6516

Centraal-Azië (1384 - 1387) - Timoer lenk

  Centraal-Azië (1360-1384); z. ook: West-Azië (1300-1400)
Na de verovering van Kandahar marcheerden de Tataren van Timoer Lenk naar Oost-Chorasan dat betwist werd door de Sarbadaren onder leiding van Ali Muayad (Moeajjad) en Amir Wali van Mazandaran (Noord-Iran).

Muayad had de hulp van Timoer ingeroepen en verklaarde zich meteen aan hem ondergeschikt toen deze arriveerde. Na een kort beleg nam Timoer Isfarain (Noord-Oost Iran) in en maakte de stad met de grond gelijk. Amir Wali bleef echter een probleem vormen en in 1384 trok Timoer op naar Astarabad, de hoofdstad van Mazandaran, die hij innam waarna Wali naar Azerbeidzjan vluchtte. Timoer liet als vergelding voor de opstand de gehele bevolking van Astarabad afslachten. Het jaar daarvoor (1383) had Timoer ook al de bevolking van het opstandige Sabzevar omgebracht en ze laten ‘verwerken’ in de muren van torens.

Timoer had nu (1384) Oost- en Noord-Iran in handen en besloot Perzisch Irak te veroveren. Perzisch Irak was sinds het uiteenvallen van het Il-khanaat in 1335 samen met Azerbeidzjan en Bagdad in handen van de Mongoolse dynastie van de Jalayiriden. De Jalayiridische sultan Ahmad bevond zich op dat moment in Soltaniyeh waar Timoer naartoe trok. De sultan sloeg snel op de vlucht en vertrok naar Tabriz, de hoofdstad van het voormalige Il-khanaat in Noord-Iran. Timoer kon nu gemakkelijk de stad bezetten en besloot Ahmet niet te achtervolgen, maar terug te keren naar Samarkand. Het was pas in 1386 dat Timoer terugkeerde om zijn verovering van West-Perzië af te maken. Timoer rechtvaardigde zijn aanval tegen de Moslimstaten door te beweren dat het noodzakelijk was dat de stamleden in Lorestan die enkele karavanen hadden overvallen werden aangepakt. Hij pakte inderdaad de daders op en wierp ze in een ravijn, waarna hij in de richting van Tabriz trok, de oude hoofdstad van het Il-khanaat. 

Tochtamysj had in de winter van 1385-1386 Ahmet in Tabriz aangevallen. Nadat hij de stad en het omliggende gebied had ingenomen en geplunderd trok hij zich terug naar de steppe. Ahmet had Tabriz weer in zijn macht toen Timoer bij deze stad arriveerde. Ahmet sloeg wederom op de vlucht, ditmaal naar Bagdad, waarna Timoer ook deze stad gemakkelijk in kon nemen. Timoer annexeerde meteen geheel Azerbeidzjan waarmee hij in conflict kwam met zijn voormalige bondgenoot Tochtamysj. Timoer bracht de zomer in Tabriz door voordat hij via Nachitsjevan zijn weg vervolgde naar Georgië. 

Aangezien de Georgiërs christelijk waren, kon Timoer zijn agressie door laten gaan voor een Heilige Oorlog. Hij vertrok vanuit Kars, dat hij net had verwoest, naar de Georgische hoofdstad Tbilisi. Op 21 november 1386 werd de Georgische hoofdstad Tbilisi totaal leeg geplunderd en verwoest en koning Bagrat V (1360-1393) gevangen genomen. Deze kwam al snel op vrije voeten nadat hij zich had bekeerd tot de Islam. De invasie gingen gepaard met enorme wreedheden. Grote delen van de bevolking werden vermoord of gevangen gezet. 

De invasie van Timoer bracht het feodale Georgië enorme schade toe en betekende feitelijk de doodsteek voor de Georgische regio. Zowat het hele land lag in puin. Hele provincies waren verwoest, irrigatiekanalen vernietigd, burchten, kerken en kloosters werden platgebrand, boom- en wijngaarden werden vernield, mijnen liepen vol met water en landbouwgronden veranderden in ondoordringbare wildernissen. Met als gevolg van deze catastrofe dat de hele economie in elkaar stortte, de bevolking was sterk afgenomen, en de culturele ontwikkeling die onder koning Giorgi V "de Schitterende" (1314-1346) opnieuw op gang was gekomen kwam nagenoeg volledig tot stilstand. Door de verzwakte positie werd het land eindeloos geteisterd door invasies van nomadische volksstammen en benden uit het gebergte van de Kaukasus. Op de ruïnen van het verwoeste land rezen een aantal kleinere semi-koninkrijken op die elkaar voortdurend en bijna letterlijk naar de kroon staken.

Centraal-Azië (1387 - 1395)

laatst bijgewerkt: 05-01-10

colofon