2611 |
Rotterdam (ca. 1280 - 1400) |
![]() In het gebied, waar we het nu over willen hebben, kwamen twee riviertjes vanuit het noorden : de Schie en de Rotte. In de eeuwen zo voor de 11e stroomde al het water vrij naar zee, bij te veel water overstroomde het land en moesten de enkele mensen die er durfden te wonen, vluchten. |
Rondom Dordrecht (de oudste stad van Nederland) ontstond tot aan de monding van de rivieren in de zee een relatief grote bedrijvigheid. Ondanks het stapelrecht monopolie van Dordrecht, ontstonden er toch langs de Maas oever enige nederzettingen die levensvatbaar waren, hoe deed men dit, er werden hindernissen in de rivier gelegd die pas werden verwijderd als er tol betaald werd, ook werd natuurlijk een deel van de lading in dank aanvaard... De dam in de Schie, en dus Schiedam, was ook belangrijk voor het achterland, via de Schie kon je zoo in Delft en nog verder komen v.v. Schiedam kreeg al in 1275 stadsrechten, zo belangrijk waren de inkomsten voor de Heer van dat gebied. Als echter de linker oever van een rivier, bijvoorbeeld de Rotte, in handen was van een andere Heer dan de rechter oever, dan onstonden er natuurlijk problemen en meestal werd er dan maar geen kunstmatige dam aangelegd. Door de moord op Graaf Floris V in 1296 verloor Gijsbrecht Bokel, een belangrijke heer ten westen van de Rotte, zijn rechten, zij gingen over in de handen van de hogere Graaf. Maar door de moord op Floris V ontstond ruzie wie nu zijn opvolger zou worden, Schiedam en Dordecht belanden in het ene kamp en de monding van de rivier de Rotte in een ander kamp. Op 1298 werd Schiedam vanuit Rotterdam, zullen we maar vast zeggen, bedreigd. Het jaar erop kreeg Rotterdam zelfs al voor het eerst pro forma stadsrechten, puur om Schiedam de voet dwars te zetten. Bovendien werd een begin gemaakt met de aanleg van een kanaal van Rotterdam naar Overschie, dat zou gaan uitmonden in de Schie naar Delft, en dus een concurrent voor Schiedam. Tijdens de aanleg van de Willemsspoortunnel werden sporen ontdekt van de eerste dam, eigenlijk dus niet meer dan een boot....De Rotte werd afgedamd ter hoogte van de huidige Hoogstraat. Men vermoedt nu voor het eerst rond 1260. Ook werd vastgesteld dat 10 - 20 jaar later er reeds bewoning is geweest links en rechts van de provisorische dam. Helaas voor Rotterdam werd Wolfert van Borselen, de man die Rotterdam zijn eerste stadrechten had gegeven puur om Schiedam dwars te zitten, op 1 augustus 1299 door zijn tegenstanders in Delft vermoord. Toen de Graaf ook kort daarop overleed, werd de grote tegenstander van Wolfert van Borselen, Jan van Avesnes, zelfs Graaf Jan II van Holland en uiteraard trok Jan II de stadrechten van Rotterdam weer in en verbood bovendien het graven naar Overschie. Tot overmaat van ramp, althans voor Rotterdam, werd het westen van de Rotte monding weer teruggeven aan de Bokels. Maar ondanks dit was de groei van een nederzetting aan de monding van de Rotte niet meer tegen te houden. Op 25 juli 1328 werd het oostelijk deel van de monding van de Rotte grote priveleges verleend, de groeiende handel had ook een gunstige uitwerking op de rust in dat gebied. Over een groot aantal zaken mocht men nu zelf beslissen. Graaf Willem III deed een slimme zet ten gunste van Rotterdam. Hij kwam overeen met Dirk Bokel, die geen zoon had, maar wel een dochter Agniese, dat na diens dood Agniese hem als vrouw mocht opvolgen, maar niet als Heer van het westen van de Rotte monding. En zoo geschiedde.... En dus lag er niets meer in de weg voor de opvolger van Willem III, graaf Willem IV, om op 7 juni 1340 Rotterdam stadsrechten te verlenen. In 1358 ontving Rotterdam toestemming om tot ommuring over te gaan. De stad ontwikkelde zich vanuit de Hoogstraat oftewel de Middendam. Aan de Hoogstraat kwam een herberg voor de Graaf als die op bezoek kwam en in deze Stadsherberg (het "Gasthuis") werd dus ook recht gesproken. Het gebied richting Maas, evenwijdig aan de dam, kreeg de naam Steiger, want de schepen moesten daar noodgedwongen aanleggen voordat ze de Rotte op konden. In 1358 werd als zuidelijke stadsvest de Blaak al gegraven. Schiedam bleef Rotterdam echter dwars zitten en natuurlijk v.v.. Overstromingen werden wederzijds geweten aan het op het verkeerde moment openzetten van de sluizen van resp. de Schie en de Rotte naar de Maas. Vooral vissers hadden er profijt van dat de sluizen zoo lang mogelijk dichtbleven ten koste van het waterpeil in het achterland, door de stroming richting Maas hoopte de vis zich op voor de sluis, even openzetten en je ving in korte tijd heel veel vis... Het grootste conflict met Schiedam bleef echter de verbinding via Overschie naar de Schie. De Rotterdamse Schie mondde als Spui uit in de Steigersgracht en vandaar naar de sluis in de Rotte op de Hoogstraat. Gelukkig voor Rotterdam ontstonden er geen waterafvoer problemen in de Steigersgracht, maar helaas voor het achterland van Schiedam, wel daar waar de Rotterdamse Schie uitkwam in de rivier de Schie, dus ter hoogte van Overschie. Op hoog bevel moest in 1376 de aansluiting op de Schie worden gedicht. |
Rotterdam betaalde in 1380 een fors bedrag aan de Graaf om de verbinding met de Schie weer open te krijgen. Uit onverwachte hoek kwam toen een tegenzet.... Om meer grip op de winstgevende vaart vanuit en door Delft te krijgen, besloot Delft een eigen Schie kanaal aan te leggen, ook vanaf Overschie, maar nu richting Maas halverwege Schiedam en Rotterdam, de Delfshavense Schie. Aan de monding van de Maas ontstond weer een nieuwe nederzetting, Delfshaven.
Voor het Schielandshuis werd in 1990 een standbeeld geplaatst van graaf Willem IV, de man die op 7 juni 1340 aan Rotterdam stadsrechten verleende. Onder: vermoedelijk een fantasie tekening van het Hof van Weena, |
![]()
|
|
![]() |
Gemaakt: 04-02-04
|