234 |
Kraakbeenvissen (Chondrichthyes) |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Klasse | Chondrichthyes (Kraakbeenvissen) |
orde | Selacchii (Haaien en roggen) |
orde | Holocephali (Zeekatten en Draakvissen) |
![]() |
De eerste Haaiachtigen (Oerhaaien) ontstonden in het Siluur en hadden zich ontwikkeld uit de Pantservissen. Zij bezaten een skelet dat geheel uit kraakbeen bestond en dat licht van gewicht was. In tegenstelling tot de Beenvissen zijn zij later nauwelijks meer veranderd. De primitieve haaien waren de eerste vissen met gepaarde vinnen. Ze hadden een slank, torpedovormig lichaam met een huid zonder schubben en werden ongeveer 2 meter groot. Hun staart was inwendig asymmetrisch, maar zag er symmetrisch uit. Ze hadden typische tanden, met een hoge, middelste hoofdpunt en kleinere zijpunten. Bron: Natuurinformatie - Oerhaaien
Links: een reusachtige haai (Cretoxyrhina mantelli) grijpt een jonge Tylosaurus (een Mosasauriër) |
Tijdens het Devoon, (395-350 miljoen jaar geleden), ook wel het vissentijdperk genoemd, veroverden de vissen alle wateren en hun aantal groeide enorm. De meeste vissen zijn roofdieren en leven in elk geval van dierlijk voedsel, omdat in het water de voedselketen begint met algen die te klein zijn om rechtstreeks te eten. Eerder zullen de vissen de dieren eten die zich met algen voeden. Er ontstond een grote verscheidenheid aan vissen. |
![]() |
Haaien (Elasmobranchi) 9 orden, 33 families, ca. 300 soorten Hoewel er een grote verscheidenheid aan haaien bestaat, hebben de meeste een herkenbaren lichaamsbouw: een gestroomlijnd lichaam, een rug- en staartvin, vijf kieuwspleten en een bek vol scherpe tanden.Voor de meeste mensen vormt de haai een angstbeeld. Onterecht. Van slechts een enkele soort is bekend dat ze mensen aanvallen. De meeste soorten zijn ongevaarlijk voor mensen. Ze jagen voornamelijk op andere vissen. Vaak doen ze dat door hun prooi met hoge snelheid te achtervolgen. Maar er zijn ook soorten die zich gespecialiserd hebben in zoeken naar aas, dieren uit de bodem wroeten of plankton uit het zeewater filteren. |
Haaien waren geduchte rovers. In 2005 werden resten gevonden van een Mosasaurus, een succesvolle, maar kortstondige afsplitsing van de Varanen, die leefde in het Laat-Krijt, zo'n 70 - 65 mjg, waarin de karakteristieke bijtsporen van haaien werden gevonden. Deze bijtsporen, die na de aanval deels waren dichtgegroeid, tonen aan dat de oude haaien de veel grotere waterhagedissen aanvielen terwijl ze nog leefden. |
Roggen (Elasmobranchi) (Eng. Skates and rays) 4 orden, 14 families, ca. 450 soorten Roggen zijn kraakbeenvissen met de bek en de kieuwspleten aan de onderzijde, in tegenstelling tot haaien die kieuwspleten aan de zijkant hebben. Met uitzondering van de zaagvissen zijn alle roggen plat. Als ze zwemmen lijken hun brede vinnen wel een soort vleugels. De meeste roggen liggen het grootste deel van de tijd stil op de zeebodem, maar er zijn ook soorten die de hele dag in scholen rondzwemmen, zoals de vleermuisroggen. Net als haaien zetten de meeste roggensoorten eieren af, maar er zijn ook roggen die levende jongen werpen. |
![]() |
Zeekatten (Chimaeriformes) , 3 families, 6 geslachten, 30 soorten
Zeekatten hebben een langwerpig lichaam net een brede kop en een (soms zeer) lange, dunne staart. Hun kieuwen hebben anders dan bij de haaien en roggen aan weerszijden maar één opening. De mannetjes hebben grijporganen aan de borst die ze tijdens de paring gebruiken. De Zeekatten onderscheiden zich van de Haaien en Roggen door het bezit van vier paar kieuwen en slechts één kieuwspleet, die bedekt is met een kraakbenig kieuwdeksel. De bovenkaak is met het hersenkapsel vergroeid. In de onderkaak bevindt zich één paar tandplaten, in de bovenkaak zijn echter twee paar aanwezig. De wervelkolom bezit geen wervellichamen. De borstvinnen zijn groot en krachtig. De eerste rugvin is hoog en kort. De eerste rugvinstekel is lang en heeft gifklierweefsel aan de basis. De tweede rugvin is laag en lang, terwijl de staartvin erg klein is. De buikvinnen van de mannetjes zijn omgevormd tot copulatieorganen. Op de kop dragen de mannetjes knotsvormige uitsteeksels, waarmee zij zich tijdens de paring aan de wijfjes vastklemmen. De bevruchting is inwendig. De wijfjes leggen twee eieren, die in een hoornen kapsel opgesloten liggen. |
De Draakvis of het ratje (Chimaera monstrosa), familie Draakvissen (Chimaeridae), komt zeldzaam in de Noordzee voor. Zijn woongebied strekt zich uit van Noord-Noorwegen tot Zuid-Afrika en tot in de westelijke Middellandse Zee. Het lichaam is cilindrisch met een grote kop, afgeronde snuit en onderstandige bek. Deze bodembewonende vis voedt zich met kreeftachtigen, stekelhuidigen, weekdieren en kleine bodemvissen. De vier soorten van de familie Doodskopvissen (Callorhynchidae) leven uitsluitend op het zuidelijk halfrond en worden daar gewoonlijk elephant fish of elephant shark genoemd, wegens de slurfachtige verlenging van de snuit. rechts: Draakvis (Eng. Ratfish) |
![]() |
![]() |
De 6 soorten van de familie Chimaeren (Rhinochimaeridae) zijn bewoners van dieper water in de noordelijke Atlantische Oceaan, rond Japan, bij Zuid-Afrika en mogelijk ook elders. De mannetjes bezitten naast een uitsteeksel op de kop ook uitsteeksels voor de buikvinnen, die eveneens dienen voor het vasthouden van de wijfjes tijdens de paring. De gewone chimaera (Harriotta raleighana) bewoont de noordelijke Atlantische Oceaan op diepten tussen 700 en 2600 m, wordt tot 1 m lang en heeft een lange, verlengde en spitse snuit en een lange zweepstaart. Van deze soort zijn slechts weinig exemplaren gevangen. |
Gemaakt: 17-12-04 |