6554 |
Slag bij Hoogwoud (1256) |
![]() |
In de winter van1255-1256 besloot graaf Willem ll van Holland met 30.000 man vanuit Alkmaar de West-Friezen te bedwingen. Zijn troepen splitsten zich in twee afdelingen en testten het ijs. Willem ll reed aan het hoofd van de grootste afdeling naar Hoogwoude. De Friezen hadden zich intussen verspreid in het moeras opgesteld en lokten de Hollanders steeds dieper het land in. Zij trokken langs de Waerder-Meir naar de Bercmeir tot aan Hoogwoude nabij Aertswoude en Winckel bij de zee. De vlakte was hier vrijwel kaal en bedekt met ijs. Maar nabij de zee was het ijs minder sterk. |
![]() |
Enkele slechts met polsstokken bewapende Friezen stelden zich op in een hinderlaag achter een aantal rietbossen. Op dat moment stormde een fiere Hollandse ridder, die van de rest van het Hollandse leger was afgedwaald, op een sterk paard en een harnas met een grote geplooide mantel naar voren. Door zijn zware bewapening zakte hij door het ijs. Terwijl de ridder zichzelf probeerde te redden, wierpen de Friezen die in hinderlaag hadden gelegen, zich massaal op hem. De jonge ridder bad nog om zijn leven en bood een onmogelijk losgeld om gespaard te worden. De Friezen sloegen hem echter dood en sleepten het lijk achter hen aan naar hun basiskamp. Daar ontdekten de leiders onder de mantel van de ridder met de gulden wapenrok met de gele liebaart van Holland, de zwarte Rijksadelaar: zij hadden de Rooms-Koning van Duitsland vermoord. De schrik was groot: straks zouden zij getroffen worden door de wraak van het hele Duitse keizerrijk. Op een geheime plek werd de koning begraven. Daarop openden de Friezen de aanval op de leiderloze hoofdmacht, die na het vernemen van de moord op Willem ll ten prooi was gevallen aan wanorde. De Friezen richtten een waren slachting aan onder de Hollanders en joegen de overgebleven over de meiren, een aanzienlijke buit aan goud, zilver en wapens achterlatend. De Friezen hadden drie dagen nodig om alles te verzamelen. De Friezen legden het lijk van Willem ll in zout in een kist in Hoogwoud onder de haardstede van een dorpswoning, diep onder de grond. Pas in 1282 wist de zoon van Willem ll, Floris V van een gevangen Fries de bergplaats na dreiging te vernemen. Hij liet de beenderen zuiveren en in een prachtige kist naar Utrecht voeren. Daar werd de kist na een plechtige lijkdienst, naar de abdij van Middelburg gebracht en ter aarde besteld. De eigenaar van het huis te Hoogwoude moest het verbergen en achterhouden van het lijk met zijn leven betalen. Het huis werd tot de grond toe geslecht. Boven de plaats waar het lichaam van de koning gerust had, werd een kapel gebouwd. laatst bijgewerkt: 08-01-11 |