maart 1478 in handen van de Egmontse partij viel, werd de toestand zorgelijk, te meer omdat Maria van Bourgondië inmiddels haar positie had versterkt door te trouwen met Eind 1479 trok Catharina zich terug uit de actieve politiek. Ze sloot een vredesakkoord met Maximiliaan, die haar als beloning de stad en het ambt Geldern (toen deel van Gelre, tegenwoordig Duitsland) in vruchtgebruik gaf. In 1480 sloot ze zich nog aan bij een verbond dat de Gelderse standen met koning |
Catharina had zich inmiddels weer verzoend met Maximiliaan en leidde een teruggetrokken leven op de burcht van Geldern. Wel bleef ze zich inzetten voor de terugkeer van haar neef Karel, die uiteindelijk in 1492 als hertog kon worden ingehuldigd, doordat Maximiliaan zich toch niet in Gelre had kunnen handhaven. Karel vroeg zijn tante in 1494 nog of zij tijdelijk als zijn stadhouder wilde optreden in verband met een geplande reis naar Frankrijk, maar ze weigerde. Op 25 januari 1497 overleed Catharina op de burcht te Geldern. Ze werd begraven in de parochiekerk. De grafkelder en de messing grafplaat met haar gegraveerde afbeelding zijn nog aanwezig. Haar openbare leven beperkte zich voornamelijk tot de jaren vanaf 1477, toen zij al tegen de veertig liep. Weinig is er bekend over haar privéleven, omdat bronnen dienaangaande vrijwel geheel ontbreken. Wat rest is het beeld van een zelfstandige vrouw die zich uit plichtsbesef inzette voor de belangen van haar dynastie en het hertogdom Gelre. Keizer |
![]() |
laatst bijgewerkt: 27-10-10 |