145 Varenachtigen (Pteridophyta) en Paardenstaarten

  Pteridophyta, vormt samen met de groep Bryophyta (Mossen) de grote groep der Sporenplanten. Varens zijn vaatplanten en hebben wortels, een stam en bladeren. Ze reproduceren zich door middel van sporen. De meeste soorten hebben een wortelstok, een kruipend stuk stengel onder de grond. 

De eerste Varens en Paardenstaarten verschenen aan het eind van het Devoon (ca. 360 mjg.)

Er zijn duizenden verschillende soorten varens die verspreid over de hele wereld voorkomen. In het bijzonder zijn ze overvloedig in regenwouden (tropisch of gematigd), omdat hier een van de belangrijkste vereisten aan de leefomgeving van de varen – vocht – is gegarandeerd. Varens zijn niet, of waarschijnlijk niet, een natuurlijke groep. Het is aannemelijk dat qua afstamming de Paardenstaarten binnen de bredere groep de varens vallen. Het woord "varen" heeft dan ook betrekking op een plant met een bepaalde verschijningsvorm, niet op een lid van een natuurlijke groep. De Pteropsida ontwikkelden zich tijdens het vroege Devoon en bestaan dus reeds meer dan 350 miljoen jaar.

Varenachtigen zijn planten zonder bloemen die zich verspreiden door middel van sporen. Voor de verspreiding en ontkieming van de sporen is een vochtige omgeving noodzakelijk. De Pteropsida komen daarom zelden voor in droge biotopen, maar prefereren vooral bossen en moerassige standplaatsen. De Pteroposida delen deze kenmerken met de Lycopsida, de wolfsklauwen en de biesvarens.De klasse omvat twee ordes, de Ophioglossales (Addertongfamilie; (Ophioglossaceae) en de Filicales. De laatste orde omvat alle andere varens inclusief de de familie Equisetaceae (Paardenstaarten)

Pteropsida - Wikipedia

Rechts: Psilophyton 

Oervarens (Trimerophytophyta, Trimerophytopsida) zijn uitgestorven vaatplanten, ontstaan uit de Rhynia's, die leefden gedurende het Devoon (ca. 410-360 miljoen jaar geleden). Ze hadden rechtopstaande takken zonder bladeren of wortels. Sommige soorten hadden bepaalde vertakkingen, die als de voorlopers van echte bladeren zouden kunnen zijn. Aan het einde van de takken stonden sporendoosjes (sporangia), vaak in trosjes gerangschikt.
Tot deze groep behoren o.a. de geslachten Dawsonites, Pertica, Psilophyton en Trimerophyton

Bron: Museumkennis - Oervarens

Links: Trimerophyton; rechts: Pertica

De Paardenstaartfamilie (Equisetaceae) kent slechts één geslacht : Paardenstaart (Equisetum)

Paardenstaarten zijn gemakkelijk te herkennen doordat de blaadjes in kransen aan de takken en stammen zitten. Bij zo'n krans zit in de stengel een diafragma, ook wel een knoop genoemd.Daardoor zijn de takken en stammen in vakken verdeeld, net als bij de nog levende paardenstaarten.

De planten hebben een stengel met een centrale holte en 2 ringen bijholtes er omheen. De stengel bestaat uit leden, waarbij het lid dat zijtakjes draagt afwijkt van de leden zonder zijtakken. De zijtakjes staan in kransen om de stengel heen en zijn eveneens geleed. De zeer talrijke sporen worden gevormd in een aar, die zich bij bepaalde soorten eindelings aan de gewone stengel bevindt, maar die bij andere soorten op een speciale bladgroenloze fertiele stengel kan worden aangetroffen. De aar is kegelvormig en bestaat uit zeshoekige schubjes waar aan de binnenkant de sporen zich bevinden. De sporen hebben bladgroen en 2 springdraden, elateren genoemd, die in droge toestand om de spore zijn gewikkeld, wanneer ze nat worden strekken ze zich en duwen de spore uit de aar. Een paardenstaart heeft verschillende typen sporen. De sporen groeien uit tot bladgroenhoudend voorkiemen of prothallia. Deze zijn bij de paardenstaarten mannelijk of vrouwelijk. In dit stadium vindt de bevruchting plaats waarna de paardenstaart tot een volledige plant kan uitgroeien. De prothallia zijn gebonden aan een zeer open groeiplaats. Een andere manier van voortplanting is via wortelstokken. Deze manier van voortplanten stelt veel minder eisen aan de groeiplaats, zelfs fragmenten van wortelstokken kunnen weer uitgroeien tot volledige planten. Een andere eigenschap van de soorten binnen de paardenstaartenfamilie is dat ze kiezelzuur gebruiken voor hun stevigheid. Dit heeft als gevolg dat de soort moet groeien op een bodem waar het element silicium in voorkomt, zoals op zand en kleibodems. Door het kiezelzuur zijn de soorten ook vergiftig voor veel dieren. De meeste paardenstaarten zijn lage gewassen, maar in Amerika komt een soort voor die 12 meter hoog kan worden. De Nederlandstalige Wikipedia behandelt de volgende soorten:

  • Heermoes (Equisetum arvense)
  • Schaafstro (Equisetum hyemale)
  • Bospaardenstaart (Equisetum sylvaticum)

 

Bronnen: Varens - Wikipedia; Paardenstaartenfamilie - Wikipedia

Gemaakt: 18-11-06

colofon