3400 |
Constantinopel (Constantinopolis) |
![]() |
In Chrysopolis had ![]() ![]() Lange tijd was Byzantium een welvarende Griekse stadstaat. Op de acropolis, de heuvel waarop later het Topkapi paleis werd gebouwd, behoorde in de Griekse tijd tot de grotere steden van de Griekse wereld. Het bezat tempels van Aphrodite en Artemis, van Helios en Poseidon, een gymnasion en een agora. Die welvaart duurde totdat Byzantion door Toen Macedonië enkele eeuwen later (148 v. Chr.) werd verslagen door de Romeinen (z. Macedonië) werd ze een belangrijke stad in het Romeinse Rijk. Byzantion telde toen mogelijk zo'n 15.000 inwoners. Behalve de hierboven genoemde tempels op de oude acropolis, had de stad ook een theater, een amfitheater, een hippodroom, een door zuilengangen omzoomde straat naar de agora vlakbij de twee havens aan de Gouden Hoorn en een aquaduct, dat mogelijk onder |
![]() |
Dit aquaduct is nog vrijwel intact, al is er dwars doorheen een snelweg aangelegd. Water vormde van het begin af aan een groot probleem voor deze stad, reden waarom zij haar beperkte voorraad in de keizertijd door dat aquaduct en later door cisternen moest aanvullen. Een niet onaanzienlijke stad dus, op de drempel van Europa naar Azië, eindpunt van de via Egnatia, die aan de Adriatische Zee begon en uitvalsbasis voor expedities naar het oosten. |
In de 2de eeuw na Chr. stelde de stad zich aan de zijde van Pescennius Niger in diens strijd om de Romeinse keizerstroon, en werd van 193-195 belegerd door diens rivaal ![]() |
Gedurende het klassieke tijdperk was Byzantium van strategisch belang bij de bewaking van de toegang tot de Bosporus en de handelsroute naar de koloniën aan de Zwarte Zee. De stad heeft echter nooit een aanvoerende rol gespeeld en heeft zich altijd ondergeschikt moeten opstellen tegenover andere machtige steden.
Dit alles veranderde in de 4de eeuw toen het Romeinse Rijk geteisterd werd door burgeroorlogen en op haar verval afstevende. Daarom besloot keizer In 324 werd begonnen met de bouw en in 330 werd Constantinopolis tijdens een plechtigheid in het vernieuwde Hippodroom ingewijd tot de nieuwe hoofdstad van het Romeinse rijk. |
![]() |
65 jaar lang zou Constantinopolis de hoofdstad van het Romeinse Rijk en vanaf 395, bij de dood van Theodosius I, toen het Westelijke deel van het Rijk definitief afgescheiden was, die van het Oostelijke deel, dat later het Byzantijnse Rijk zou worden genoemd. Door de stichting van de tweede, principieel-christelijke hoofdstad Constantinopel (niet als Rome belast met de tradities van de oude religie) werd enerzijds, tegen Constantijns bedoeling in, het zwaartepunt van het rijk al naar het Griekse oosten verschoven en de grondslag gelegd voor het Oost-Romeinse -, later Byzantijnse Rijk, waar het door hem bewerkstelligde verbond van staat en kerk in stand bleef. Dat anderzijds in het politieke vacuüm van het westen de kerk erfgenaam zou worden van het verbrokkelde Imperium Romanum, heeft deze visionair, kiezend uit innerlijke overtuiging en zich bewust van zijn goddelijke zending, evenmin kunnen voorzien. |
Het besluit om in Byzantium de nieuwe hoofdstad te stichten zou de ontwikkeling van de beschaafde wereld een geheel nieuwe richting geven. Van nu af werd het oude Rome - heidens, Latijn-sprekend en geworteld in de westerse traditie - langzamerhand in de vergetelheid verdwijnen, terwijl het nieuwe centrum, Constantinopel - Christelijk, Grieks-sprekend en sterk door het oosten beïnvloed - naar voren kwam om nog duizend jaar lang de leiding te geven aan de beschaafde wereld. In de daaropvolgende jaren werd deze stad sterk uitgebreid. Er kwam een prachtig keizerlijk paleis, een geweldige paardenrenbaan (Hippodroom) en overal werden fraaie kerken en openbare gebouwen gebouwd. |
laatst bijgewerkt: 21-06-07 |