2783 |
Griekenland (600 - 500 v. Chr.) |
![]() |
In de 6e eeuw voor Chr. vormde het Griekse vasteland het centrum van handel tussen het westelijke en oostelijke Middellandse Zeegbied.
De stad Corynthe, gelegen op de smalle landstrook of landengte die Noord- en Zuid-Griekenland verbindt, werd zeer machtig. De Corynthiërs bouwden over de landengte een scheepshelling. Grote schepen werden er door ossen over gesleept. Zo spaarden de Corynthiërs verscheidene schepen dagen varen uit door de zuidelijke punt van Griekenland af te snijden. |
![]() |
![]() |
De Grieken bouwden handelsschepen om hun waren te vervoeren. Met hun oorlogsschepen beheersten zij de oostelijke Middellandse Zee. |
Athene, Sparta en Korinthe werden de machtigste steden (stadsstaten) van Griekenland. Vooral Korinthe, gelegen op een smalle landengte die Noord- en Zuid-Griekenland met elkaar verbond, werd zeer machtig. Bij de stad werd een scheepshelling gebouwd, waarmee grote schepen met ossen over de landengte konden worden gesleept. Zo konden schepen de zuidelijke punt van Griekenland afsnijden, wat al gauw enkele dagen scheelde. Sparta, dat Messenië had veroverd, beheerste samen haar bondgenoten de Peloponnesus. Het kon zijn politieke problemen voorlopig oplossen, maar verschraalde omstreeks 550 v. Chr. tot een "kazernemaat-schappij", een militaire staat, waar iedere mannelijke burger zijn leven geheel moest wijden aan de krijgsdienst. Al het werk werd verricht door slaven, die meestal wreed behandeld werden. Athene, dat heel Attica tot één polis verenigd had, werd eveneens machtig. De Atheners verachtten de Spartanen en noemden hen barbaren. De Spartanen zagen de Atheners als gevaarlijke revolutionairen. In 508 v. Chr. werd in deze stad de democratie ingevoerd. Alle mannelijke burgers van de stad kregen toen inspraak in het landsbestuur. |
In de loop van de zesde eeuw veroverde de Attische keramiek de wereldmarkt en verdrong zowel het Ionische als het Corinthische aardewerk. De kunstenaars die de vazen beschilderden, hielden zich niet meer uitsluitend aan ornamentiek, zoals in de Aegeïsche tijd, maar beeldden taferelen uit het dagelijks leven af; gymnastische oefeningen, optochten van gewapende krijgers, zeeslagen, begrafenissen enz. Op cultureel gebied ging het Griekse stamland steeds meer presteren. De Griekse wijsbegeerte ontstond evenals de monumentale beeldhouwkunst. |
![]() |
De 6e eeuw v. Chr. bracht ook een toenemend saamhorigheidsgevoel tegenover de "Barbaroi", de barbaren, onder meer door de nationale Spelen (zowel de Olympische als de Pythische), die weer samenhing met de invloed van de Panhelleense heiligdommen (Delphi) en de verering van de nationale goden. Vanaf omstreeks 600 v. Chr. verrezen er in Olympia verschillende bouwwerken: een tempel, een priesterverblijf en een groot aantal schathuizen van verschillende steden. Ook het orakelheiligdom in Delphi werd uitgebreid en omringd door een reusachtige stenen muur.
laatst bijgewerkt: 11-03-03 |