854

Neanderthalers (ca. 200.000 - ca. 28.000 jaar geleden)

De Neanderthaler was krachtig gespierd en in doorsnee kort (± 1.50 m.) en stevig gebouwd. Hij liep wat in elkaar gedoken en had sterke en gespierde ledematen. Zijn schedel was tamelijk groot, vaak zelfs groter dan bij de tegenwoordige mens. In het midden stak het gezicht naar voren uit, maar het voorhoofd en de zware onderkaak weken naar achteren. Een kin ontbrak nagenoeg en de jukbeenderen stonden ver naar voren. Boven de oogkassen had hij zware massieve wallen. De tanden waren kleiner dan die van de Erectus. Zijn herseninhoud deed niet onder voor die van moderne mensen. Een lang leven was hen echter niet beschoren: "Rotte kiezen, kaakabcessen en uitgevallen tanden, reumatische aandoeningen, breuken in armen en benen en ribbenkast, barsten en gaten in de schedel en ga zo maar door. Een veertig jaar oud Neandertaler-skelet is werkelijk een staalkaart van ziekte en ongeluk". 

In kleine groepen trokken zij van de ene plaats naar de andere. Al hun bezittingen hadden ze bij zich: huiden, wapens en stenen gereedschappen. Hun belangrijkste wapen was een zware knots, waarmee zij zich beschermden tegen rondzwervende wilde dieren. 

Over de Neanderthaler is veel gestreden. Was deze mens een aaseter of een jager? Had hij grafrituelen, een sociaal leven? Kon hij praten? Maakte hij kunst? Recent onderzoek laat een steeds positiever beeld zien van onze naaste verwant in de evolutie. Uit onderzoeken van archeologen van de Universiteit van York blijkt dat de Neanderthalers zorgden voor de zwakkeren. Een kind met een aangeboren hersenafwijking toont aan dat het niet aan zijn lot werd overgelaten, maar zes jaar oud kon worden. ook blinden en mensen met misvormde voeten werden jarenlang verzorgd.

Naast de jacht leefden de Neanderthalers - naar we aannemen - ook van het verzamelen van bessen, noten en vruchten. 

Er werden eenvoudige hutten gebouwd van mammoetbeenderen en vuren gestookt, maar kleding droegen de Neanderthalers waarschijnlijk niet of nauwelijks.  

Vuur was erg belangrijk voor de Neanderthalers. Het vuur beschermde hen tegen de ijzige kou, maar ook tegen roofdieren. Daarnaast werd het vuur ook gebruikt om vlees te ontdooien (het was natuurlijk erg koud, dus dan bevroor het vlees van de dieren). De Neanderthalers kookten ook op het vuur.

Het sociale gedrag van Neanderthalers omvatte zorgzaamheid voor anderen. Raakte een Neanderthaler gewond, of overkwam hem een ander ongeluk, dan lieten zijn groepsgenoten hem niet in de steek. Dat valt op te maken uit helingen en vergroeiingen van ernstige beschadigingen aan skeletten. Er zijn zelfs aanwijzingen voor een geslaagde amputatie van een onderarm. Zelfs Neanderthalers die door een ongeluk permanent invalide werden, kwamen er niet alleen voor te staan. Waarschijnlijk kregen zij een aangepaste taak. Zo is er een geval bekend van een Neanderthaler-invalide met abnormaal afgesleten tanden. Mogelijk besteedde hij na het ongeval zijn tijd aan het soepel kauwen van huiden. Voorts werden de overleden groepsgenoten niet zo maar achtergelaten maar werden zij begraven. 

Een recente vondst van een tongbeen in een Neanderthalerskelet bevestigt dat hij over gearticuleerde spraak moet hebben beschikt, iets wat voor de jacht toch al handig leek. 

Er zijn bewijzen gevonden van rituele handelingen: Dode lichamen werden plechtig begraven, voorzien van sieraden of wapens. Bij stoffelijke resten van Neanderthalers zijn vuurstenen werktuigen, overeind gezette horens van wilde dieren en zelfs pollen van bloemen gevonden. In Rusland zijn overblijfselen gevonden van een jongen, omringd door schedels van geiten. Op andere plaatsen waren het schedels van beren die zodanig gerangschikt waren dat er wel sprake moet zijn geweest van een jachtritueel. In Shanidar (Noord-Irak) werd een geraamte gevonden op een bed van bloemen. 
Aanwijzingen voor kunstzinnig gedrag tenslotte zijn dun gezaaid. Doorboorde dierentanden, wat benen kralen en mogelijk zelfs een 45.000 jaar oude fluit, gemaakt uit het bot van een holenbeer. Het positieve beeld dat uit deze nieuwe gegevens oprijst, is echter lang niet overal aanvaard. De meest negatieve beoordelingen van de vaardigheden van de Neanderthaler komen samen in de stelling dat zijn cultuur een stagnerende was. 

Rechts: benen fluit.

Er zijn geen directe associaties van door de Neanderthalers vervaardigde voorwerpen met de gereedschappen en kunstuitingen (grotschilderingen, dier- en mensfiguren) die traditioneel worden gerekend tot het Aurignacien , het Châtelperonnien (waarin specifieke werktuigvormen en sieraden voorkomen). Een vroege vorm van het Aurignacien, het Châtelperonnien kent wel specifieke werktuigvormen en zelfs sieraden, maar geen afbeeldingen zoals uit Vogelherd. Het Châtelperonnien wordt wel geassocieerd met Neanderthalers op grond van gevonden botresten.
laatst bijgewerkt: 06-10-10

colofon