6223 |
Graafschap Holland (1238-1256) |
![]() |
Willem ll (1238 - 1256) Na Floris lV kwam Willem ll (1238-1256), de zoon van Floris lV en Machteld van Brabant. Toen Willem II zijn vader als graaf opvolgde was hij nog maar zeven jaar. Zijn oom Willem, de broer van zijn vader, kreeg het regentschap maar kwam kort voor de meerderjarigheid van Willem II op 30-08-1238 bij een toernooi om het leven. Zijn oom Otto, die in 1233 tot bisschop van Utrecht gekozen was, eveneens een broer van zijn vader, nam dit regentschap tot in het najaar van 1239 over. Hierna nam Willem II zelf het bestuur van het graafschap op zich. |
![]() |
Willem II behoorde tot het in die tijd machtige kamp van zijn oom, de Brabantse hertog Hendrik II. Mede dank zij diens steun en die van de Aartsbisschop van Keulen werd hij op 03-10-1247 nabij Keulen als tegenkoning gekozen tegen Frederik II, die in 1245 door de paus was afgezet en geëxcommuniceerd. Voor zijn kroning kon worden gerealiseerd moest hij wel eerst Aken op de aanhangers van Frederik II veroveren. Na een belegering van maar liefst vijf maanden veroverde hij deze kroningsstad en kon hij in 1248 tot Rooms Koning, zoals de aspirant keizer van Duitsland werd genoemd, worden gekroond. Zijn benoeming en de hierop volgende kroning waren niet onomstreden. Pas na de dood van Frederik II, in 1250, kreeg hij de steun van paus ![]() |
In Holland verleende Willem II de steden Haarlem (1245), Delft en 's-Gravenzande (beide in 1246), en Alkmaar (1254) stadsrecht naar Brabants model. Dit en de instelling van hoogheemraadschappen hebben de basis gelegd voor een goede economische ontwikkeling van Holland in latere tijden. Willem wilde in zijn geboorteland Holland een indrukkend paleis hebben. Kiezen voor één van de bestaande steden zou tot jaloezie hebben geleid van de andere steden. daarom besloot Willem ll wijselijk tot het bouwen van een paleis in het Haagse Bos. Het moet in die tijd tot vele gefronste wenkbrauwen hebben geleid.
Wellicht door zijn bemoeienissen met de internationale politiek, kreeg het thuisfront onvoldoende aandacht. De problemen met de Friezen en in Zeeland-bewester-Schelde laaiden weer op. In 1252 wist hij de leenband met Vlaanderen voor Zeeland-bewester-Schelde te ontbinden. In de oorlog die volgde, bracht hij het Vlaamse leger in juli 1253 bij Westkapelle een zware nederlaag toe. In 1254 volgde een wapenstilstand met Vlaanderen. Willem was inmiddels een machtig vorst geworden. Zo zeer zelfs, dat de paus hem in Rome uitnodigde om zich tot keizer te laten kronen van het Heilige Roomse Rijk. Voor zijn kroning tot keizer wilde Willem II echter eerst de West-Friezen onderwerpen. Om zich in het bezit te stellen van de kroningsinsignia veroverde Willem in februari 1255 ten zuidwesten van Speyer de Reichsburg Trifels waar deze bewaard werden. Het conflict met de West-Friezen trachtte hij onder meer te beteugelen door op de invalswegen naar Haarlem, bij Heemskerk en Beverwijk grote kastelen te bouwen. linksonder: Burg Trifels op de Sonnenberg bij Annweiler, waar eeuwenlang de rijksinsignes en -kleinodiën van de Duitse keizers werden bewaard. In deze ruïne werd van 1193 tot 1194 de Engelse koning Richard Leeuwenhart gevangen gehouden. |
![]() |
![]()
|
![]() |
In 1254 trok hij met zijn leger noordwaarts ten strijde tegen de West-Friezen. Twee jaar later leed hij daar bij Hoogwoud op 28 januari 1256 een nederlaag waarbij hij sneuvelde. Op een moment dat hij zich te paard roekeloos vooruit begeven had zakte hij door het ijs. Naar zeggen zonder te weten om wie het precies ging zagen de West-Friezen hun kans schoon om de weerloze ruiter te doden. |
Pas toen ze doorkregen wie hun slachtoffer was beseften ze wat ze aangericht hadden. Daarom begroeven ze het lichaam van Willem onder een haardplaat van een boerderij in Hoogwoud. Daar was het waarschijnlijk in de vergetelheid geraakt als het Floris V niet was gelukt om zijn vader 26 jaar later te wreken en het verborgen graf van zijn vader terug te vinden. Dankzij zijn zoon kon Willem II zijn laatste rustplaats vinden in de abdijkerk te Middelburg. | ![]() |
In Amstelland werd Egbert van Aemstel opgevolgd door vier generaties Gijsbrechts. Gijsbrecht ll stelde zich steeds onafhankelijker op van de bisschop van het Sticht en kreeg ook te maken met de groeiende macht van de graven van Holland. Hij liet bij de snelgroeiende handelsnederzetting Amstelredamme aan de monding van de Amstel een stenen versterking bouwen. Willem ll werd in 1256 opgevolgd door zijn zoon Floris V.
laatst bijgewerkt: 21-01-04 |