De Pantodonten (Orde Pantodonta) die leefden in Azië en Noord-Amerika in het Paleoceen en Eoceen, verschilden in grootte van het formaat van een kat in het vroeg-Paleaoceen tot dat van een koe in de het begin van het Eoceen, waarmee de Pantodonta in die tijd tot de grootste zoogdieren behoorden. Rond het midden van het Eoceen stierven de Pantodonta abrupt uit.
Pantodonten leefden vooral in Azië en Noord-Amerika. In de loop van het Eoceen ontwikkelden zich uit deze Pantodonta de beter ontwikkelde hoefdieren zoals paarden, neushoorns en varkens en deze groepen namen de plaats van de pantodonten als belangrijkste planteneters in. Dit betekende dat de orde Pantodonta aan het eind van het Eoceen geheel was uitgestorven. De bekendste en ook één van de grootste Pantodonten was Coryphodon.
In Zuid-Amerika werd nog een vroege soort van de Pantodonta ontdekt: Alcidedorbignya
Rechts: Twee Pantadonta met op de voorgrond de eveneens tot de Cimolesta behorende Ectoganus (Onderorde Taeniodonta)
|