148

Planten in het Perm (290 - 245 miljoen jaar geleden)

 Planten in het Carboon (363-290 miljoen jaar geleden)
Met de verandering van het klimaat kwam er aan het voortbestaan van verreweg de meeste prehistorische bomen en planten een eind  van het Carboon. Het steenkolentijdperk werd definitief afgesloten.

De varens gingen gewoon door met hun ontwikkeling, zoals ze tot op heden doen.

In het Perm (290 - 245 mjg.) stierven de wolfsklauw- en paardenstaartbomen geleidelijk uit. De kruidachtige paardenstaarten en wolfsklauwen bleven echter bestaan, maar zijn te beschouwen als overblijfselen van groepen die vroeger veel succesvoller waren. Ook de zaadvarens gingen nog flink door, zelfs tot in het Jura. Wel verdwenen veel groepen, maar die werden vervangen door andere groepen.  In een groeve bij Lodève zijn veel fossiele planten uit het Onder-Perm gevonden. Ze zijn echter lang niet zo goed geconserveerd als de planten van het steenkolenmoeras. Dat komt omdat deze planten door rivieren van andere plaatsen zijn aangevoerd en bij dat transport vaak zwaar werden beschadigd. Klik op de foto links om enkele resten van zaadvarens te zien. 

Uit de weinige soorten die beter tegen het koude klimaat bestand bleken ontwikkelden zich weer nieuwe soorten, zoals de Coniferen (Naaldbomen). Zij ontwikkelden zich sterk, zoals de Walchia, die veel op de kamerden leek. De plant is verwant met de Araucaria, die tegenwoordig veel in tuinen wordt aangeplant. De coniferen verschenen in het laat-Carboon, maar werden pas in het Perm algemeen en soms zelfs dominant. Verder ontstonden de eerste cycas- en ginkgoachtige planten. Maar pas in het Trias en het Jura kwamen die tot volle ontplooiing.

Op het zuidelijk deel van het supercontinent Pangea, bestaande uit Afrika, Australië, Antarctica en India, dat Gondwana of Gondwanaland genoemd, ontwikkelde zich tijdens het Perm een aparte flora, waarvan men nog niet goed weet wat voor soort planten dat waren. De planten worden aangeduid met de naam Glossopteris en het meest waarschijnlijk is dat het om zaadvarens ging. Maar er kunnen ook wel andere planten bij zitten. Glossopteris-planten waren bomen met langwerpige bladeren met netvormige nerven, Op de bladeren zaten soms voortplantingsorganen. Ook tijdens het Trias waren er nog Glossopteris-planten, maar daarna zijn ze uitgestorven. Klik op de foto links om enkele bladeren te zien.

 

Zaadvormende planten zoals coniferen groeien overal maar worden nu nog gedomineerd door de varenachtige reuzenplanten. 

De eerste Gingko-Biloba bomen en eerste coniferen ontstonden. 

Lebachia (l.)

Lepidodendron (r.)

Aan het einde van het Perm vond de grootste uitsterving aller tijden plaats, waarbij 95% van alle diersoorten het loodje legde. Bij de planten was de schade minder groot, hoewel ook daarbij veel soorten verdwenen en later vervangen werden door andere. Toch ging het Perm wat de plantenwereld betreft globaal gezien vrij vloeiend over het in Trias.
Plantenfossielen uit het Perm zijn o.m. gevonden in Duitsland in Rheinland/Pfalz bij Sobernheim, en ook in Thüringen bij Manebach. Verder in Frankrijk bij Lodève.

Bronnen: De evolutie van de planten III. Perm, Trias, Jura en Onder-Krijt

Planten in het Trias (245-208 miljoen jaar geleden)

Gemaakt: 17-11-06

colofon